literaire begrippen toets

• Nederlands
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 4

Test jezelf literaire termen

wat is een 'open plek' in een verhaal?

alles is normaal

hp overwint problemen en tegenslagen

conflict opgelost, hp is veranderd

hp komt in actie, verstorende gebeurtenis

fase 2

fase 1

fase 3

fase 4

TIJD

RUIMTE

PERSPECTIEF

PERSONAGES

auctoriaal

flashforward

plaats

chronologie

ik

flashback

versnelling

round

vertraging

flat

hij/zij

personaal

Chronologische tijd

Vertelde tijd

Historische tijd

In welke tijd het verhaal zich daadwerkelijk afspeelde

De tijdsduur die in het verhaal wordt beschreven

De volgorde waarin het verhaal zich daadwerkelijk afspeelde

In een flashback...

1. ...neemt de schrijver de lezer mee naar een gebeurtenis in het verleden.
2. ...wordt er in een of twee zinnetjes teruggekeken naar het verleden.
3. ...wordt er door de schrijver vooruit gekeken naar de toekomst.
4. ...blijft de chronologie van het verhaal gelijk

Wat duurt langer bij een tijdvertraging?

1. vertelde tijd
2. verteltijd

wat is een motief?

1. een reden om iets te doen
2. een patroon
3. een herhalend element in een verhaal
4. visie van de schrijver

welke kenmerken heeft een proloog?

1. het sluit het verhaal af
2. tekst vooraf aan het verhaal
3. het bevat grote tijdsprongen
4. het geeft een blik vooruit

welk voorwerp symboliseert voor jou vriendschap?

Als er een stuk tijd in het verhaal wordt overgeslagen noem je dat een...

1. Tijdsprong
2. Tijdversnelling
3. Tijdvertraging
4. Fastforward

Lectuur

Literatuur

Een stripboek over Donald Duck

1. literatuur / fictie
2. lectuur / fictie
3. literatuur/ non-fictie
4. lectuur / non-fictie

De setting bestaat uit plaats, tijd en omstandigheden.

1. Juist
2. Onjuist

Ik dacht: waarom kijkt hij me zo aan?
Wat is het perspectief?

1. ik-perspectief
2. hij-perspectief
3. auctoriaal perspectief

Goed gedaan!