3 vmbo-k/pm 6.3 De ogen

6.3 De ogen
1 / 29
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo k, gLeerjaar 3

This lesson contains 29 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

6.3 De ogen

Slide 1 - Slide

Wat gaan we vandaag doen?
herhalen vorige les
nieuwe theorie: 6.3 De ogen

zelf aan de slag

Slide 2 - Slide

6.2 Voelen, ruiken en proeven
Voelen:
- je voelt met de zintuigen in je huid
- in je huid zitten verschillende soorten zintuigcellen


Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Voelen, ruiken en proeven
ruiken:
- doe je met je neus
- in de neus bevindt zich het reukzintuig
- boven in de neusholte in het neusslijmvlies liggen de reukzintuigcellen met reukharen
- de reukzintuigcellen worden geprikkeld door geuren
- hierdoor ontstaan impulsen die via de gevoelszenuwcellen naar de hersenen gaan


Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Voelen, ruiken en proeven
proeven:
- je proeft met je tong
- in het oppervlak van de tong bevinden zich de smaakzintuigen
- over de tong lopen kleine groefjes met aan de zijkant de smaakknopjes
- in de smaakknopjes liggen de smaakzintuigcellen



Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Voelen, ruiken en proeven
De smaakzintuigcellen kunnen 5 verschillende smaken onderscheiden:
- zoet
- zuur
- zout
- bitter
- umami (hartig)

Bij alle andere smaken die je proeft, speelt het reukzintuig een belangrijke rol.

Slide 10 - Slide

Leerdoelen vandaag
Aan het einde van de les:
- kan je vertellen uit welke onderdelen het oog bestaat
- kan je vertellen wat de functie is van de onderdelen van het oog

Slide 11 - Slide

6.3 De ogen
De gezichtszintuigen liggen in de ogen.

De ogen liggen goed beschermd in je oogkassen.
Er zijn nog meer onderdelen die je ogen beschermen.

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Video

6.3 De ogen
bescherming van het oog:
- wenkbrauwen: zorgen ervoor dat het zweet niet in je ogen loopt
- oogleden: beschermen de ogen tegen vliegjes en stof
- wimpers: beschermen de ogen tegen vuil en tegen te fel licht

Slide 15 - Slide

Wat beschermt onze ogen tegen vliegjes?
A
wenkbrauwen
B
oogleden
C
wimpers
D
traanklieren

Slide 16 - Quiz

6.3 De ogen
bescherming van het oog:
- de traanklieren maken traanvocht: tegen uitdroging en zorgt voor wegspoelen van stofjes uit het oog
- het traanvocht wordt afgevoerd naar de neusholte via traanbuizen

Slide 17 - Slide

Je ziet hier de ogen. Wat is de taak van nummer 3
A
snot afvoeren
B
opvang van oogvocht
C
afvoeren van oogvocht en bacteriën
D
maken van oogvocht

Slide 18 - Quiz

6.3 De ogen
buitenkant van het oog:
- harde oogvlies: witte gedeelte van de oogbol: beschermt het binnenste van het oog.
- iris/regenboogvlies: gekleurde gedeelte van de oogbol, kan verschillende kleuren hebben
- pupil: opening in de iris: hierdoor dringt het licht het oog binnen
- hoornvlies: ligt over de iris en de pupil heen

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

6.3 De ogen
de bouw van het oog:
- netvlies: binnenste laag van het oog: hierin liggen de gezichtszintuigcellen waar de impulsen ontstaan
- oogzenuw: impulsen gaan via hier naar de hersenen
- gele vlek: in het centrum van het netvlies: hiermee zie je het scherpst
- blinde vlek: hier zie je niks, hier verlaat de oogzenuw het oog


Slide 21 - Slide

6.3 De ogen
bouw van het oog:
- oogspieren: zitten in de oogkassen vast aan het harde oogvlies; hiermee kan je je ogen draaien naar de richting waarnaar je kijkt.
- glasachtig lichaam: doorzichtige gelei-achtige massa in het oog

Slide 22 - Slide


Welk onderdeel van het oog zorgt voor de hoeveelheid lichtinval in het oog? 
A
Netvlies
B
Pupil
C
Hoornvlies
D
Lens

Slide 23 - Quiz

Dit onderdeel beschermt je oog tegen zweet.
A
Traanklieren
B
Oogkassen
C
Wenkbrauwen

Slide 24 - Quiz

Welk onderdeel van het oog bevindt zich op de plek waar de oogzenuw het oog verlaat?
A
Blinde vlek
B
Gele vlek
C
Netvlies
D
Pupil

Slide 25 - Quiz

Welk onderdeel van het oog geleidt impulsen naar de hersenen?
A
netvlies
B
oogzenuw
C
hoornvlies
D
lens

Slide 26 - Quiz

In welk onderdeel van het oog zitten zintuigcellen?
A
Hoornvlies
B
Vaatvlies
C
Netvlies

Slide 27 - Quiz


Met welk onderdeel van het oog kun je het oog alle kanten opdraaien?
A
Glasachtig lichaam
B
Vaatvlies
C
Pupil
D
Oogspier

Slide 28 - Quiz

Zelf aan de slag
WB Blz. 71 opdr 13, 14, 15, 16

Slide 29 - Slide