proeftoets vtht vig 3 p2

Oefentoets periode 2 20/21
lees goed, je mag een rekenmachine gebruiken
1 / 12
next
Slide 1: Slide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 2

This lesson contains 12 slides, with interactive quizzes and text slide.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Oefentoets periode 2 20/21
lees goed, je mag een rekenmachine gebruiken

Slide 1 - Slide

wat is sputum?
A
uitscheidingsproduct van de blaas
B
uitscheidingsproduct van de dikke darm
C
uitscheidingsproduct van de longen
D
uitscheidingsproduct van de bovenste luchtwegen

Slide 2 - Quiz

Een urinekweek is gelijk aan een urine sediment.
A
juist
B
onjuist

Slide 3 - Quiz

De vrouwelijke urine buis is ongeveer...
A
1-3 cm lang
B
2-4 cm lang
C
3-5 cm lang
D
4-6 cm lang

Slide 4 - Quiz

Een pvc katheter gebruik je voor:
A
maximaal 6 weken
B
maximaal 2 weken
C
maximaal 1 week
D
eenmalig

Slide 5 - Quiz

Hoeveel ml is 21,2 liter?

Slide 6 - Open question

Janneke weegt 15 kg. Ze heeft een ernstige infectie en krijgt antibiotica voorgeschreven in een dosering van 30.000 IE/kg/24 uur in 4 gelijke doses.
Hoeveel IE krijgt zij per keer?

Slide 7 - Open question

Mevrouw Pieters krijgt 75 mg Cisordinol. De aanwezige oplossing bevat 2,5%.
Hoeveel ml moet je haar toedienen?

Slide 8 - Open question

Mevrouw Bakker krijgt 3 liter zuurstof per minuut. Hoeveel liter zuurstof heeft zij nodig van 16.00 uur tot de volgende dag 8.00 uur?

Slide 9 - Open question

Mevrouw De Looijer moet gedurende 12 uur 2 liter zuurstof per minuut krijgen. Zij heeft een tank van 30 liter met een druk van 120 bar. Heeft zij voldoende zuurstof in haar tank voor die 12 uur?

Slide 10 - Open question

Meneer Van der Palen gebruikt 3 liter zuurstof en heeft thuis een zuurstoftank van 10 liter inhoud. De totale hoeveelheid zuurstof in de cilinder is nog 200 liter.
Hoeveel is de atmosferische druk in de cilinder?

Slide 11 - Open question

Dhr Smit heeft 8mg oogdruppels per dag voorgeschreven gekregen. In het flesje zit 4%.
Het is een dikke vloeistof waarbij geldt 1ml is 10 druppels. Hoeveel druppels moet dhr per dag krijgen?

Slide 12 - Open question