1D - vr. 10/2/2023 - Hfd. 3 - les 6

1D - vr. 10/2/2023
1.                                    - is iedereen er? 
2.   kwartiertje werken
3.   (H) bron D : het rijtje van être (= zijn)
4.   (H) bron C : Phrases-clés FN/NF
5.    (H) de dagen van de week & klokkijken
6.    Taakwerk: - opdr. 16 t/m 19 maken
                              - A, B, C, D leren

1 / 27
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

This lesson contains 27 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

1D - vr. 10/2/2023
1.                                    - is iedereen er? 
2.   kwartiertje werken
3.   (H) bron D : het rijtje van être (= zijn)
4.   (H) bron C : Phrases-clés FN/NF
5.    (H) de dagen van de week & klokkijken
6.    Taakwerk: - opdr. 16 t/m 19 maken
                              - A, B, C, D leren

Slide 1 - Slide

être
uitspraak: 
zijn
je suis
sjuh swie
ik ben
tu es
tu è(s)
jij bent
il est
iel è
hij is
elle est
el è
zij is
on est
on è
men is / we zijn
nous sommes
noe som
wij zijn
vous êtes
voe (z) èt
jullie zijn / u bent
ils sont
iel son
zij zijn (mnl. mv.)
elles sont
el son
zij zijn (vrl. mv.)

Slide 2 - Slide

Eb. blz. 130

Slide 3 - Slide

klokkijken (2)
dagen van de week en klokkijken
uitleg & oefenen

Slide 4 - Slide

Dagen van de week & klokkijken

Dit lesonderdeel heeft twee doelen:
1. je leert en herhaalt de kennis van vorige les
2. je weet of je extra uitleg of herhaling nodig hebt

Slide 5 - Slide

Welke dagen van de week ken je in het Frans? Schrijf ze op.

Slide 6 - Mind map

Sleep de Nederlandse dagen naar de passende Franse dagen:
lundi
mardi
mercredi
jeudi
vendrdi
samedi
dimanche
dinsdag
maandag
woensdag
donderdag
vrijdag
zaterdag
zondag

Slide 7 - Drag question

Hoe goed ken je de dagen van de week?
😒🙁😐🙂😃

Slide 8 - Poll

Slide 9 - Slide

Cherchez une image sur l'internet
IL EST TROIS HEURES

Slide 10 - Open question

Cherchez une image sur l'internet
IL EST HUIT HEURES ET DEMIE

Slide 11 - Open question

12 uur overdag en 's nachts
Il est midi
Il est minuit
et demie
et quart
moins le quart
Basiszinnen:
Toevoegingen:
mi-     > midden, midder -
-di      > Latijn: dies = dag
-nuit  > Frans: la nuit = de nacht  

Slide 12 - Slide

       Zet de juiste tekst bij het plaatje:
Il est midi
Il est minuit

Slide 13 - Drag question


Het is half zeven
A
il est sept heures et demie
B
il est six heures et demie

Slide 14 - Quiz


Het is kwart voor tien
A
il est neuf heures et quart
B
il est neuf heures moins le quart
C
il est dix heures moins le quart
D
il est dix heures et quart

Slide 15 - Quiz


Het is kwart over één.
A
il est une heure et quart
B
il est une heures et quart
C
il est une heures moins le quart
D
il est une heure moins le quart

Slide 16 - Quiz

Schrijf in het Frans:
HOE LAAT IS HET?

Slide 17 - Open question

Hoe vraag je in het Frans:
HOE LAAT IS DE PAUZE?
A
Quelle heure est-il?
B
La récré, c'est à quelle heure?

Slide 18 - Quiz

Hoe zeg je in het Frans:
OM KWART OVER 9 HEB IK FRANS.
A
À neuf heures et demie, j'ai français.
B
À huit heures et demie, j'ai anglais.
C
À neuf heures et quart, j'ai français.
D
À neuf heures moins le quart,j'ai français.

Slide 19 - Quiz

Schrijf in het Frans:
HET IS KWART OVER ÉÉN.

Slide 20 - Open question

SCHRIJF IN HET FRANS:
HET IS HALF VIER

Slide 21 - Open question

Hoe goed kun je klokkijken in het Frans?
😒🙁😐🙂😃

Slide 22 - Poll

Wat heb je nodig/ga je doen om (nog) beter te worden in klokkijken?

Slide 23 - Open question

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Slide

Slide 26 - Slide

Taakwerk week 6
maken: Hfd. 3 - opdr. 16 t/m 19

leren : Voca A en B FN/NF
              bron C: Phrases-clés FN/NF
              bron D: het onreglmatige ww. être FN/NF

Slide 27 - Slide