Examentraining 6 vwo

1 / 87
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 6

This lesson contains 87 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 90 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Vraag 1 (2p)

Slide 14 - Open question

1
a Bosporus (4)
b Panamakanaal (1)
c Straat Malakka (8)
d Straat van Ormoes (7)
indien drie juiste antwoorden 2
indien twee juiste antwoorden 1
indien minder dan twee juiste antwoorden 0

Slide 15 - Slide

Vraag 2 (2p)

Slide 16 - Open question

2
• Uit het antwoord moet blijken dat:

 de vaarroute langs Kaap de Goede Hoop (in tegenstelling tot de smalle doorgangen in het Caribisch gebied) een van de drukst bevaren vaarroutes ter wereld is  (en dat kan, ook al is het geen smalle doorgang, tot opstoppingen / vertragingen leiden) 1
• Uit het antwoord moet blijken dat het Kanaal in een (politiek) stabiele
regio ligt 1

Slide 17 - Slide

Vraag 3 (2p)

Slide 18 - Open question

3


Juiste antwoorden zijn:

 
De (langere) vaarroute om Afrika heen
− is (door het gebruik van meer brandstof) duurder (dan door het
Suezkanaal). (economische dimensie)
− leidt tot meer CO2-uitstoot. (dimensie natuur)
− gaat door politiek instabiele wateren / door een gebied dat bekend
staat om piraterij. (politieke dimensie)
per juist antwoord, mits elk uit een andere dimensie 1 

Slide 19 - Slide

Vraag 4 (2p)

Slide 20 - Open question

4


Uit de redenering moet blijken dat

 
• de blokkade van het Suezkanaal laat zien dat (lange) handelsroutes
kwetsbaar zijn / kunnen leiden tot vertraging in levertijden / kunnen
zorgen voor tekorten aan producten 1
• zodat bedrijven ervoor kiezen om de productie (weer) dichter bij de
afzetmarkt (in centrumlanden) te vestigen 1

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Slide

Vraag 5 (2p)

Slide 23 - Open question

5


Juiste antwoorden zijn:

− Door goedkoper / sneller vervoer wordt migreren voor meer mensen
(financieel) mogelijk.
− Door internet / telefonie kunnen migranten elkaar beter informeren over
aankomstplekken / migratieroutes / makkelijker in contact blijven met
het vertrekland.
per juist antwoord 1

Slide 24 - Slide

Vraag 6 (2p)

Slide 25 - Open question

6


Een juiste redenering is:

• Na de in 2001 afgeschafte woningwet werd Dubai een aantrekkelijke
vestigingsplaats voor (zeer) rijke mensen die in exclusieve wijken
gingen wonen 1
• terwijl de huizen in deze wijken worden gebouwd door goedkope
arbeidsmigranten (uit Zuid- en Zuidoost-Azië) die hier zelf nooit in
kunnen wonen 1

Slide 26 - Slide

Vraag 7 (2p)

Slide 27 - Open question

7


Een juiste redenering is:

 
• In de Arabische Golfstaten bestaat de bevolking inmiddels voor een groot deel uit migranten / is een scheve verhouding ontstaan tussen de oorspronkelijke bevolking en de migranten 1
• zodat veel staatsburgers van deze landen de komst van migranten als
een bedreiging voor de nationale identiteit / hun cultuur kunnen
beschouwen

Slide 28 - Slide

Vraag 8 (2p)

Slide 29 - Open question

Juiste argumenten voor de stelling zijn:

− Dubai is een mondiaal economisch knooppunt.
− Dubai vervult een belangrijke (hub)functie in het internationale
vliegverkeer.
− In Dubai worden (steeds meer) internationaal belangrijke
sportevenementen gehouden.

of
Juiste argumenten tegen de stelling zijn:

− In Dubai worden geen belangrijke mondiale politieke beslissingen
genomen.
− In Dubai zijn nauwelijks hoofdkantoren van grote multinationale
ondernemingen en/of mondiale instellingen gevestigd.
− Dubai wordt vaak vooral gezien als een funparadijs voor de
allerrijksten.

Slide 30 - Slide

Slide 31 - Slide

Vraag 9 (2p)

Slide 32 - Open question

Slide 33 - Slide

Vraag 10 (2p)

Slide 34 - Open question

10



uitspraak 1: juist
uitspraak 2: onjuist
uitspraak 3: juist

indien drie juiste antwoorden 2
indien twee juiste antwoorden 1
indien minder dan twee juiste antwoorden 0

Slide 35 - Slide

Slide 36 - Slide

Vraag 11 (1p)

Slide 37 - Open question

Vraag 12 (2p)

Slide 38 - Open question

12
Juiste oorzaken zijn:
− Het zuiden van de Kaspische Zee heeft minder toevoer van zoet water
uit rivieren (dan het noorden van de Kaspische Zee).
− De verdamping in het zuiden van de Kaspische Zee is hoger (dan in
het noorden).

Slide 39 - Slide

Vraag 13 (2p)

Slide 40 - Open question

13
Uit de uitleg moet blijken dat

 
• Astrachan aan de Volga / een rivier ligt die uitmondt in de Kaspische
Zee (en Bakoe niet) (oorzaak) 1
• waardoor in het mondingsgebied van de Volga een delta gevormd is in
de Kaspische Zee (en Astrachan nu niet meer aan de kust ligt) (gevolg) 1

Slide 41 - Slide

Slide 42 - Slide

Slide 43 - Slide

Vraag 14 (2p)

Slide 44 - Open question

15
Uit de uitleg moet blijken dat

 
• het hoge luchtdrukgebied / subtropisch maximum in het Middellandse
Zeegebied in de winter naar het zuiden verschoven is (oorzaak) 1
• waardoor (het westen van) Portugal vaker te maken krijgt met
(krachtige) aanlandige winden / westenwinden (en er dus hoge golven
ontstaan) (gevolg)

Slide 45 - Slide

Vraag 15 (2p)

Slide 46 - Open question

Uit de uitleg moet blijken dat

• bij Nazaré een (diepe) onderzeese kloof ligt (oorzaak) 1
• waardoor het zeewater (in tegenstelling tot ondiepe kuststroken)
ongeremd / pas vlak bij de kust wordt opgestuwd (gevolg) 1

Slide 47 - Slide

Vraag 16 (2p)

Slide 48 - Open question

16
Uit de uitleg moet blijken dat:

• bij Nazaré een (diepe) onderzeese kloof ligt (oorzaak) 1
• waardoor het zeewater (in tegenstelling tot ondiepe kuststroken)
ongeremd / pas vlak bij de kust wordt opgestuwd (gevolg) 1

Slide 49 - Slide

Vraag 17 (2p)

Slide 50 - Open question

17
Uit het antwoord moet blijken dat:

 kalksteen ontstaat door het
samendrukken / verkitten van kalksteen houdende sedimenten 1
• (tijdens het botsen van) de Afrikaanse en de Euraziatische Plaat
tijdens de Alpine plooiing 1
Opmerking
Het tweede scorepunt alleen toekennen indien beide platen en de
plooiingsfase juist zijn.

Slide 51 - Slide

Vraag 18 (2p)

Slide 52 - Open question

18
Juiste redenen zijn:

− De (presalt)aardolie in Zuid-Amerika heeft (bij verbranding) een relatief
laag CO2-gehalte. (dimensie natuur)
− Aardoliemaatschappijen willen minder afhankelijk worden van
aardolieproductie uit Rusland / het Midden-Oosten. (politieke dimensie)
− Zuid-Amerika is in het algemeen een politiek relatief stabiel
werelddeel. (politieke dimensie)
per juiste reden, mits elk uit een andere dimensie 1

Slide 53 - Slide

Vraag 19 (3p)

Slide 54 - Open question

Slide 55 - Slide

Slide 56 - Slide

Slide 57 - Slide

19
Juiste aanwijzingen zijn: 
2
− In bron 14 is de Midden-Atlantische Rug niet zichtbaar (en die is er
in de huidige situatie wel).
− In bron 14 ligt geen oceanische korst op de bodem van de oceaan
(en dat is in de huidige situatie wel zo).
− In bron 14 ligt de aardoliereserve in het midden van de Atlantische
Oceaan (en in de huidige situatie liggen deze aardoliereserves aan
de randen van de oceaan / aan de kust).

Slide 58 - Slide

Vraag 20 (3p)

Slide 59 - Open question

20
• voorlandbekken 1
Een juiste beschrijving is:
• In dit dalingsgebied worden verschillende lagen sediment afgezet 1
• waarbij in de organische sedimenten onder hoge druk / temperatuur
aardolievormende processen plaatsvinden

Slide 60 - Slide

Vraag 21 (3p)

Slide 61 - Open question

Slide 62 - Slide

Slide 63 - Slide

Vraag 22 (2p)

Slide 64 - Open question

22
Een juist antwoord is: 

de grote aardolievoorraden hebben in landen als
Venezuela / Bolivia niet (voor de hele bevolking) tot een hoger
welvaartsniveau geleid.

Slide 65 - Slide

Vraag 23 (3p)

Slide 66 - Open question

23
Een juist antwoord is: 
slechts een beperkte groep mensen zal
profiteren van de investeringen 1
• Een juist antwoord op mondiaal schaalniveau is: door (investeringen
in) de aardolie-industrie neemt de uitstoot van CO2 / broeikasgassen
toe 1
• Een juist antwoord op regionaal schaalniveau is: aardolieproductie zal
gepaard gaan met de aantasting / vervuiling van kwetsbare milieus /
(leef)gebieden van mensen en/of dieren 1

Slide 67 - Slide

Vraag 24 (2p)

Slide 68 - Open question

24
Uit het antwoord moet blijken dat de overheid in neoliberale staten weinig beperkingen oplegt aan (buitenlandse) investeerders 1
• Uit het antwoord moet blijken dat de bevolking bezwaar kan maken / in verzet kan komen tegen investeringen 1

Slide 69 - Slide

Slide 70 - Slide

Slide 71 - Slide

Slide 72 - Slide

Vraag 25 (2p)

Slide 73 - Open question

25
Een juist antwoord is: 

op delen van de Friese Waddeneilanden heeft
het (zee)water / de natuur vrij spel (en die worden dus niet beheerd) 1
• Een juist antwoord is: het is logischer / verstandiger om wateren die
worden gescheiden door politieke grenzen (zoals het Lauwersmeer of
het stroomgebied van de Lauwers) door één waterschap te laten
beheren 1

Slide 74 - Slide

Vraag 26 (2p)

Slide 75 - Open question

Uit de uitleg moet blijken dat
• steeds vaker in korte(re) tijd meer neerslag valt / het neerslagregiem
steeds onregelmatiger wordt (oorzaak) 1
• waardoor wateren steeds vaker te maken krijgen met hoge(re)
piekafvoeren / gebieden hun water niet meer snel genoeg kunnen
afvoeren (gevolg) 1
Opmerking
Antwoorden die bij het gevolg ingaan op wateroverlast in de stad dienen
goed gerekend te worden.

Slide 76 - Slide

Vraag 27 (2p)

Slide 77 - Open question

Juiste voorbeelden zijn:

 
− Bij de herinrichting van de Hemrikkerscharren is rekening gehouden
met de belangen (zoals veiligheid, landbouw, natuur en recreatie) van
verschillende actoren.
− Het afvoeren van overtollig water wordt gecombineerd met het
opslaan / vasthouden van water (in de bodem).

Slide 78 - Slide

Vraag 28 (2p)

Slide 79 - Open question

Een juist antwoord is: 

bewoners medeverantwoordelijk laten zijn / mee
laten helpen draagt bij aan een beter overstromingsrisicobewustzijn 1
• Uit het antwoord moet blijken dat door de herinrichting van de
Hemrikkerscharren water beter wordt vastgehouden / de vertragingstijd
langer geworden is (en piekafvoeren dus lager zullen zijn) 1

Slide 80 - Slide

Slide 81 - Slide

Vraag 29 (2p)

Slide 82 - Open question

29
Een juist antwoord is: 

Nederlandse mainports (de haven van
Rotterdam en Schiphol) hebben een gunstige ligging ten opzichte van
de (grote) Europese markten 1
• Uit het antwoord moet blijken dat distributiecentra vooral langs
snelwegen / bij infrastructurele knooppunten liggen / op plekken liggen
met veel ruimte

Slide 83 - Slide

Vreemde vraag 30 (2p)

Slide 84 - Open question

30
Een juiste redenering is:

• Door een toename van het aantal distributiecentra wordt online
winkelen steeds makkelijker / toegankelijker / goedkoper 1
• zodat (fysieke) winkels in dorpen en steden steeds minder bezocht
worden / failliet gaan / uit het straatbeeld verdwijnen (en het
voorzieningenniveau dus afneemt

Slide 85 - Slide

Vraag 31 (4p)

Slide 86 - Open question

31
a Een juist argument is: distributiecentra verbruiken veel energie /
zorgen voor verharding van het landschap.
b Een juist argument is: distributiecentra leveren weinig geschikt werk op
voor de (lokale) bevolking.
c Een juiste aanpassing is: de (grote) daken van de distributiecentra
gebruiken voor de aanleg van zonnepanelen / wadi’s en/of
infiltratiebekkens aanleggen bij distributiecentra.
d Een juiste aanpassing is: de distributiecentra wat betreft kleur en/of
vorm aanpassen aan het landschap.
e Een juiste aanpassing is: arbeidsomstandigheden aantrekkelijker
maken.
indien vijf juiste antwoorden 4
indien vier juiste antwoorden 3
indien drie juiste antwoorden 2
indien twee juiste antwoorden 1
indien minder dan twee juiste antwoorden 0

Slide 87 - Slide