Bijwoord + Bijv. Naamwoord

BEKIJK DE 2 FILMPJES OVER HET BIJWOORD EN BIJV. NAAMWOORD
1 / 10
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

This lesson contains 10 slides, with text slides and 2 videos.

Items in this lesson

BEKIJK DE 2 FILMPJES OVER HET BIJWOORD EN BIJV. NAAMWOORD

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Video

Slide 3 - Video

Het Bijwoord - L'adverbe
- een werkwoord
- een bijvoeglijk naamwoord
- een ander bijwoord in de zin
- een specifieke gebeurtenis in de zin
geeft extra (meer gedetailleerde) informatie over de zin via

Slide 4 - Slide

Het bijwoord geeft informatie over
- de tijd (gisteren, vandaag, morgen, vaak, soms)
- de manier (goed, snel, slecht, langzaam)
- de plaats (binnen, buiten, ver)
- hoeveelheid/intensiteit (veel, weinig, minder, zo, erg, heel, zelfs)
- twijfel (misschien, ongetwijfeld, waarschijnlijk)
- bevestiging/ontkenning (ja, nee, zeker, graag, nooit)

Slide 5 - Slide

Quelques exemples
te snel - trop vite
erg laat - très tard
heel klein - très petit
minder leuk - moins joli, moins bien
  zo interessant - si intéressant
echt moeilijk - vraiment difficile
lang verwacht - longtemps attendu

Slide 6 - Slide

Er wordt iets gezegd over het werkwoord
facile - Je peux facilement faire ce travail

énorme - Il a énormément apprécié ce film

lent - peux-tu parler lentement s'il te plaît

Slide 7 - Slide

er wordt iets gezegd over het bijvoeglijk naamwoord
très - c'est un très joli livre (un joli livre)

extrême - Ce film est extrêmément long (un long film)

complet - cet homme est complètement fou (un homme fou)

Slide 8 - Slide

er wordt iets gezegd over een ander bijwoord
- il fait cela trop lentement

Slide 9 - Slide

er wordt iets gezegd over de zin
Gelukkig -  Heureusement, il n'était pas blessé
Eerlijk gezegd - Honnêtement, je ne sais pas

Slide 10 - Slide