Herhaling H4

• Economie
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 2

Hoofdstuk 4 - Waarom werken

4.1 Redenen om te werken: arbeidsmotieven

Soorten werk:

• voltijd en deeltijd
• vast en flexibel

Jesse werkt 36 uur per week. Hij heeft een ....

1. deeltijdbaan
2. voltijdbaan

Sarah hoeft niet elke dag te werken, ze hoeft alleen maar te werken als de baas haar nodig heeft. Sarah heeft een:

1. Voltijdbaan
2. Flexibele baan
3. Deeltijdbaan
4. Achtbaan

Wat is geen arbeidsmotief?

1. geld/loon
2. het communiceren met collega's
3. ontwikkeling
4. het zijn allemaal arbeidsmotieven

4.2 Wat kun je doen

Verschil werkgever & werknemer

Uitvoerende & leidinggevende functie

Organogram

Twee wetten van belang:

• arbeidstijdenwet
• Arbo-wet 

Als mensen doen wordt hun wordt opgedragen hebben zij een .........

1. Uitvoerende functie
2. Leidinggevende functie

De manager is werkgever

1. onjuist
2. juist

In welke wet staan regels over werktijden?

1. Algemene Ouderdomswet
2. Arbeidstijdenwet
3. Arbeidsomstandig-hedenwet
4. Wet Minimumjeugdloon

In de ... staan regels voor veilige en gezonde arbeidsomstandigheden.

1. Arbowet
2. Arbeidstijdenwet
3. WerkloosheidsWet (WW)
4. Arbeidswet

Hoe kan je in een organogram zien wie de directie is ?

1. De positie van de directie staat links getekend
2. De positie van de directie staat bovenaan getekend
3. De positie van de directie staat van onderaan getekend
4. De positie van de directie staat rechts getekend

Arbeidstijdenwet

Organogram

Leidinggevende functie

ARBO-wet

Werknemer

Vakkenvuller bij Jumbo

Dragen van veiligheids-schoenen

Directeur op een school

Na drie uur werken , half uur rust

Schematische weergave van een bedrijf

4.3 Wat moet je doen

• arbeidsovereenkomst: werknemer werkt, werkgever betaalt.
• Proeftijd en opzegtermijn
• vaste en tijdelijke dienst
• oproepbasis / flexibel werken

Dit is een overeenkomst tussen werkgever en werknemer.

1. CAO
2. Arbeidsovereenkomst
3. Flexwerk
4. Arbeidsvoorwaarden

wie mag binnen de proeftijd het contract verbreken?

1. een rechter
2. de werknemer
3. de werkgever
4. werknemer en/of werkgever

Wat bedoelt men met een opzegtermijn?

1. Tijdens het opzegtermijn mag je je baan opzeggen.
2. Dit is de periode die je nog moet uitwerken na opzeggen van je baan.
3. In deze periode mag je je mening vertellen over je baan.

Hoe lang is de opzegtermijn?

1. 1 maand
2. 2 maanden
3. 3 maanden
4. alle 3 de antwoorden zijn goed.

4.4 Wat houd je er aan over?

• Loonbelasting: belasting die je betaalt over het salaris (loon) dat je krijgt.
• Vinden van een baan lukt niet? uitkering, ook wel sociale zekerheid. 

Ben je ziek?

Werkgever is verplicht door te betalen: minimaal 70% van je salaris. 

Werknemersverzekering (dus als je werkt);

• Ziektewet (ZW)
• Werkeloosheidwet (WW)

Volksverzekeringen

Is voor iedereen (dus ook als je niet werkt)

• Algemene Ouderdomswet (AOW);
• Werk en Bijstand (WWB)

Brutoloon en Nettoloon: verschil zit in de loonbelasting  en volksverzekeringen.

De Werkloosheidswet en de Ziektewet zijn voorbeelden van

1. Volksverzekeringen
2. Werknemersverzekeringen

Hoe bereken je het nettoloon?

1. Brutoloon - loonbelasting + premies
2. Brutoloon - loonbelasting - premies
3. Brutoloon + loonheffing
4. Brutoloon - btw