20221123 VEZO322AK niveau 3 leerjaar 1 Werkwoordspelling - Verleden tijd

Nederlands
VEZO322AK
Woensdag 23 november 2022
1 / 24
next
Slide 1: Slide
NederlandsMBOStudiejaar 1

This lesson contains 24 slides, with text slides.

Items in this lesson

Nederlands
VEZO322AK
Woensdag 23 november 2022

Slide 1 - Slide

Planning VEZO322AK




  • 16 november: Werkwoordspelling: tegenwoordige tijd
  • 23 november: Werkwoordspelling: verleden tijd
  • 30 november: Werkwoordspelling: voltooid deelwoord
  • 07 december: TOETS: Werkwoordspelling








Slide 2 - Slide

VERLEDEN TIJD

Slide 3 - Slide

23-11: Lesdoelen



  • MOTILE: werkwoordspelling verleden tijd.

Slide 4 - Slide

persoonsvorm verleden tijd  
sterke werkwoorden
veranderen van klank
zwakke werkwoorden
enkelvoud
meervoud  
lopen - liepen 
slapen - sliepen 
geven - gaven 

+te
+de
+ten
+den

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Verleden tijd
Je hebt te maken met:

regelmatige (ZWAKKE) werkwoorden
onregelmatige (STERKE) werkwoorden

Slide 7 - Slide

Verleden tijd
In de verleden tijd verandert alleen de persoonsvorm:

Ik bracht je naar huis.
Ik smeerde een boterham.
Ik werd naar huis gebracht.

Slide 8 - Slide

Onregelmatige werkwoorden
 de ik-vorm verandert in de verleden tijd van klank

Verzenden - ik verzend - ik verzond - ik heb verzonden
Blijven - ik blijf - ik bleef - ik ben gebleven

ONregelmatig = GEEN regel
 
 

Slide 9 - Slide

Regelmatige werkwoorden
Geen klankverandering:

Ik fiets - ik fietste - ik ben gefietst
ik oefen - ik oefende - ik heb geoefend

REGELmatig: regel: 't ex kofschip

Slide 10 - Slide

Regelmatig 
werkwoord + te/ten

ik maak+te
jij maak+te
hij maak+te
wij maak+ten
jullie maak+ten
zij maakt+en 





ik maakte
jij maakte
hij maakte
wij maakten
jullie maakten
zij maakten 

Slide 11 - Slide

Regelmatig
werkwoord + de/den

ik meld+de
jij meld+de
hij meld+de
wij meld+den
jullie meld+den
zij meld+den



ik meldde
jij meldde
hij meldde
wij meldden
jullie meldden
zij meldden

Slide 12 - Slide

Regelmatige werkwoorden
hebben een REGEL
Als je niet weet of het -te of -de moet zijn, dan gebruik je de regel van ‘T ex KOFSCHIP.

(of fokschaaptaxi, XTC-koffieschop)

Slide 13 - Slide

Kijk naar het hele werkwoord
Haal -en ervan af.
Is het een medeklinker uit’T K O F S C H I P?
eem de ‘ik-vorm’ van de onvoltooid tegenwoordige tijd.
1
Kijk naar het hele werkwoord
verhuizen
maken
2
Haal -en ervan af. 
Welke letter is dan de laatste letter?
z
k
3
Is het een medeklinker uit ’t ex kofschip?
nee
ja
4
Neem de ‘ik-vorm’ van de tegenwoordige tijd.
verhuis
maak
5
De verleden tijd is: ‘ik vorm’ + -te of -de
verhuisde
maakte

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Regelmatige werkwoorden kofschip
Zuchten - zucht - zucht+te - ik zuchtte 
faxen - fax - fax+te - ik faxte
maken - maak - maak+te - maakte
boffen - bof - bof+te - bofte
botsen - bots - bots+te - botste
lachen - lach - lach+te-lachte
stoppen - stop - stop+te - stopte

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Slide

Zelfwerktijd



  • MOTILE: werkwoordspelling verleden tijd.

  • https://leren.motile.nl/ of via Cumlaude en de knop naar de mbowebshop.nl

timer
30:00

Slide 23 - Slide

23-11: Lesdoelen



  • MOTILE: werkwoordspelling verleden tijd.

Slide 24 - Slide