Herhaling : Het transportstelsel - Q+ -route ('25-'26)

Human Body
1 / 23
next
Slide 1: Slide
BiologieLager onderwijs

This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

time-iconLesson duration is: 100 min

Items in this lesson

Human Body

Slide 1 - Slide

Transportstelsel

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Het transportstelsel 
zorgt voor het transport van stoffen 
van én naar de cellen. 

Het transportstelsel 

zorgt voor het transport van stoffen 

van én naar de cellen

Slide 5 - Slide


Waaruit bestaat het transportstelsel?
A
het bloedvatenstelsel
B
het hart en de slagaders
C
de aders en de slagaders
D
het hart, de aders, de slagaders en de haarvaten

Slide 6 - Quiz

Het transportstelsel bestaat uit:

- het hart
- de slagaders
- de aders
- de haarvaten (!)

Hierdoor stroomt het bloed.

Kleur van bloedvaten is niet realistisch, kleuren op tekening of model geven zuurstofarm (blauw) en zuurstofrijk (rood) bloed aan

Slide 7 - Slide

Het transportstelsel verbindt 
alle andere orgaanstelsels in ons lichaam!

Slide 8 - Slide

Hoofdfunctie

Transporteren van stoffen doorheen het lichaam.

Slide 9 - Slide

Het bloed
= transportsysteem 

- zuurstof  + (voedings)stoffen naar de cellen

- afvalproducten en koolstofdioxide afvoeren

Slide 10 - Slide

Bloed heeft 3 functies:

- transport van stoffen

- lichaamstemperatuur

- bescherming (wonden en ziekteverwekkers)

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Video

Het hart
functie: bloed door de bloedvaten pompen

Het hart is een spier die bloed rondpompt doorheen het lichaam.

Het hart bestaat uit 2 boezems en 2 kamers. 

Hiertussen zijn kleppen aanwezig om te voorkomen dat het bloed terugstroomt. 
 

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Het bloedvatenstelsel
bestaat uit:

- slagaders
- aders
- haarvaten

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Video

Het grootste deel van het bloedsomloopstelsel bestaat uit het netwerk van haarvaten

Slide 18 - Slide

Stofuitwisseling!

Slide 19 - Slide

De weg van het bloed door het lichaam

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Video

Bij de grote bloedsomloop stroomt zuurstofrijk bloed naar...
A
longen
B
de rest van het lichaam
C
het haar
D
het hart

Slide 22 - Quiz

Bij de kleine bloedsomloop stroomt zuurstofrijk bloed naar..
A
de longen
B
de rest van het lichaam
C
het haar
D
het hart

Slide 23 - Quiz