H3 Werkwoordspelling

HOOFDSTUK 3
1 / 26
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

HOOFDSTUK 3

Slide 1 - Slide

  • Week 11: oefenen tekstbegrip, oefentoets tekstbegrip
  • 18 maart: VC2A groep B: toets tekstbegrip
  • Week 12: VC2A  groep A: toets tekstbegrip en V2B groep A en B toets tekstbegrip. De thuisgroep gaat werken aan de boekopdracht en lezen tweede boek 
  • Week 13: toetsweek: toets Nederlands hoofdstuk 3 zonder tekstbegrip
  • Week 14 en 15: presentatie in de klas van je boekopdracht. En start hoofdstuk 4
Wat gaan we doen?

Slide 2 - Slide

Wat gaan we doen?
  • Opdrachten vorige les nakijken
  • Spelling: wat weten jullie al?
  • Uitleg nieuwe theorie
  • Zelfstandig werken

Slide 3 - Slide

Waarom schrijven we...
niet-roker
Waarom schrijven we...
niet-roker

Slide 4 - Open question

Waarom schrijven we...
vwo-leerling
Waarom schrijven we...
niet-roker

Slide 5 - Open question

Waarom schrijven we...
minister-president
Waarom schrijven we...
niet-roker

Slide 6 - Open question

Waarom schrijven we...
?-teken
Waarom schrijven we...
niet-roker

Slide 7 - Open question

Waarom schrijven we...
zee-eend en koffieautomaat
Waarom schrijven we...
niet-roker

Slide 8 - Open question

H3 Werkwoordspelling
De persoonsvorm in de tegenwoordige tijd -d of -dt.

Slide 9 - Slide

Ik weet wanneer ik bij de persoonsvorm in de tegenwoordige tijd een -d of -dt schrijf.
😒🙁😐🙂😃

Slide 10 - Poll

Vijf oefenvragen
Wat weet je al?

Slide 11 - Slide

1. Dat meisje giechel... al als je haar aankijkt.
A
giechelt
B
giecheld
C
giecheldt

Slide 12 - Quiz

2. Ik ruik dat de pizza aanbran...
A
aanbrant
B
aanbrand
C
aanbrandt

Slide 13 - Quiz

3. Albert Heijn verbouw... de supermarkt alweer.
A
verbouwt
B
verbouwd
C
verbouwdt

Slide 14 - Quiz

4. Mel... jij even dat ik wat later komt?
A
melt
B
meld
C
meldt

Slide 15 - Quiz

5. Roken benadeel... je gezondheid.
A
benadeelt
B
benadeeld
C
benadeeldt

Slide 16 - Quiz

HOE ZIT DIT NOU?

Slide 17 - Slide

TIP
Vervang de persoonsvorm door het werkwoord lopen of pakken.

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

Theorie (werkwoordsvormen)
De werkwoordsvorm is pv (persoonsvorm) --> goed opletten met d's en t's!

pvtt (tegenwoordige tijd) enkelvoud: altijd +t  --> jij loopt --> dus ook: jij vindt
                                                                                                --> hij/zij/het/u loopt 
                                                                                                --> dus ook: hij/zij/het/u vindt

         behalve: 1. onderwerp = ik                           --> ik loop    --> dus ook: vind ik
                            2. onderwerp = jij + dit staat                                                                                                         achter de persoonsvorm          --> loop jij    --> dus ook: vind ik

Slide 20 - Slide

Theorie (werkwoordsvormen)
Tip: Hoor je niet of een ww-vorm op een t eindigt 
                       [bij werkwoorden eindigend op een d: vinden, bieden, raden etc.]
        vervang de ww-vorm het ww lopen. 
        Hoor je dan een t op het eind, dan schrijf je die ook!

                                        - Hij wordt morgen zestien en zij wordt morgen zeventien.
                                        - Hij loopt morgen zestien en zij loopt morgen zeventien.

Slide 21 - Slide

[Vinden] jij ook dat we teveel huiswerk krijgen?
A
vind
B
vindt

Slide 22 - Quiz

Ondanks een lichte verkoudheid [bieden] zij hulp aan patiënten.
A
bied
B
biedt

Slide 23 - Quiz

Aan de slag!
  • Nakijken opdracht 4 en 5 bladzijde 95
  • Werk zelfstandig aan de opdrachten van Planning H3 Werkwoordspelling
  • Maak startopdracht t/m opdracht 6
(of blz. 96 en 97 in je boek)
  • www.beterspellen.nl
  • Maak:

Slide 24 - Slide

Schema ww-spelling

Slide 25 - Slide

Ik weet wanneer ik bij de persoonsvorm in de tegenwoordige tijd een -d of -dt schrijf.
😒🙁😐🙂😃

Slide 26 - Poll