Houten boter, kaas en eieren maken: Techniekles

• Techniek
• Middelbare school
• vmbo b, k, g
• Leerjaar 1

Boter, kaas en eieren maken

KWT Houtbewerking

Afspraken/regels technieklokaal

Tassen in het rek.

Gebruik spullen waarvoor ze bedoeld zijn.

Steek je hand op als je een vraag of hulp nodig hebt.

Laat iemand bij een machine rustig werken.

Werk met dichte schoenen.

Veiligheidsbril op bij de machines.

Lang haar in een staart.

Werk rustig en veilig. Safety first!

Eind van de les: we gaan pas weg als we het lokaal opgeruimd is.

Leerdoel

Je kunt een plank recht aftekenen.

Je kunt een vlak in gelijke vlakken verdelen.

Je kunt een plank recht afzagen.

Je kunt een rondhout recht afzagen.

Je kunt een figuur zagen uit hout volgens een tekening.

Je kunt gaten maken in hout met een kolomboor.

Je kunt hout netjes afwerken door te schuren en te vijlen.

Welke gereedschappen heb jij al eens mee gewerkt?

Benodigdheden

• houten plank
• handzaag
• figuurzaag
• schrijfhaak
• bankschroef
• schuurpapier
• potlood
• vijl

• duimstok of liniaal
  
• schuurpapier
• houtlijm
• hamer
• vijl
• verf
• penseel.

Teken het bord

Je krijgt een plank die al 90mm breed is.

- Teken de plank af op 90mm met de schrijfhaak
 (je krijgt nu een vierkant van 90x90mm)

Zaag het bord

Zet de plank liggend in de bankschroef vast.

Zaag de plank met de handzaag af op de streep.

Je hebt nu een vierkant van 90 bij 90mm gezaagd. 

Meet je vierkant maar eens na!

Gaten aftekenen

Zet nu op de rand aan een kant van je plank een streepje bij 30mm en bij 60mm. Dit doe je met de duimstok of schrijfhaak.

Gaten aftekenen

Draai het plankje een kwartslag en zet op deze kant ook een streepje bij 30mm en 60mm.

Gaten aftekenen

Trek van beide kanten de strepen door, zodat je 9 gelijke vakjes krijgt.

Gaten maken

Zet in elk vak een kruis van hoek naar hoek.

Boor in het midden van ieder vlak met de kolomboor een gat  met een boor van 6 mm.

Vijlen

Vijl alle gaten glad met een sleutelvijl.

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.

Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.

Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.