Nieuw-Nederlands - Cursus 7 - Paragraaf 10 + 11

1 / 27
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo b, tLeerjaar 2,3

This lesson contains 27 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

START



- je weet dat een voltooid deelwoord een vorm van het werkwoord is die aangeeft dat iets klaar (voltooid) is.

- je weet dat een voltooid deelwoord kan eindigen op -en of op -d of -t.

taalverzorging
voltooid deelwoord

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Video

Het voltooid deelwoord
Het voltooid deelwoord is een vorm van het werkwoord.

Voltooid betekent dat iets klaar of afgelopen is.

Bijvoorbeeld:
Frits heeft zijn fietsband geplakt

Slide 4 - Slide

Het voltooid deelwoord
Het voltooid deelwoord eindigt op -en of op -d of -t.

Bijvoorbeeld:
gebroken, geschreven
gehoord, gemaakt
Als je een woord langer maakt, 
hoor je of je een -d of een -t moet schrijven.

Slide 5 - Slide

Tijmen heeft een lekkere appel _____. (schillen)

Slide 6 - Open question

De gemeente heeft hier veldbloemen _____. (zaaien)

Slide 7 - Open question

Heeft hij jou voor de gek _____? (houden)

Slide 8 - Open question

Fleur is over een stoeptegel _____? (struikelen)

Slide 9 - Open question

De wedstrijd is te laat _____. (starten)

Slide 10 - Open question

In de tent naast ons werd de hele nacht _____. (snurken)

Slide 11 - Open question

Voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord

Slide 12 - Slide

Voltooid deelwoord
van 'sturen'

Slide 13 - Mind map

Bijvoeglijk naamwoord
van 'sturen'

Slide 14 - Mind map

Volt. dw. als bijv. nw.
De foto is vergroot --> de vergrote foto.
Ik verwacht hem elk moment --> de verwachte vriend.
De weg is verbreed --> de verbrede weg.


Slide 15 - Slide

Regel
Een voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord schrijf je
zo kort mogelijk!

Slide 16 - Slide

Voorbeeld
De vergrote foto      (niet vergrootte).
De verwachte vriend        (niet verwachtte).
De verbrede weg           (niet verbreedde).
Maar: Het kind is gered --> Het geredde kind. 

Slide 17 - Slide

Maar...
Er is een uitzondering (duh!)
Als het voltooid deelwoord eindigt op -en. Dan eindigt een bijvoeglijk gebruikt voltooid deelwoord óók op -en.

Slide 18 - Slide

Voorbeeld 
Zijn fiets is daar gevonden. --> De gevonden fiets.
De ouders zijn vertrokken. --> De vertrokken ouders.

Slide 19 - Slide

Trucje
Vul het vdw eerst in in deze zin:
Hij is ... 
--> hij is gevonden --> Het gevonden kind. 
--> Hij is gepakt --> De gepakte jongen. 

Slide 20 - Slide

De kinderen waren verdwaald.
De ........ kinderen

Slide 21 - Open question

Het uur is verzet. Het ...... uur.

Slide 22 - Open question

De sleutel is gezocht. De ..... sleutel.

Slide 23 - Open question

Het ijsje is gesmolten. Het .... ijsje.

Slide 24 - Open question

De crisis werd verwacht. De ..... crisis.

Slide 25 - Open question

Er is veel geld aan besteed. Het ..... geld.

Slide 26 - Open question

Aan de slag!
Huiswerk voor de volgende les noteer je in de agenda.
Huiswerk: opdracht 1 t/m 4

Klaar? Je gaat verder met Slimleren.nl
Niemand ruimt op, zonder dat ik daar toestemming voor gegeven heb.

Slide 27 - Slide