H3 havo 3 19 april futur 2022

• Frans
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 3

      Chapitre 3

Planète 

francophone

Sur la table....

* TES LIVRES: Livre de textes et livre d'exercice A

* TON CAHIER

* TA TROUSSE

*TON ORDINATEUR

Prends ton ordinateur!

Cherche LessonUp!

Résumé

Planète francophone

La Belgique et l'Afrique

Future top modèle

le futur simple (de toekomende tijd)

le verbe: connaîte

Au Canada: les Québecois

poser une question

Planning d'aujourd'hui

* Parler français D          : LessonUp

* B                                   : page 36 opdracht 4 t/m 7a page 92 Questions?

* C grammaire                : futur

Livre de textes          : page 38

Livre d'exercices       : page 98

  

Questions!

1. Quel est le sujet?

2. Quels sont les buts?

Réponses!

1. Quel est le sujet de ce chapitre?  

* La francophonie: waar spreekt men Frans? Schoolvakken/beroepen.

* Wat je later wilt worden en waarom je dat leuk lijkt (toekomst).

2. Quels sont les buts?  

* Het gebruik van een nieuwe tijd: le futur simple (de toekomende tijd)

* Het vervoegen en het gebruik van het ww: connaître in 4 tijden

* Een vraag stellen (herhaling en uitbreiding)

Parler français

Hoe vraag je:

* In welke klas zit je?  * Wat is je lievelingsvak? 

* In welke vakken ben je goed?   * Welke vakken zul je later hebben?       

* Wat wil je later doen? Waarom wil je dit beroep doen?

Hoe zeg je:

* Ik zit in de 3e klas op het Nieuwe Eemland. 

* Dat is beeldende kunst omdat ik tekenen leuk vind. 

* Ik ben heel goed in geschiedenis maar ik haal goede cijfers over het algemeen.

Le système scolaire en France

Tu es en quelle classe?

Je suis en troisième, 

au collège Het Nieuwe Eemland.

Quelle est ta matière 

préférée?

C'est ........... 

parce que ..........

Tu es fort(e) en quelle matières?

Je suis très fort(e) en ........

Qu'est-ce que tu veux faire plus tard?

Je veux devenir .......

C'est un métier passionnant.

Pourquoi tu veux faire ce métier?

Parce que 

j'aime aider les gens.

Objectif du cours

Aan het einde van deze les:

Kan ik de futur simple herkennen en gebruiken (vervoegen)

Prends ton cahier!

Il faut prendre des notes!

Le futur

Onregelmatige w.w. hebben ook vaak een onregelmatige futur:

• avoir            j'aurai, tu auras, il aura, etc.           ik zal hebben
• être              je serai, tu seras, il sera, etc.         ik zal zijn
• aller             j'irai, tu iras, il ira, etc.                        ik zal gaan
• faire            je ferai, tu feras, il fera, etc.             ik zal maken
• pouvoir      je pourrai, tu pourras, il pourra     ik zal kunnen
• vouloir       je voudrai, tu voudras, il voudra    ik zal willen  

Vervoeg het werkwoord: marcher
in de futur

Er zijn zes onregelmatige ww.
Deze hebben een wel dezelfde uitgang maar een andere voorkant. Welke?
Schrijf ze allemaal op: être wordt ser...

Je _______ (prendre=nemen)

1. prendrerai
2. prendrai
3. prendrera
4. prendrerais

Nous ______ (choisir=kiezen)

1. choisissons
2. choisirons
3. choisions
4. choisirez

Il ______ (parler)

Prends tes livres!

Livre de textes:

page  38 (C)

Livre d'exercices A

page 98 et 99

Exercice 13 c d e 

                14 a b  et 15

Prends tes livres!

Livre de textes:

page  39 (D)

Livre d'exercices A

page 103 3n 104

Exercice 18 b

Au travail

Wat          : Maak opdracht C: 4 van blz. 98 wb  (zie blz. 38 tekstboek)

Hoe          : Lees goed de opdrachten. Maak 13 c d e / 14 a b / 15

Wie          : alleen

Tijd           :  20 minuten

Klaar        :  Maken van opdracht D: 18 B Questionnaire d'orientation

Resultaat : Samen bespreken.

Les devoirs:

Leren C: grammatica over de tijd: futur

Wat is de futur voor tijd? Hoe vervoeg je de werkwoorden

Maken C en D

ZS: zelfstandig werken in stilte

Voordelen:

*Rustige sfeer om in te werken.

*Aanscherpen concentratie

*Betere Focus

*Zelf oplossingsgericht nadenken

Na 10 minuten mag je zeker vragen stellen.