Spelling - vrij 10/9 les 2 + di vanaf verkleinwoorden

• Nederlands
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 4

lesdoel

belangrijkste spellingsregels herhalen 

zodat je deze correct kunt toepassen

vandaag

nakijken opdracht 2, 3, 4

uitleg meervoudsvorming + verkleinwoorden

maak opdracht 8 en 13

opdracht 2, 3, 4

meervoudsvorming

meervoudsvorming

S

EN

S of EN

S én EN

vreemde meervouden

meervoudsvorming

Bekijk opdracht 7

Welke vorm krijgt het meervoud?

opdracht 7

1 bases

2 stommeriken

3 medici

4 groentes, groenten

5 radio’s

6 feeën

7 bacteriën

9 crematoria, crematoriums

10 epidemieën

11 prostituees

12 tantes

13 logés

14 buggy’s

15 plumeaus

16 cowboys

8 hyena’s

9 crematoria, crematoriums

10 epidemieën

11 prostituees

12 tantes

13 logés

14 buggy’s

15 plumeaus

16 cowboys

verkleinwoorden

verkleinwoorden

-je/-kje/-pje/-tje/-etje

- kort --> lang (vat/vaatje). Let op bij klinkers.

- afkortingen

verkleinwoorden

Bekijk opdracht 12. 

Welke vorm krijgt het verkleinwoord?

opdracht 12

1 glimwormpje

2 skietje

3 baby’tje

4 cafeetje

5 weggetje, wegje

6 abc’tje

7 vlammetje

8 leuninkje

9 parapluutje

10 stelletje

11 A4’tje

12 jongetje

13 dicteetje

14 bh’tje

15 glaasje

huiswerk

maak 8 en 13

lesdoel

belangrijkste spellingsregels herhalen 

zodat je deze correct kunt toepassen