English lesson

• Engels
• Basisschool
• Middelbare school
• mavo
• Groep 7,8
• Leerjaar 1

English lesson

cuz why not?

Vertaling

[Engels les]

[want waarom niet?]

What are we going to do?

• Present Simple.
• Past Simple.
• Assignments.

Vertaling

[Wat gaan we doen?]

[tegenwoordige tijd]

[verleden tijd]

[opdrachten]

Present Simple.

The present Simple is a verb.

I'm walking to school. The verb here is Walking.

So if i ask you...

Vertaling

[tegenwoordige tijd.]

[De tegenwoordige tijd is een werkwoord. Ik loop naar school. Het werkwoord hier is lopen. Dus als ik je vraag...]

The cat sleeps on the couch every
afternoon.

Verb?

Vertaling

[De kat slaapt elke middag op de bank.]

[Wat is het werkwoord?]

Past Simple.

The name already calls it, it is the present simple but in the past.

Normal: i walk.

Past: I walked.

Vertaling

[Verleden tijd]

[De naam zegt het al, het is de tegenwoordige tijd maar dan in het verleden. Normaal: ik loop. Verleden tijd: ik liep.]

I had to go away from home, but i wanted to stay.

Verb(s)?

Vertaling

[Ik moest van huis weggaan, maar ik wilde blijven.]

[Wat is het(zij de)werkwoord(en)?]

1. stay
2. had
3. go
4. wanted

Assignments.

theres 2 different assignments:

1. Write/choose only the verb (down).

2. change the sentence.

(2. {Dont forget the dots.})

dots

Het Engelse woord dot(s), is in het Nederlands: punt(en).

???

Vertaling

[opdrachten]

[Er zijn twee verschillende opdrachten:

1. Schrijf/kies alleen het werkwoord op.

2. Verander de zin.]

({]Dit is de laatste vertaling van de les[})

she walks to school every day

I eat breakfast at 7 AM. (Change to past simple)

he played football last saturday.

1. he
2. football
3. played
4. last

she___(to read) Books every evening.

1. reading
2. reads
3. read

She ___ (to go) to school every day.

1. goes
2. go
3. got
4. went

We ___ (to eat) pizza yesterday evening.

She walks to work every morning. (Change to past simple)

1. She is walking to work right now.
2. She was walking to work every morning.
3. He walked to work every morning.
4. She walked to work every morning.

We ___ (to eat) pizza yesterday evening.

1. ate
2. eat
3. eating
4. eaten

graag alleen normale vragen...

Wat vonden jullie ervan?