2B Unit 3.1 present simple & present continuous

English class!
Mrs den Brave
1 / 17
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

English class!
Mrs den Brave

Slide 1 - Slide

Today is about....
Present simple & present continuous

Slide 2 - Slide

Wat weet je nog over de present simple?

Slide 3 - Open question

Wat weet je nog over de present continuous?

Slide 4 - Open question

Present simple

Wanneer? 

Als iets altijd, nooit of regelmatig gebeurd.

Als het een feit is.



Slide 5 - Slide

Present simple

+ (positief)    --> werkwoord  of werkwoord +s

I walk to school every day.

She walks to school every day.

- (negatief) -->  don't + werkwoord of doesn't + werkwoord

I don't  like dancing.

He doesn't like dancing.



Slide 6 - Slide

Present simple

? (vraag) --> Do of Does + werkwoord

Do  you like sushi?

Does she like sushi?


Slide 7 - Slide

Present continuous
Wanneer? Als iets nu bezig is en nog een tijdje voortduurt

Slide 8 - Slide

Present continuous

+ (positief) --> 'to be' + werkwoord + ing

- (negatief) --> 'to be' +not + werkwoord + ing

? (vraag) --> 'to be' + werkwoord + ing

Slide 9 - Slide

https://www.engelsgemist.nl/present-simple-vs-present-continuous/

Slide 10 - Slide

Wanneer gebruik je de present simple?
A
Als iets in het verleden is gebeurd
B
Als iets altijd, nooit of regelmatig gebeurd.
C
Als iets in de toekomst gebeurd
D
Als iets nu gebeurd

Slide 11 - Quiz

Vul in: I _________ (live) in Utrecht.
A
live
B
lives
C
am live

Slide 12 - Quiz

Vul in: Sammy _______ (love) food.
A
love
B
loves
C
loving

Slide 13 - Quiz

Wanneer gebruik je de present continuous?
A
Als iets altijd, nooit of regelmatig gebeurd
B
Als iets in de toekomst gebeurd
C
Als iets nu aan de gang is.
D
Als iets in het verleden gebeurd.

Slide 14 - Quiz

Wat voor zin is dit?
I am riding my bike at the moment.
A
Present simple
B
Present continuous

Slide 15 - Quiz

Wat voor zin is dit?
Molly is writing a letter.
A
present simple
B
present continuous

Slide 16 - Quiz

Let's do: Unit 3.1 exercises
 6 and 7 

Slide 17 - Slide