Oefening woordsoorten Latijn SPQR L1

• Latijn
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 1

woordsoorten 

in het Latijn

Welke woordsoorten ken je?

Welke woordsoort kent het Nederlands wél, maar het Latijn niet?

1. voorzetsels
2. lidwoorden
3. bijwoorden
4. persoonlijke voornaamwoorden

de meeste woordsoorten komen zowel in het Nederlands als in het Latijn voor. En in andere talen als Duits, Engels en Frans.

sleepvragen

Sleep op de volgende dia's de woorden steeds naar de juiste woordsoort

zelfstandig naamwoord

werkwoord

voorzetsel

bijwoord

frater

zelfstandig naamwoord

werkwoord

voorzetsel

bijwoord

in

Tip: bij deze woordsoort staat er altijd + .... bij in de woordenlijst

zelfstandig naamwoord

werkwoord

voorzetsel

bijwoord

deus

zelfstandig naamwoord

werkwoord

voorzetsel

bijwoord

ibi

zelfstandig naamwoord

werkwoord

voorzetsel

bijwoord

habitare

zelfstandig naamwoord

werkwoord

voorzetsel

bijwoord

venire

zelfstandig naamwoord

werkwoord

voorzetsel

bijwoord

vivere

Dit is een basiswoord dat je nog niet geleerd hebt. Toch kan je wel beredeneren bij welke woordsoort het hoort...

zelfstandig naamwoord

werkwoord

voorzetsel

bijwoord

Olympus

Hé, nog een onbekend woord (al kan je vast wel raden wat het betekent). Bedenk weer bij welke woordsoort het hoort.

zelfstandig naamwoord

werkwoord

voorzetsel

bijwoord

esse

een paar werkwoorden eindigen niet op 

-re. Dat zijn uitzonderingen op de regel.

zelfstandig naamwoord

werkwoord

voorzetsel

bijwoord

umbrae

Dit is het meervoud van puer. Voor de woordsoort maakt het niet uit of een woord enkelvoud of meervoud is.

Dit is regel 1 uit les 2. Sleep elk woord naar de juiste woordsoort

zelfstandig naamwoord

werkwoord

voorzetsel

bijwoord

Iupiter

deus

est.

servum komt van servus. Waarom het woord verandert ga je nog leren. Voor de woordsoort maakt het niet uit.

En vocat komt van vocare, zoals roept van roepen komt.

Dit is regel 2 uit les 2. Sleep elk woord weer naar de juiste woordsoort:

zelfstandig naamwoord

werkwoord

voorzetsel

bijwoord

In

Olympo

habitat.

Splits dit woord in stam en uitgang:
terra

1. te-rra
2. ter-ra
3. terr-a
4. terra-a

Splits dit woord in stam en uitgang:
locus

1. lo-cus
2. loc-us
3. locu-s
4. locus-us

Splits dit woord in stam en uitgang:
habitat

1. habi-tat
2. habit-at
3. habita-t
4. habitat-t

Splits dit woord in stam en uitgang:
venire

1. ven-ire
2. veni-re
3. venir-e
4. venire-re

Nu jullie!

Splits nu zelf de volgende woorden in stam en uitgang! 

Kopieer de woorden en gebruik hiervoor het afbreekstreepje.
obscuri / umbrae / habitant / loci

Wat is een naamwoordelijk gezegde?
En geef een voorbeeld.

Wat is het naamwoordelijk gezegde?

Mijn mobiel is kapot.

Ik ben ziek. Wat is het naamwoordelijk gezegde?

Noteer van onderstaande zin het naamwoordelijk gezegde.

De fans van de Go Ahead Eagles zijn dolblij.

hoe vind je een naamwoordelijk gezegde ?

klaar!

Als je dit kan, ben je goed voorbereid 

voor het taaldeel van de toets!

Pak je boek op p. 11