MAVO Recap CH 4

Recap CH 4
1 / 29
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

This lesson contains 29 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Recap CH 4

Slide 1 - Slide

Today's goals
At the end of the lesson, I have a better knowledge of the plurals and future tenses.

Slide 2 - Slide

Plural

De meeste vormen eindigen in het meervoud op -s. Dus plak een -s achter het woord.

parent - parents
star - stars
friend - friends
Plural

Eindigen op -sis klank is -es erachter. 

watch - watches
dish - dishes

Slide 3 - Slide

Plural

Eindigen op medeklinker + -y. De -y veranderd in -ies.

lady - ladies
story - stories
Plural

Eindigen op medeklinker + -o. Plak -es erachter.

potato - potatoes
tornado - tornadoes

Slide 4 - Slide

Plural

Eindigen op -f (klank). De -f veranderd in -ves. 

life - lives
leaf - leaves
Plural

Onregelmatig. (leer deze!)

child - children
foot - feet
mouse - mice
sheep - sheep
tooth - teeth

Slide 5 - Slide

Plural of:
A
tomatos
B
tomaten
C
tomato's
D
tomatoes

Slide 6 - Quiz

Plural of elf?
A
elfs
B
elvs
C
elfes
D
elves

Slide 7 - Quiz

Plural of
wolf?
A
wolves
B
wolfs
C
wolvs
D
wolfes

Slide 8 - Quiz

Plural of knive:
A
knife's
B
knifes
C
knives
D
kniven

Slide 9 - Quiz

Plural of Child:
A
child's
B
childs
C
kinderen
D
children

Slide 10 - Quiz

Plural of Mouse
A
mouses
B
mice
C
mices
D
mouse's

Slide 11 - Quiz

Plural of:
A
shoe
B
shoes
C
shoees
D
shoos

Slide 12 - Quiz

Plurals (= meervoud):
What is the plural of
baby?
A
babys
B
baby's
C
babies
D
babyes

Slide 13 - Quiz

Plural of puppy:
A
puppies
B
puppy's
C
puppys
D
puppen

Slide 14 - Quiz

Plural of
watch?
A
watchs
B
watches
C
watch's
D
watchis

Slide 15 - Quiz

Plural of
A
taxies
B
taxi's
C
taxis
D
taxie's

Slide 16 - Quiz

Ik snap de grammatica over de plurals en kan dit ook toepassen.
Ja,
Nee
Een beetje

Slide 17 - Poll

The future

Slide 18 - Slide

Present Simple 
er is sprake van een vast schema
the bus leaves in 5 minutes
Hele WW OF
he/she/it + ww + s
To be going to 
Plannen en intenties
Iemand een voorspelling doet en er bewijs is
I am going to clean my room today
am/is/are + going to + ww
Will
(won't)
beloftes / iets aanbieden/ voorspellingen zonder bewijs
I will not tell anyone
will (not) + ww

Slide 19 - Slide

Future tenses:
Wanneer gebruik je 'will'?
A
Spontane beslissing, beloftes en voorspellingen.
B
Als iets volgens een rooster verloopt.
C
Als je iets van plan bent.
D
Toekomstvoorspelling zonder bewijs.

Slide 20 - Quiz

Future tenses:
Wanneer gebruik je 'to be going to'?
A
Als je van plan bent iets te doen.
B
Als iets volgens vaste tijden verloopt.
C
In een vraagzin vooraan.
D
Als je iets belooft.

Slide 21 - Quiz

Future tenses:
Wanneer gebruik je de present simple?

A
Als je van plan bent iets te doen.
B
Als je iets beloofd of voorspelt.
C
Als iets volgens een schema/rooster verloopt.

Slide 22 - Quiz

Future tenses
"Can you help me?"
Yes, I __________.
A
am going to
B
will
C
won't
D
will not

Slide 23 - Quiz

Future tenses:
The plane ......... at six o'clock this evening.
A
is leaving
B
leaves

Slide 24 - Quiz

FUTURE WILL
FUTURE TO BE GOING TO
It will rain
It is going to rain
Will + hele werkwoord
to be + going to + hele werkwoord
Voorbedacht plan
Spontaan

Slide 25 - Drag question

FUTURE SIMPLE
FUTURE TO BE GOING TO
It will rain
It is going to rain
Will + hele werkwoord
to be + going to + hele werkwoord
Spontaan
Voorbedacht plan

Slide 26 - Drag question

Future: present simple
Future: will
Future: to be going to
Voorspelling met bewijs
Belofte
Plan zonder concrete afspraak 
Roosters, vertrektijden OV, starttijd films 
Voorspelling zonder bewijs

Slide 27 - Drag question

Use of future tenses 
timer
1:00
Een belofte of toezegging 
Een voorspelling waar geen of weinig bewijs voor is. 
Een voorspelling waar bewijs voor is. 
Een plan waar nog niets voor geregeld is. 
Future met will 
Future met going to

Slide 28 - Drag question

Ik begrijp de future :
😒🙁😐🙂😃

Slide 29 - Poll