What is LessonUp
Search
Channels
AI tools
Log in
Register
‹
Return to search
2025-05-20 - Week 21, les 2
2024-10-01
Nederlands
bij
Welkom
1 / 23
next
Slide 1:
Slide
Nederlands
Middelbare school
vmbo t, mavo
Leerjaar 1
This lesson contains
23 slides
, with
text slides
.
Lesson duration is:
75 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
2024-10-01
Nederlands
bij
Welkom
Slide 1 - Slide
2024-10-01
Strafwerk inleveren(?)
Slide 2 - Slide
2024-10-01
Wat gaan we doen?
Lezen in leesboek (15 minuten)
Uitleg (15 minuten)
Pauze (5 minuten)
Aan de slag!
Slide 3 - Slide
2024-10-01
Lezen
timer
15:00
Slide 4 - Slide
2024-10-01
Huiswerkcontrole!
Leg je werkboek open op
bladzijde 34
!
Slide 5 - Slide
2024-10-01
Persoonlijke voornaamwoorden
Slide 6 - Slide
2024-10-01
Persoonlijke voornaamwoorden
Een persoonlijk voornaamwoord verwijst naar
iemand
óf
iets
in het meervoud of enkelvoud.
Slide 7 - Slide
2024-10-01
Persoonlijke voornaamwoorden
Een persoonlijk voornaamwoord verwijst naar
iemand
óf
iets
in het meervoud of enkelvoud.
Ik
houd van chocola. Houden
jullie
ook van chocola?
Slide 8 - Slide
2024-10-01
Persoonlijke voornaamwoorden
Een persoonlijk voornaamwoord verwijst naar
iemand
óf
iets
in het meervoud of enkelvoud.
Ik
houd van chocola. Houden
jullie
ook van chocola?
Mijn vader is dol op koken. In het weekend staat
hij
uren in de keuken.
Wij
helpen
hem
daar vaak bij.
(iemand)
(iemand)
Slide 9 - Slide
2024-10-01
Persoonlijke voornaamwoorden
Een persoonlijk voornaamwoord verwijst naar
iemand
óf
iets
in het meervoud of enkelvoud.
Ik
houd van chocola. Houden
jullie
ook van chocola?
Mijn vader is dol op koken. In het weekend staat
hij
uren in de keuken.
Wij
helpen
hem
daar vaak bij.
(iemand)
(iemand)
(iemand)
(iemand)
(iemand)
Slide 10 - Slide
2024-10-01
Persoonlijke voornaamwoorden
Een persoonlijk voornaamwoord verwijst naar
iemand
óf
iets
in het meervoud of enkelvoud.
Heb je de nieuwe sneakers van Fenna gezien? Ik vind
ze
supermooi!
Slide 11 - Slide
2024-10-01
Persoonlijke voornaamwoorden
Een persoonlijk voornaamwoord verwijst naar
iemand
óf
iets
in het meervoud of enkelvoud.
Heb je de nieuwe sneakers van Fenna gezien? Ik vind
ze
supermooi!
(iets)
Slide 12 - Slide
2024-10-01
Persoonlijke voornaamwoorden
Een persoonlijk voornaamwoord verwijst naar
iemand
óf
iets
in het meervoud of enkelvoud.
Heb je de nieuwe sneakers van Fenna gezien? Ik vind
ze
supermooi!
Mag ik die nietmachine even? Ik heb
hem
nodig.
(iets)
Slide 13 - Slide
2024-10-01
Persoonlijke voornaamwoorden
Een persoonlijk voornaamwoord verwijst naar
iemand
óf
iets
in het meervoud of enkelvoud.
Heb je de nieuwe sneakers van Fenna gezien? Ik vind
ze
supermooi!
Mag ik die nietmachine even? Ik heb
hem
nodig.
(iets)
(iets)
Slide 14 - Slide
2024-10-01
Persoonlijke voornaamwoorden
Soms is een persoonlijk voornaamwoord het onderwerp:
Slide 15 - Slide
2024-10-01
Persoonlijke voornaamwoorden
Soms is een persoonlijk voornaamwoord het onderwerp:
Ik
heb zin in het weekend. Gaan
jullie
ook naar dat feest?
Slide 16 - Slide
2024-10-01
Persoonlijke voornaamwoorden
Soms is een persoonlijk voornaamwoord het onderwerp:
Ik
heb zin in het weekend. Gaan
jullie
ook naar dat feest?
Maar als het géén onderwerp is, dan staat het persoonlijk voornaamwoord meestal in een andere vorm:
Slide 17 - Slide
2024-10-01
Persoonlijke voornaamwoorden
Soms is een persoonlijk voornaamwoord het onderwerp:
Ik
heb zin in het weekend. Gaan
jullie
ook naar dat feest?
Maar als het géén onderwerp is, dan staat het persoonlijk voornaamwoord meestal in een andere vorm:
Ik ga samen met
hem
. Sara komt niet. We zullen
haar
missen.
Slide 18 - Slide
2024-10-01
Persoonlijke voornaamwoorden
Persoonlijk voornaamwoorden
onderwerp
:
ik
jij, je / u
hij / zij, ze / het
wij, we
jullie / u
zij, ze
Slide 19 - Slide
2024-10-01
Persoonlijke voornaamwoorden
Persoonlijk voornaamwoorden
onderwerp
:
ik
jij, je / u
hij / zij, ze / het
wij, we
jullie / u
zij, ze
Persoonlijk voornaamwoorden
géén onderwerp
:
mij, me
jou, je / u
hem / haar / het
ons
jullie / u
hun, hen, ze
Slide 20 - Slide
2024-10-01
Korte pauze
timer
5:00
Slide 21 - Slide
2024-10-01
Aan de slag met het huiswerk!
Wat?
(Af)Maken
Hoofdstuk
5.3
, opdr.
7 + 8 + 9 + 10
in je
werkboek
.
Hoofdstuk
5.7
, opdr.
3 + 5 + 6
in Talent Online.
Extra uitdaging?
5.7
, maak dan ook opdr.
4 + 7 + 8
.
Klaar?
Oefenen met de
dicteewoorden
en
schooltaalwoorden
.
Hoe?
In
stilte
!
🎵
Als je oortjes of een koptelefoon hebt, dan mag je muziek luisteren.
🎶
Snap je iets niet of is iets onduidelijk?
Steek dan je vinger op, dan help ik je!
Slide 22 - Slide
2024-10-01
Tot morgen!
Slide 23 - Slide
More lessons like this
Zinnen met hulpwerkwoorden (vrije tijd)
November 2024
-
72 slides
ANT2+
Middelbare school
vmbo lwoo
Leerjaar 1
TaalNT2
Creatief schrijven & spelling les 7: bezitsvormen
February 2023
-
23 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1
Verwijswoorden en flaptekst
January 2022
-
26 slides
Taal
Basisschool
Groep 8
Kidsweek in de Klas
Groep 5-6 | taal | persoonlijke voornaamwoorden
August 2025
-
18 slides
Nederlands
Taal
+2
Basisschool
Groep 5,6
TisTaal by Dutchily E.E.
Groep 5-6 | taal | persoonlijke voornaamwoorden
July 2025
-
17 slides
Nederlands
Taal
+2
Basisschool
Groep 5,6
TisTaal by Dutchily E.E.
Interrogative Pronouns
June 2022
-
17 slides
Engels
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
Groep 7-8 | taal | persoonlijke voornaamwoorden
August 2025
-
27 slides
Nederlands
Taal
+2
Basisschool
Groep 7,8
TisTaal by Dutchily E.E.
persoonlijk voornaamwoorden + o/lv/mv naamvallen M3
July 2025
-
18 slides
Duits
Middelbare school
vmbo t, vwo
Leerjaar 3