VT LJ1 week 7 studentenversie probleemgedrag

Module VT 
Maandag 10 januari
Week 7, deelopdracht C.

1 / 29
next
Slide 1: Slide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 1

This lesson contains 29 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 120 min

Items in this lesson

Module VT 
Maandag 10 januari
Week 7, deelopdracht C.

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Hoe was je vakantie en heb je nog voornemens voor 2022?

Slide 2 - Mind map

This item has no instructions

Les inhoud
8.45u- 10.30u
  • Terugblik eerste weken module VT (o.a. quiz vragen)
  • College probleem gedrag
  • Zelfstandig aan het werk

10.45u- 12.45u
  • College financiering en wetgeving 
  • Zelfstandig aan het werk

Extra optie:
  • E-learning probleemgedrag I
  • E-learning probleemgedrag II
  • Lees op www.zorgvoorbeter.nl, behandeling van probleemgedrag.



Slide 3 - Slide

Kort college over delier. 

Daarna kunnen jullie zelfstandig aan het werk met Opdracht opdracht 5 'psychische problemen' 
uit de verdieping deelopdracht C

Omvar een E-learning 
Lesdoelen
  • Je kunt probleem gedrag herkennen en benoemen
  • Je kan oorzaken van gedragsproblemen benoemen
  • Je kan handvatten benoemen die je kan gebruiken bij het omgaan met gedragsproblemen.

Slide 4 - Slide

This item has no instructions



Deelopdracht A: Van zelfstandig wonen naar revalidatie
  • Begeleiden en stimuleren bij het revalidatieproces
  • Naasten betrekken bij de revalidatie

Deelopdracht B: het bieden van thuiszorg
  •  Domotica
  •  Hulpmiddelen
  • professionele visie
  • Overbelaste mantelzorger


  


Deelopdracht C: Opname in het verpleeghuis
  • De opname
  • Het anamnesegesprek
  • Zelf- en samenredzaamheid
  • Vrijheidsbeperkende maatregelen
  • Psychische problemen

Deelopdracht D: Werken in het verpleeghuis
  • Psychogeriatrische problemen
  • Activiteit organiseren
  • Samenwerken met andere beroepsgroepen

Integratieve opdracht
Module VT

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Beschrijf de Geriatrische patiënt

Slide 7 - Open question

Door de toenemende en dubbele vergrijzing
van de bevolking vormen ouderen een aanzienlijk deel van de patiëntenpopulatie. Ruim 25%
van de patiënten die in het ziekenhuis worden
opgenomen, is 70 jaar of ouder
Geriatrische patiënt
  • Oudere zorgvrager,
  • Complex ziektebeeld (als gevolg van een veelvoud aan stoornissen in lichamelijke en geestelijke functies),
  • (vaak) Uiteen lopende ziekten
  •  (vaak) ontregelde sociale situatie

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Benoem de geriatrische reuzen
Er zijn er vijf.........

Slide 9 - Open question

This item has no instructions

Vijf stoornissen die de geriatrische reuzen worden genoemd
  • Gestoorde mobiliteit,
  • Gestoorde stabiliteit
  • Gestoorde communicatie
  • Psychische stoornissen
  • Incontinentie.

Slide 10 - Slide

Gestoorde mobiliteit,
Gestoorde stabiliteit (vooral duizeligheid en vallen),
gestoorde communicatie (vooral door slechte horen en zien),
psychische stoornissen (zoals depressie en dementie) en
incontinentie.
De term agnosie houdt in:
A
Moeite om woorden te vinden en problemen om zich uit te drukken met taal
B
Onvermogen om objecten te herkennen
C
Verminderd vermogen om motorische handelingen uit te voeren
D
Stoornissen in uitvoerende functies

Slide 11 - Quiz

Afasie: moeite om woorden te vinden en problemen om zich uit te drukken met taal
Apraxie: verminderd vermogen om motorische handelingen uit te voeren
Agnosie: onvermogen om objecten te herkennen
Stoornissen in uitvoerende functies : zoals rekenen, logisch nadenken, plannen
Het lichaam, geest en de sociale context van een mens zijn met elkaar verbonden en hebben invloed op elkaar. Dit past bij de....
A
Holistische mensvisie
B
Emancipatoire mensvisie
C
Traditionele medische visie
D
Verpleegkundige mensvisie

Slide 12 - Quiz

This item has no instructions

Revalideren doe je alleen in een revalidatiecentrum
A
Juist
B
Onjuist

Slide 13 - Quiz

This item has no instructions

Wat is het doel van revalidatie?
A
leren omgaan met de ziekte/beperking en zoveel mogelijk eigen regie bij de cliënt
B
hoge kwaliteit van leven zonder pijn
C
volledig genezen
D
mantelzorgers ontlasten

Slide 14 - Quiz

This item has no instructions

Bij afstemmen van zorg gaat het om.....
A
Samenwerking tussen verschillende professionals
B
Afstemmen van inhoud de zorg
C
Beide zijn juist

Slide 15 - Quiz

This item has no instructions

Wat is methodisch werken?
A
Verpleegkundige zorg afstemmen op behoefte en wens van de cliënt
B
Werken op basis van een cyclisch stappenplan
C
Werken volgens gezondheidspatronen van Gordon
D
Persoonsgericht werken, je bent gastvrij

Slide 16 - Quiz

This item has no instructions

Nu over naar.... Probleemgedrag

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Wat is volgens jouw probleemgedrag?

Slide 18 - Mind map

This item has no instructions

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Vormen probleemgedrag
  • Weglopen of dwalen
  • Steeds schreeuwen of roepen
  • Teruggetrokken gedrag vertonen
  • Angst
  • Onrust
  • Beschuldigen
  • Seksuele ongeremdheid

Slide 20 - Slide

Bij probleemgedrag wordt een onderscheid gemaakt tussen excessief gedrag en gedragstekorten. Bij excessief gedrag wordt een probleem ervaren doordat het gedrag te vaak, te langdurig of te hevig optreedt, zoals bijvoorbeeld geagiteerd gedrag. Bij gedragstekorten vormt juist de afwezigheid van gedrag het probleem zoals apathisch gedrag. Vaak wordt bij probleemgedrag al snel gedacht aan fysieke of verbale agressie. 

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

Slide 22 - Slide

Probleemgedrag kun je vergelijken met koorts. Het is een manier om aan te geven dat er sprake is van een ander probleem. Net zoals koorts aangeeft dat er iets met het lichaam aan de hand is. Probleemgedrag is soms voor de cliënt de enige manier om zich te uiten.

Koorts kun je behandelen met bijvoorbeeld paracetamol. Maar daarnaast moet je ook onderzoeken waar de koorts vandaan komt. Als een cliënt met probleemgedrag een direct gevaar vormt voor zichzelf of voor anderen, zul je ook het symptoom moeten bestrijden. Bijvoorbeeld door iemand tijdelijk apart te zetten. Maar net als bij koorts moet je verder zoeken: waar komt dit gedrag vandaan? Wat is er aan de hand? Een cliënt kan pijn hebben, maar niet in staat zijn dat aan te geven. Of een cliënt verveelt zich enorm zonder dat iemand dat doorheeft. Er kan ook sprake zijn van een psychiatrische stoornis, enzovoort. De aanpak van probleemgedrag moet dus gericht zijn op het onderliggende probleem en dat verschilt per cliënt.
Vervolg oorzaken gedragsproblemen
  • Biologische, 
  • Psychologische en 
  • Sociale en fysieke omgevingsfactoren.

Slide 23 - Slide

Probleemgedrag wordt bijna altijd veroorzaakt door meerdere factoren tegelijkertijd. Menselijk gedrag ontstaat door een ingewikkelde interactie van biologische, psychologische en sociale en fysieke omgevingsfactoren. Daarom is dé oorzaak van probleemgedrag meestal niet aan te wijzen en is er meestal niet één oplossing.


Context gebonden
  • Situatie afhankelijk
  • Kan te maken hebben met de omgeving.

Slide 24 - Slide

Probleemgedrag is contextgebonden. Dat wil zeggen: gedrag dat problematisch is in een bepaalde context, hoeft dat elders niet te zijn. In een thuissituatie kan zwerfgedrag problematisch zijn, maar in een instelling hoeft dat niet het geval te zijn, als iemand vrij en veilig naar buiten kan en binnen voldoende ruimte heeft.   
Hoe zou jij als zorgverlener omgaan met probleemgedrag?

Slide 25 - Mind map

This item has no instructions

Stappenplan probleemgedrag

Slide 26 - Slide

Stappenplan leidt je stapsgewijs door het cyclisch proces (methodisch werken=verpleegkundig proces) van signaleren en observeren van gedrag, het maken van een probleemanalyse, het formuleren van een behandeldoel, het kiezen van de daarbij passende interventies en tot slot de evaluatie.  
Waarin zou je probleemgedrag rapporteren?

Slide 27 - Mind map

This item has no instructions

Slide 28 - Slide

This item has no instructions

Vragen? Aan het werk
  • Zelfstandig aan het werk met deelopdracht C
  • Hoe staat het met de integratieve opdracht? Nog vragen?

Extra optie 1 E-learnings:
  • Probleemgedrag 1: https://www.free-learning.nl/modules/probleemgedrag/start.html
  • Probleemgedrag 2: https://www.free-learning.nl/modules/probleemgedragII/start.html

Extra optie 2
Lees op www.zorgvoorbeter.nl, behandeling van probleemgedrag.
Om 10.45u terug in de les!

Slide 29 - Slide

This item has no instructions