4 Basis grammatica 6.1 & 6.2

Klas 4 B grammatica
1 / 21
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 4

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Klas 4 B grammatica

Slide 1 - Slide

Doelen van deze les
We bespreken waarvoor je grammatica nodig hebt
We oefenen met het ontleden in zinsdelen
We maken afspraken voor de rest van de week
We blikken vooruit tot de kerstvakantie
We bekijken de leestoets

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Tot de kerstvakantie:
. herhaling + toetsing grammatica+ spelling
oefenen met leesvaardigheid
alvast oefenen met kijken en luisteren

Slide 4 - Slide

Wat weet je nog over grammatica van zinsdelen?

Slide 5 - Open question

Grammatica verdeelt zinnen in bouwstenen

Slide 6 - Slide

Ieder 
zinsdeel
geeft 
antwoord
op een 
vraag

Slide 7 - Slide

Morgen ga ik lopend naar het sportveld om te voetballen met vrienden.


Slide 8 - Slide

Je kunt een zin op verschillende manieren opbouwen.
Die verschillende bouwstenen zijn de zinsdelen.

Slide 9 - Slide

Volgorde voor het ontleden in zinsdelen
  1. Zoek en onderstreep de PV
  2. Verdeel de zin in zinsdelen en zet strepen
  3.  benoem het WG
  4. benoem het onderwerp (O)
  5. Benoem het lijdend voorwerp (LV)
  6. Benoem het meewerkend voorwerp (MV)
  7. benoem de bijwoordelijke bepaling(en)(BWB)

Slide 10 - Slide

Vindproef (vragen die je stelt)
  1. PV Maak een vraag van de zin, verander de tijd of het aantal
  2. Zinsdeelstrepen  Om alles wat voor de PV kan staan en bij elkaar hoort, verander de volgorde
  3. WG  Alle werkwoorden in de zin
  4. O Stel de vraag wie/wat + WG
  5. LV  Stel de vraag wie/ wat + WG + O   * 
  6. MV  Stel de vraag aan wie/voor wie + WG+O+ LV   * 
  7. BWB  Alle zinsdelen die over blijven  * 

Slide 11 - Slide

Max Verstappen wilde de gewonnen prijs meteen aan zijn monteurs geven.
1. Max Verstappen wilde de gewonnen prijs meteen aan zijn monteurs geven.
2. Max Verstappen / wilde/ de gewonnen prijs/ meteen/ aan zijn monteurs/ geven.
3. Max Verstappen / wilde/ de gewonnen prijs/ meteen/ aan zijn monteurs/ geven.
4. Max Verstappen / wilde/ de gewonnen prijs/ meteen/ aan zijn monteurs/ geven.
5.  Max Verstappen / wilde/ de gewonnen prijs/ meteen/ aan zijn monteurs/ geven.

Slide 12 - Slide

kijk ook op blz. 230 voor dit voorbeeld
6. Max Verstappen / wilde/ de gewonnen prijs/ meteen/ aan zijn monteurs/ geven.
7. Max Verstappen / wilde/ de gewonnen prijs/ meteen/ aan zijn monteurs/ geven.

Slide 13 - Slide

Zelf aan de slag!
Opdracht 1: Ontleed alle zinnen van tekst 1 (blz. 212)
Opdracht 2 blz. 213

Je mag overleggen, maar probeer voor jezelf te bepalen of je nog weet hoe dit moet. Je moet tenslotte ook zelf de toets maken.
timer
15:00

Slide 14 - Slide

Wat heb je nog nodig om grammatica van zinsdelen helemaal te begrijpen en te kunnen toepassen?

Slide 15 - Open question

Deze week:
  • Oefenen met grammatica zinsdelen
  • Oefenen met leesvaardigheid
  • Afronden grammatica zinsdelen óf doorgaan met grammatica woordsoorten
  • verder..... 

Slide 16 - Slide

De toets
Bekijk 'm goed
Stel je vragen
Tel de punten
Wil je er dieper op ingaan? 

Slide 17 - Slide

De leestoets...
A
is voor mij wel klaar zo
B
wil ik graag klassikaal bespreken
C
wil ik graag alleen met u bespreken
D
wil ik graag in een klein groepje bespreken

Slide 18 - Quiz

Doelen van deze les
We bespreken waarvoor je grammatica nodig hebt
We oefenen met het ontleden in zinsdelen
We maken afspraken voor de rest van de week
We blikken vooruit tot de kerstvakantie
We bekijken de leestoets

Slide 19 - Slide

Is het doel vandaag bereikt? Wat heb jij daar voor gedaan?

Slide 20 - Open question

Slide 21 - Slide