Paragraaf 3 Sparen en interen

programma
herhaling paragraaf 5.2
huiswerk nakijken 5.2 en rekentrainer 5.1 en 5.2
uitleg en maken 5.3
1 / 17
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

programma
herhaling paragraaf 5.2
huiswerk nakijken 5.2 en rekentrainer 5.1 en 5.2
uitleg en maken 5.3

Slide 1 - Slide

Opdracht

Schrijf voor jezelf op;
5 vaste lasten
5 incidentele lasten
5 duurzame goederen

Slide 2 - Slide

Contributie hockey
A
dagelijkse uitgaven
B
vaste lasten
C
incidentele uitgaven

Slide 3 - Quiz

Naar de bioscoop gaan is een voorbeeld van ....
A
Dagelijkse uitgaven
B
Vaste lasten
C
Incidentele uitgaven
D
Reserveringen

Slide 4 - Quiz

Reparatie van een computer?
A
dagelijkse uitgaven
B
incidentele uitgaven
C
vaste lasten

Slide 5 - Quiz

dagelijkse uitgaven
vaste lasten
incidentele uitgaven
Huishoudelijke uitgaven
huishoudelijke apparaten
huur of hypotheek

Slide 6 - Drag question

automatische incasso is

A
je krijgt vanzelf geld terug
B
De bank heeft geen toestemming nodig
C
steeds terugkerende bedragen als huur
D
je kunt maar 1x betalen

Slide 7 - Quiz

huiswerk nakijken
paragraaf 5.2 en rekentrainer 5.1 en 5.2

Slide 8 - Slide

paragraaf 3 sparen en interen
leerdoelen
Ik kan benoemen hoe je rond kunt komen van je geld.
Ik kan uitleggen hoe je een tekort kunt voorkomen.

Slide 9 - Slide

Budget

Slide 10 - Slide

Budget

Slide 11 - Mind map

Slide 12 - Video

Budget:
Een budget is de hoeveelheid geld die een persoon te besteden heeft. Hiervan moet je een bepaald soort uitgaven doen

Er zullen keuzes gemaakt moeten worden om binnen een budget te blijven.

Slide 13 - Slide

Gevolgen
Uitgaven < budget
- hou je geld over
- sparen

Uitgaven > budget
- teer je in om je spaargeld
- ontstaan er financiele problemen -> evt. lenen

Slide 14 - Slide

huiswerk
maken paragraaf 5.3 en rekentrainer 5.3

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Video

paragraaf 3 sparen en interen
leerdoelen
Ik kan benoemen hoe je rond kunt komen van je geld.
Ik kan uitleggen hoe je een tekort kunt voorkomen.

Slide 17 - Slide