Goederenrecht les 5: Verkrijging van goederen - overdracht

Goederenrecht les 5
Verkrijging van goederen - overdracht
1 / 22
next
Slide 1: Slide
GoederenrechtMBOStudiejaar 1

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Goederenrecht les 5
Verkrijging van goederen - overdracht

Slide 1 - Slide

Verkrijging van goederen (herhaling)
Eigenaar van een goed worden = verkrijging.
Koper = verkrijger
Verkoper = vervreemder 

Twee manieren van verkrijging:
1. verkrijging onder algemene titel (vorige week)
2. verkrijging onder bijzondere titel (deze week)

Slide 2 - Slide

Verkrijging onder algemene titel
Drie vormen van verkrijging (bij wet geregeld, zie art. 3:80 lid 2 BW). 

Bij verkrijging onder algemene titel gaan niet alleen de rechten, maar ook de plichten over. M.a.w.: alle bezittingen en schulden gaan van het ene vermogen over in het andere vermogen. 

Slide 3 - Slide

Verkrijging onder bijzondere titel
Bij verkrijging onder bijzondere titel gaat er een afzonderlijk goed over naar het vermogen van een ander persoon. Het gaat hierbij dus niet om het volledige vermogen dat van de een naar de ander gaat. 

Bijvoorbeeld: de koop van een auto, een fiets, kleding etc. 




Slide 4 - Slide

Voorbeeld
Tina verkoopt haar laptop. Teun is al een lange tijd op zoek naar een laptop en besluit die van Tina te kopen. Tussen Tina (vervreemder) en Teun (verkrijger) ontstaat een koopovereenkomst. Teun krijgt hierdoor alleen het recht van eigendom op deze laptop. Hij verkrijgt deze laptop onder bijzondere titel.

Teun heeft niets te maken met de rest van Tina's vermogen. Dit blijft bij/van haar. 

Slide 5 - Slide

Vormen van verkrijging onder bijzondere titel
Er zijn drie vormen van verkrijging onder bijzondere titel: 
a) overdracht
b) verjaring
c) onteigening

Dit is geregeld in art. 3:80 lid 3 BW. 

Slide 6 - Slide

a) Overdracht
Overdracht = aflevering. Bij overdracht willen beide partijen dat een goed overgaat naar de ander (dus dat de ander eigenaar wordt van dat goed). Art. 3:84 BW. 

Overdracht is de meest bekende vorm van verkrijging. 



Slide 7 - Slide

Overdracht (vervolg)
Drie eisen voor een geldige overdracht: 
- beschikkingsbevoegdheid 
- geldige titel
- levering 


Slide 8 - Slide

1. Beschikkingsbevoegdheid
Degene die het goed overdraagt, moet bevoegd zijn over het goed te beschikken. Deze persoon moet het recht zelf hebben om het goed over te kunnen dragen aan een ander. 

Een eigenaar is bevoegd om zijn goed over te dragen (eigendomsrecht). 

De lener, de huurder, de dief en de heler zijn NIET beschikkingsbevoegd. Zij hebben niet het recht om een goed over te dragen aan een ander. 


Slide 9 - Slide

2. Geldige titel 
= de juridische reden voor de overdracht (waarom wordt het goed overgedragen?) 

Bijv. omdat het goed verkocht/gekocht is. Dan is de geldige titel een koopovereenkomst. Een geldige titel kan ook een schenkingsovereenkomst of een ruilovereenkomst zijn. 

Slide 10 - Slide

3. Levering
Voor overdracht is tot slot levering vereist. Het goed moet daadwerkelijk aan de ander worden geleverd.

De wet bepaalt welke handeling(en) vereist zijn (afhankelijk van het te leveren goed):
  • onroerende zaken en andere registergoederen       via een notariële akte en inschrijving in het openbare register bij het Kadaster;
  • roerende zaken en niet-registergoederen        bezitsverschaffing. 

Slide 11 - Slide

Derdenbescherming 
Als een niet beschikkingsbevoegde een goed overdraagt, wordt niet voldaan aan de eisen van overdracht (eis 1 ontbreekt). En dan?

- in principe ongeldige overeenkomst         verkoper kan zijn goed opeisen
- MAAR koper (verkrijger) kan worden beschermd via derdenbescherming
- 'anders dan om niet' en te goeder trouw 
- uitzondering: diefstal 

Art. 3:86 BW. 

Slide 12 - Slide

b) Verjaring
Als iemand een aantal jaren onafgebroken zich heeft gedragen alsof hij eigenaar van een goed was, kan diegene door verjaring uiteindelijk toch eigenaar van dat goed worden. 

Afhankelijk van het soort goed hoe lang deze periode ('aantal jaren onafgebroken') moet duren. In principe:
- roerende zaken: 3 jaar (te goeder trouw)
- onroerende zaken: 10 jaar (te goeder trouw)
- te kwader trouw: 20 jaar (art. 3: 105 BW)

Slide 13 - Slide

c) Onteigening
Gedwongen overdracht van het eigendomsrecht van particulieren aan de overheid.

Voorbeeld: de gemeente wil een nieuwe weg aanleggen en heeft grond nodig. De gemeente kan de grond onteigenen (de grondeigenaar verliest het eigendomsrecht en de gemeente krijgt de eigendom). 
- Onteigeningsprocedure via de rechtbank
- Schadevergoedingsplicht! 


Slide 14 - Slide

Verkrijging onder bijzondere titel gaat over:
A
het gehele vermogen
B
een afzonderlijk goed
C
roerende zaken
D
onroerende zaken

Slide 15 - Quiz

Welke drie vormen van verkrijging onder bijzondere titel zijn er?

Slide 16 - Open question

Voor overdracht gelden drie eisen. Dat zijn: beschikkingsbevoegdheid, levering en...
A
erfopvolging
B
geldige titel
C
boedelmenging
D
bezitsverschaffing

Slide 17 - Quiz

Om een goed aan een ander te kunnen overdragen moet je het recht hebben dit goed over te kunnen dragen.
A
Waar, want alleen dan ben je beschikkingsbevoegd.
B
Niet waar, een ieder kan een goed aan een ander overdragen.
C
Soms wel, soms niet.

Slide 18 - Quiz

Ook al ben je te kwader trouw, door verjaring kan men toch eigenaar worden van een goed dat niet van hem is.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 19 - Quiz

Slide 20 - Slide

Opdrachten/huiswerk
Maak opdracht 8 en 9 (H10 Basisboek Juridisch)

Niet af? Huiswerk! 

Slide 21 - Slide

Afsluiting: wat hebben we geleerd?
  • Wat is verkrijging onder bijzondere titel?
  • Welke drie vormen van verkrijging onder bijzondere titel zijn er?
  • Welke eisen gelden er volgens de wet voor overdracht en wat houden ze in?  

Vragen?

Slide 22 - Slide