Engels week 2.7 schrijven

English
week 2.7
writing
1 / 20
next
Slide 1: Slide
EngelsMBOStudiejaar 3

This lesson contains 20 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

English
week 2.7
writing

Slide 1 - Slide

aims
after today's lesson:
- you know all about wordorder
- you have practiced on forms and creative writing

Slide 2 - Slide

programme
1. last week
2. wordorder
3. practice

Slide 3 - Slide

last week
1. past tenses (simple and present perfect)
2. 'write a message'

questions?

Slide 4 - Slide

grammar - wordorder
what do you know about wordorder in English?

Slide 5 - Slide

wordorder
SVO-language
Subject - Verb - Object
I (S) buy (V) a car (O)
I (S) could have bought (V) a car (O)

Slide 6 - Slide

wordorder
object: meewerkend voorwerp/lijdend voorwerp
mv: aan of voor wie je iets doet
lv: wat je doet

Slide 7 - Slide

wordorder
object: meewerkend voorwerp/lijdend voorwerp
mv: aan of voor wie je iets doet
lv: wat je doet
Ik kocht een bos bloemen voor mijn vrouw

Slide 8 - Slide

wordorder
object: meewerkend voorwerp/lijdend voorwerp
mv: aan of voor wie je iets doet
lv: wat je doet
Ik kocht een bos bloemen voor mijn vrouw
een bos bloemen = lv
voor mijn vrouw = mv

Slide 9 - Slide

wordorder
object: meewerkend voorwerp/lijdend voorwerp
mv: aan of voor wie je iets doet (indirect object)
lv: wat je doet (direct object)
Ik kocht een bos bloemen voor mijn vrouw
een bos bloemen = lv
voor mijn vrouw = mv
I bought my wife a bunch of flowers

Slide 10 - Slide

wordorder
Subject - Verb - Indirect Object - Direct Object
I (S) bought (V) my wife (IO) a bunch of flowers (DO)
She (S) made (V) me (IO) a cake (DO)
The hospital (S) didn't offer (V) her (IO) the job (DO)
but:
She (S) made (V) a cake (DO) for me (IO)
The hospital (S) didn't offer (V) the job (DO) to her (IO)

Slide 11 - Slide

wordorder
I bought my wife a bunch of flowers
-> how - where - when?

Slide 12 - Slide

wordorder
I bought my wife a bunch of flowers
-> how - where - when?

- how: with great pleasure
- where: at the florist's
- when: yesterday

Slide 13 - Slide

wordorder
I bought my wife a bunch of flowers
-> how - where - when?

at the end of the sentence

Slide 14 - Slide

wordorder
I bought my wife a bunch of flowers
-> how - where - when?

at the end of the sentence:

I bought my wife a bunch of flowers with great pleasure at the florist's yesterday

Slide 15 - Slide

wordorder
subject- verb - object - where - when
or:
wie doet wat waar wanneer

Slide 16 - Slide

questions?

Slide 17 - Slide

practice
1. fill in a form
I'll send you a link to form, fill it in

Slide 18 - Slide

practice 2
creative writing:
- watch an English movie
- write a diary-entry of one of the main characters
(1 day, about 150 - 200 words)
assignment and 'opdrachtdocument' on Cum Laude

Slide 19 - Slide

have a nice Christmas break
enjoy the holidays
stay safe
see you in 2 weeks

Slide 20 - Slide