Unidad 5 En la agencia de viajes

Periode 2
# Toets Unidad 5
# Presentatie in het Spaans
(deadline 05 februari)
1 / 17
next
Slide 1: Slide
SpaansMBOStudiejaar 1

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 120 min

Items in this lesson

Periode 2
# Toets Unidad 5
# Presentatie in het Spaans
(deadline 05 februari)

Slide 1 - Slide

Unidad 5
En la agencia de viajes

- vragen naar wensen van de klant
- informatie geven
- een reisaanbod doen

Slide 2 - Slide

vocabulario
el año = het jaar
el mes = de maand
la semana = de week
el día = de dag

Hacemos: ej 5.01 hasta 5.03 (p. 82)

Slide 3 - Slide

het bezittelijk voornaamwoord

Slide 4 - Slide

Even samengevat.......
  • Je kijkt naar het zelfstandig naamwoord wat achter het bezittelijk voornaamwoord staat. 
  • Is het zelfstandig naamwoord meervoud, dan is ook het bezittelijk voornaamwoord meervoud.
  • Bij nuestro/-s en vuestro/-s verandert het in nuestra/-s en vuestra/-s als het zelfstandig naamwoord wat erachter komt vrouwelijk is. 

Slide 5 - Slide

Vertaal deze zinnen naar het NL:
1. Nuestro viaje a Argentina reservamos en la agencia de viajes.
2. Me gusta la tranquilidad.
3. ¿Cuántos días quiere estar en España?
4. ¿Quién es su hijo?
5. ¿Cuándo sale vuestro avión?

Slide 6 - Slide

Oefen de woordjes
Klik HIER voor de woordenlijst van Unidad 5

Slide 7 - Slide

Vraagwoorden
Klik hier voor een filmpje met uitleg over de vraagwoorden in het Spaans (herhaling)

Slide 8 - Slide

Schrijf de getallen hieronder voluit in je schrift. 

 
4  ____________________________________________ 
44  ____________________________________________ 
444  ____________________________________________ 
4.444  ____________________________________________ 

Slide 9 - Slide

Schrijf uit in het Spaans:
7.568 euros

Slide 10 - Open question

otoño
descansar
het ticket
het verblijf
pasear

Slide 11 - Drag question

Slide 12 - Video

gustar

Slide 13 - Slide

Iets leuk vinden

Gustar:

- heeft twee vormen: gusta of gustan
- past zich aan aan het woord erachter
- heeft een meewerkend voorwerp

Bekijk hier een liedje

Slide 14 - Slide

Hoe zeg je:
1. Ik vind school interessant (interesar)
2. Wij vinden vliegtuigen interessant.(interesar)
3. Jij houdt van tomatensoep.(gustar)
4. Jullie houden van dansen.(gustar)
5. Zij houden van moderne steden.(gustar)

Slide 15 - Slide

leerstof Toets H5 (wo 27 januari)
- Dagen van de week / maanden van het jaar /jaargetijden (p. 79 en 80, oef 5.02)
- Vraagwoorden (p. 81+ 93, oef 5.03)
- Getallen, van het Spaans omzetten in een cijfer (p 82, 54,29, oef 5.04)
- Bezittelijk voornaamwoord kunnen invullen (p 84 , oef 5.06)
- Advertentie (p 87, oef 5.10)
- Reisbureau, zinnen in de grijze vlakken N/S pag. 78 m79 (p.90)
- Werkwoorden interesar/gustar kunnen vervoegen en in een zin kunnen toepassen (zie schema - Powerpoints en lessen in LessonUp)
Mucha suerte/succes!

Slide 16 - Slide

Los números


klik HIER voor een overzicht van de getallen 0 t/m 10.000
Los números


klik HIER voor een online oefening met de getallen

Slide 17 - Slide