Stroomsterkte

• Wetenschappelijk werk
• Secundair onderwijs

Vorige les 

-serieschakeling

-parallelschakeling

- gemengde schakeling

Stroomsterkte

1

2

3

Stroomsterkte is een...

1. Grootheid
2. Eenheid

Het symbool van stroomsterkte is ...

1. U
2. I
3. A
4. V

Stroomsterkte meten we met een ...

1. stroommeter
2. multimeter
3. voltmeter
4. ampèremeter

De eenheid van stroomsterkte is ...

1. Volt
2. Ampère
3. ampère
4. volt

Stroomsterkte meten

1

2

3

Gevolgen

• Kleine stroomsterkte - schok
• Grote stroomsterkte - spieren verkrampen
• Hele grote stroomsterkte - via spieren naar borstkas

Ampère

Naar hem zijn de SI-basiseenheid ampère en de wet van Ampère genoemd. Hij is een van de 72 Fransen wier namen op de Eiffeltoren gegrift staan.

Opdracht stroomsterkte

Wat zijn de 3 gebruiksregels om een ampèremeter te schakelen?

serieschakeling

parallelschakeling

It = I1 = I2 = ...

It = I1 + I2 + ...

In een ... is de stroomsterkte overal even groot.

In een ... is de stroomsterkte in de hoofdketen gelijk aan de som van de stroomsterktes in de vertakkingen.

Hoe groot is de stroomsterkte

door het middelste lampje?

Hoe groot is de stroomsterkte

door het middelste lampje?

Welke stroomsterkte meet ampèremeter 3?

Er staan 2 lampjes in serie geschakeld. De stroomsterkte gemeten door lampje 1, bedraagt 0,25A. Wat is de stroomsterkte gemeten door lampje 2?

Er staan drie lampjes parallel op een spanningsbron aangesloten. De spanningsbron levert een stroomsterkte van 0,5A. Twee lampjes zijn identiek. Door het derde lampje gaat een stroomsterkte van 0,2A. Bereken de stroomsterkte door één van de andere lampjes.

A. optreden

B. ontdekt worden

C. zin hebben om te 

Zet de regelbare spanningsbron op 6V of op 12V en zet hem terug uit.

Bouw de schakeling aan de hand van het tekenschema.  Hou rekening met de polariteit.

Laat de schakeling controleren door de leerkracht.

Voor de metingen uit.

Teken het tekenschema en duid bij alle componenten de plus- en de minpool aan.

Stap 1

Stap 2

Stap 3

Stap 4

Stap 5

Voer per 4 de BZL-opdrachten uit.

Hou rekening met de taakverdeling!

materiaalmeester/stiltemeester/gespreksleider/tijdsopnemer