7.1 de industriele revolutie

Hoofdstuk 7: De economische sprong van Europa
Programma vandaag:
  • korte introductie
  • Kapstok  h7
  • Aantekening 7.1
  • Verwerken 7.1
1 / 24
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Hoofdstuk 7: De economische sprong van Europa
Programma vandaag:
  • korte introductie
  • Kapstok  h7
  • Aantekening 7.1
  • Verwerken 7.1

Slide 1 - Slide

Kapstok: tijdvakken

Slide 2 - Slide

Kapstok: Kenmerkende aspecten


  1. De industriële revolutie die de basis legde voor de industriële samenleving
  2. De moderne vorm van imperialisme die verband hield met de industrialisatie
  3. De opkomst van politiek-maatschappelijke stromingen: liberalisme, nationalisme, socialisme, confessionalisme en feminisme


Slide 3 - Slide

Aantekening7.1: Industriële revolutie
  • Grote verandering in de samenleving:  van handmatig thuiswerken naar werken met machines in fabrieken.
  • Start in Engeland rond 1750

Slide 4 - Slide

Hoe kwam die verandering tot stand?

Engeland rond 1700:
  • Machtig land met een enorm groot rijk dat zich over de hele wereld uitstrekte.
  • Economie gaat groeien door:
  • opbrengsten van de landbouw stijgen
  • bevolking groeit snel
  • koloniën produceren goedkope grondstoffen
  • Gevolg: winsten uit handel en landbouw gebruiken om textielproductie te verbeteren.

Het Britse Rijk omstreeks 1700

Slide 5 - Slide

Verbetering textielproductie



  • 1733: Schietspoel -- sneller/meer  weven
  • 1764: Spinning Jenny -- sneller/meer spinnen
  • 1793: Cotton gin -- sneller/meer katoenproductie
  • Handmatige aangedreven



Slide 6 - Slide

Verbetering textielproductie
  • Overgang naar fabrieken door uitvinding Waterframe en Stoommachine 

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

van kleinschalige handmatige productie in de huisnijverheid...
... naar grootschalige machinale productie in fabrieken

Slide 10 - Slide

 Gevolgen I.R.
  • Lees: Gevolgen van de rest van de economie (blz. 155) en schrijf 3 gevolgen op.
  • groei van mijnbouw en ijzerindustrie
  • Infrastructuur wordt verbeterd door het aanleggen van spoorwegen en kanalen.
  • Sociale gevolgen: ontstaan arbeidersklasse. Zij werkten en woonden in zeer slechte omstandigheden.

Slide 11 - Slide

  • Ontstaan van modern kapitalisme 
  • Het maken van goederen en leveren van diensten met als doel zoveel mogelijk winst te maken. 
  • Anders dan het daarvoor: handelskapitalisme
  • Passend bij ontstaan van Economisch liberalisme (Adam Smith)
  • economisch systeem waarbij de overheid zich zo min mogelijk bemoeit met de economie.

Slide 12 - Slide

Controle vragen

  • Maak de controlevragen en laat deze checken - 5 min
  • Oefenen examenvragen - in tweetallen

Slide 13 - Slide

In welk land begon de industriële revolutie?
A
Belgie
B
Nederland
C
Engeland
D
Amerika

Slide 14 - Quiz

De grote verandering waarbij huisnijverheid vervangen wordt door productie in fabrieken en veel mensen in fabrieken gaan werken noem je de........
A
Industriële revolutie
B
Agrarische revolutie
C
Demografische revolutie
D
industriesector

Slide 15 - Quiz

De industriele revolutie begon in Engeland omdat
A
Daar de meeste fabrieken waren
B
zij beschikten over grondstoffen
C
De Engelsen fabrieken stichtten in kolonien
D
er te weinig mensen op het platteland leefden

Slide 16 - Quiz

In welke beroepen begon de Industriele revolutie?

A
Handel en Nijverheid
B
Handel en Landbouw
C
Landbouw en textiel
D
Textiel en handel

Slide 17 - Quiz

Welk begrip past bij de afbeelding
A
Industrialisatie
B
fabriek
C
huisnijverheid
D
massaproductie

Slide 18 - Quiz

Bij massaproductie gaat het om:
A
de grote groep mensen tevreden te houden
B
kleine hoeveelheden van hetzelfde product maken
C
grote hoeveelheden van hetzelfde product maken
D
grote hoeveelheden van meerdere producten maken

Slide 19 - Quiz

De stoommachine werd als eerste ingezet in de:
A
Mijnbouw
B
Textielindustrie
C
Vliegtuigbouw
D
Autoindustrie

Slide 20 - Quiz


Spinning Jenny
1764



  • Als je sneller kunt weven, heb je ook meer draad nodig.
  • Met de Spinning Jenny van James Hargreaves kon je 8 en later 16 draden tegelijk spinnen




Slide 21 - Slide


Cotton Gin
1793



  • Omdat het spinnen en weven veel sneller ging was er ook meer katoen nodig.
  • Om de zaden sneller uit katoenpluizen te halen vond de Amerikaan Eli Whitney de Cotton Gin uit ("Katoen motor"). 
  • Slavernij neemt toe: er zijn veel meer slaven nodig om de katoen te plukken...




Slide 22 - Slide


Stoommachine
rond 1764 




  • De eerste werkende stoommachine van de Industriële Revolutie was die van Thomas Newcomen rond 1705
  • Pas door de verbeteringen van James Watt kon de stoomachine pas echt worden ingezet




De Engelsman James Watt voerde een aantal belangrijke veranderingen door in Newcomen's stoommachine waardoor het gebruik en de inzet makkelijker werden.

Slide 23 - Slide

van kleinschalige handmatige productie in de huisnijverheid...
... naar grootschalige machinale productie in fabrieken

Slide 24 - Slide