Klas 2 alle grammatica voor het proefwerk

 haben en sein
pers. vnw
haben = hebben
sein = zijn
ich
habe
bin
du
hast
bist
er/sie/es
hat
ist
wir
haben
sind
ihr
habt
seid
sie/Sie
haben
sind
1 / 10
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

This lesson contains 10 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 80 min

Items in this lesson

 haben en sein
pers. vnw
haben = hebben
sein = zijn
ich
habe
bin
du
hast
bist
er/sie/es
hat
ist
wir
haben
sind
ihr
habt
seid
sie/Sie
haben
sind

Slide 1 - Slide

 Regelmatige werkwoorden 
pers. 
ich
du
er/sie/es
wir
ihr
sie/Sie
standaard
e
st
t
en
t
en
d/t
e
est
et
en
et
en

Slide 2 - Slide

formules voor de voltooid deelwoorden 
standaard:    ge + stam + t 
  
stam op d/t:   ge + stam + et    


Slide 3 - Slide

Modale hulpwerkwoorden

Slide 4 - Slide

Getallen t/m 30

Slide 5 - Slide

Vraagwoorden 

Slide 6 - Slide

Neem de aantekening over :)
Uhr
uur
halb
half
Minuten
minuten
Viertel vor
kwart voor
Viertel nach
kwart over
vor 
voor
nach
over

Slide 7 - Slide

im/am/um
im = in de/het
am= op de/het
um= om
maanden van het jaar
dagen van de week
kloktijden
seizoenen 
"Wochenende"

Slide 8 - Slide

DER schema 
M
V
O
MV
1e 
der
die
das
die
4e
den
die
das
die
4e naamval: 
durch, für, ohne, um, bis , gegen, entlang 

Slide 9 - Slide

EIN schema 
M
V
O
MV
1e 
ein
eine
ein
eine
4e
einen
eine
ein
eine
4e naamval: 
durch, für, ohne, um, bis , gegen, entlang 

Slide 10 - Slide