2022_week39_1v_Wiederholung Schwache Verben und haben & sein

1 / 19
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

This lesson contains 19 slides, with text slides and 1 video.

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Du hast 3 min für:


Je hebt 3 min om: 

  • jas uit

  • mobiel in je tas staat op stil
  • laptop gesloten op tafel
  • boek/schrift/pen op tafel
timer
3:00
  • Als de timer is gestopt zie ik iedereen in stilte bezig met de opdracht die op het bord staat.

Slide 3 - Slide

Schreibe die Wörter in dein Heft.
timer
5:00

Slide 4 - Slide

Was machen wir heute?
  • Wörter in dein Heft


  • Schwache Verben wiederholen
  • haben & sein
  • Personalpronomen
  • Aussprache
  • An die Arbeit
  • Abschluss

Slide 5 - Slide

Lernziel
  • am Ende der Stunde kannst die Endungen für die Schwache Verben pro Personalpronomen benennen dadurch, dass du Aufgaben gemacht hast.
  • am Ende der Stunde kannst du für mindestens drei Personalpronomen die Form von haben oder sein benennen dadurch, dass du Aufgaben machst.  


Slide 6 - Slide

Wörter abfragen

Slide 7 - Slide

Aufgabe 7, Seite 12

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Schreib in dein Heft
ich
du
er/sie/es
wir
ihr
sie/Sie
voltooid deelwoord
haben (hebben)
habe
hast
hat
haben
habt
haben
gehabt
sein (zijn)
bin
bist
ist
sind
seid
sind
gewesen

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Video

Höraufgabe Seite 15-16
Fragment 1.1 - 1.4

Slide 13 - Slide

An die Arbeit
Machen: 
Aufgabe 10, 11 auf Seite 13
Aufgabe 12, Seite 14


Wie? In stilte

Fertig? Aufgabe 1, Seite 15


timer
10:00

Slide 14 - Slide

Lernziel

Slide 15 - Slide

Abschluss
Niet inpakken - luisteren - ik sluit de les af
  • na mijn startsignaal: inpakken
  • zitten blijven tot de bel gaat- stil

  • dan: klaar :)

Slide 16 - Slide

Hausaufgaben
Machen: 
Aufgabe 10, 11 auf Seite 13
Aufgabe 12, Seite 14
Aufgabe 1, Seite 15

Lernen: Wörter Lektion 2, Seite 48

Slide 17 - Slide

Tschüss 😁
Tschüss und bis Morgen!!

Slide 18 - Slide

Termine 1v1
  1. Opdrachten tijdens de les zoveel mogelijk maken.
  2. Plezier tijdens de les afwisselen met spelvormen.
  3. Naar elkaar luisteren als  er iemand aan het woord is.
  4. Aardig zijn voor elkaar. Niet uitlachen, geen spullen van elkaar pakken. Elkaar in de waarde laten.
  5. Samenwerken soms stil werken.
  6. Je best doen.
  7. goed opletten.
  8. Pas inpakken als de docent dat zegt.
  9. Blijft zitten totdat de bel gaat.

Slide 19 - Slide