What is LessonUp
Search
Channels
AI tools
Beta
Log in
Register
‹
Return to search
NT2 A2 woordvolgorde, tijd plaats, vraagzinnen
Woordvolgorde
Leerdoel:
Aan het einde van de les begrijp je de woordvolgorde in de Nederlandse zin
Aan het einde van de les begrijp je de woordvolgorde bij een vraagzin.
1 / 21
next
Slide 1:
Slide
NT2
ISK
This lesson contains
21 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Lesson duration is:
30 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Woordvolgorde
Leerdoel:
Aan het einde van de les begrijp je de woordvolgorde in de Nederlandse zin
Aan het einde van de les begrijp je de woordvolgorde bij een vraagzin.
Slide 1 - Slide
Wat weet je al over de woordvolgorde in de Nederlandse zin?
Slide 2 - Mind map
Waar bestaat een zin uit?
1. onderwerp (ik, jij, hij of zij, u, wij, jullie, zij)
2. werkwoord (lopen, slapen, spelen, leren, betalen...)
3. de rest van de zin
Slide 3 - Slide
Onderwerp
Wie of Wat?
Het onderwerp staat
vooraan
in de zin
Mohammed, Piet, de hond, de leraar, de mensen, de politie, etc.
Mohammed
speelt altijd gitaar.
Slide 4 - Slide
Werkwoord
Het werkwoord is het doe-woord in de zin. Het geeft aan wat er gebeurt of wat de persoon of het ding doet.
Een werkwoord:
1. is een doe-woord
2. eindigt vaak op -en
3. verandert als het onderwerp verandert
Slide 5 - Slide
Rest van de zin
Waar, hoe, wanneer of met wie gebeurt het?
Bijvoorbeeld:
Mohammed voetbalt zaterdags bij blauw-zwart.
Mijn moeder kookt elke avond in het restaurant.
Mijn moeder kookt vanavond thuis.
Slide 6 - Slide
De woordvolgorde in een zin
1. Persoon
2. Werkwoord
3. Rest van de zin
Hij
fietst
naar school.
Slide 7 - Slide
Langere zinnen maken
Hoofdzinnen in het Nederlands.
Ik ga zaterdag sporten.
Hij gaat zaterdag sporten.
Ziad wil koffie drinken.
Floor kan heel goed voetballen.
Slide 8 - Slide
wie/
werkwoord
tijd
wie/
plaats
wat wat
Ik
oefen
zaterdag
mijn dictee
in Roosendaal.
Hij
doet
vandaag
een brief
in de bus.
Wij
maken
zondag
een taart
bij jou thuis.
Jan
eet
vanavond
pizza
thuis.
Zij
kopen
straks
bloemen
in de stad.
Ali
kookt
om 6 uur
soep
in de keuken.
Jullie
leren
nu
taal
op school.
Slide 9 - Slide
vraagwoorden
Slide 10 - Slide
De woordvolgorde bij een vraagzin met een vraagwoord
1. Vraagwoord
2. Werkwoord
3.
Persoon
4. Extra informatie
Wanneer
fietst
hij
naar school?
Slide 11 - Slide
De woordvolgorde bij een vraagzin
1. Werkwoord
2. Persoon
3. Extra informatie
Fietst
hij
naar school?
Slide 12 - Slide
Dus...
1.
Wie?
Ik/jij/de/de jongen/de klas/jullie/wij.....
2.
Doet?
Gaat/speel/pakken/slapen/lopen
(het werkwoord)
3.
Wanneer?
Morgen/vandaag/elke dag/'s morgens
4.
Wat?
huiswerk/ mijn lunch/ de fiets
5.
Waar?
Naar school/in bed/op straat/naar gym
Slide 13 - Slide
Wat is goed?
A
Meisje het eet een appel.
B
Het meisje zij eet een appel.
C
Het meisje eet een appel.
D
Eet een appel het meisje
Slide 14 - Quiz
Zet in de goede volgorde:
Voorschoten-in-Moniek-speelt-volleybal
Slide 15 - Open question
Maak de goede zin:
elke dag-Gedion-patat-eet
Slide 16 - Open question
Maak de zin:
gooit-de bal- Sylvia- naar Aylyan
Slide 17 - Open question
Maak nu zelf een goede zin.
Slide 18 - Open question
Een hoofdzin kennen we al:
Het
werkwoord
staat hierin altijd op de
tweede
plaats:
1
2
3
Hij
sport
op zaterdag
Maar je kunt ook zinnen maken met 2 werkwoorden ->
Slide 19 - Slide
1 wie/wa
t
2a 1e werkwoord
3 rest
2b 2e werkwoord
Ik
ga
zaterdag
sporten.
Hij
gaat
dinsdag
tennissen.
Wij
gaan
zondag
voetballen.
Jan
wil
rijst
eten.
Mijn ouders
willen
naar Meppe
l
komen.
Daniëlle
kan
niet zo goed
koken.
Jullie
kunnen
heel goed
volleyballen.
Het 2e werkwoord staat altijd
aan het
einde vd zin
.
Het 2e werkwoord is altijd het
hele werkwoord
.
Slide 20 - Slide
Maak een
zin met
twee
werk-woorden
Slide 21 - Slide
More lessons like this
zinsvolgorde en inversie
March 2025
- Lesson with
37 slides
NT2
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
NT2 A2 woordvolgorde, tijd plaats, vraagzinnen
March 2024
- Lesson with
36 slides
NT2
ISK
NT2 A2 woordvolgorde, tijd plaats, vraagzinnen
23 days ago
- Lesson with
47 slides
NT2
ISK
Woordvolgorde
January 2022
- Lesson with
25 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 1
Woordvolgorde
May 2023
- Lesson with
26 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 1
thema 8 vrije tijd
October 2023
- Lesson with
14 slides
NT2
MBO
Studiejaar 1
Vraagwoorden: woordvolgorde
January 2025
- Lesson with
14 slides
NT2
Middelbare school
vmbo lwoo
Leerjaar 1
Dossieropdracht 4 Vraagwoorden: woordvolgorde
June 2022
- Lesson with
17 slides
NT2
Middelbare school
vmbo lwoo
Leerjaar 1