UITLEG INDEFINIDO

Hola! Buenos días!
1 / 24
next
Slide 1: Slide
SpaansMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Hola! Buenos días!

Slide 1 - Slide

Lesdoel
Aan het einde van de les:
- kennen jullie een nieuwe verleden tijd + het gebruik
- kennen jullie de regelmatige vervoegingen op -AR/-ER-IR
- kunnen jullie zelf zinnen maken met de indefinido 

Slide 2 - Slide

Even een terugblik...
*De presente perfecto

Slide 3 - Slide

Je gebruikt de presente perfecto bij: 
  • gebeurtenissen uit het verleden die te maken hebben met het heden 
  • gebeurtenissen uit het verleden zonder concreet tijdstip 
De signaalwoorden die bij de presente perfecto horen zijn: 
  • hoy = vandaag 
  • esta semana = deze week 
  • este año = dit jaar 
  • alguna vez = ooit 
  • todavía no = nog niet
  • ya = al 
  • muchas veces = vaak 
  • no = niet 
  • nunca = nooit 

Slide 4 - Slide

¿Cuándo se usa el pretérito perfecto?

Slide 5 - Slide

Hoe vorm ik de 
Perfecto?

Slide 6 - Slide

Indefinido en perfecto
Signaalwoorden!

Slide 7 - Slide


Waarvoor wordt indefinido gebruikt? 

Slide 8 - Slide

Het gebruik van de Indefinido:
In het NL's kennen we het als: ik at, jij ging, ik las, jij belde etc. 

De indefinido gebruik je:
1. bij een afgesloten handeling op een bepaald moment in het verleden.
2. bij opeenvolgende handelingen in het verleden
Gisteren belde ik mijn moeder / Ayer llamé a mi madre.

Slide 9 - Slide

Uitleg indefinido
- Pak je boek op blz. 101  (opdr. d) erbij
- Kijk eens naar de werkwoorden op -er en -ir.
- Wat valt je op? 

Slide 10 - Slide

Verleden tijd: indefinido
hablar
comer
escribir
yo
hablé
comí
escribí
hablaste
comiste
escribiste
él/ella/usted
habló
com
escrib
nosotros
hablamos
comimos
escribimos
vosotros
hablasteis
comisteis
escribisteis
ellos/ellas/ustedes
hablaron
comieron
escribieron

Slide 11 - Slide

Werkwoorden op -ER
stap 1: Stam
Stap 2: -ER
Stap 3: Uitgangen
-iste
-ió
-imos
-isteis
-ieron
Werkwoorden op -IR
stap 1: Stam
Stap 2: -IR
Stap 3: Uitgangen
-iste
-ió
-imos
-isteis
-ieron

Slide 12 - Slide

Tijdsaanduidingen indefinido

Slide 13 - Slide

Ejemplos
  • Hoy he visitado mis abuelos. 
     Vandaag heb ik mijn opa en oma bezocht. 
  • Ayer visité mis abuelos. 
     Gisteren heb ik mijn opa en oma bezocht.
  • La semana pasada estudié mucho.
    Vorige week heb ik veel gestudeerd. 
  • Esta semana he estudiado mucho.
     Deze week heb ik veel gestudeerd.

Slide 14 - Slide

Indefinido
Regelmatig

Slide 15 - Slide

Wat is de indefinido?
A
De verleden tijd
B
De toekomende tijd
C
De tegenwoordige tijd
D
Het zelfstandig naamwoord

Slide 16 - Quiz

Voor gebeurtenissen die op een bepaald moment in het verleden plaatsvonden gebruik je de .....
A
Presente
B
Presente perfecto
C
Pretérito indefinido
D
Pretérito imperfecto

Slide 17 - Quiz

indefinido: (usted) comer
A
comió
B
comó

Slide 18 - Quiz

Vervoeg in de INDEFINIDO:
Yo ...
A
bebí
B
bebo
C
bebio
D
bebe

Slide 19 - Quiz

Indefinido:
hablar - yo

Slide 20 - Open question

Vervoeg in de indefinido:
Yo ....
A
cená
B
cenaste
C
cené
D
cenamos

Slide 21 - Quiz

Vervoeg in de indefinido:
Yo ....
A
compro
B
compré
C
compraste
D
compró

Slide 22 - Quiz

Ik snap het gebruik van de indefinido en herken de regelmatige vervoegingen.
😒🙁😐🙂😃

Slide 23 - Poll

Schrijf 5 zinnen op met een vorm van de indefinido én een marcador temporal. Kijk naar blz 106 links onder.

Slide 24 - Slide