10.1 Het zenuwstelsel

Vandaag
H10.1
H10.2
Scheikunde: H4.1

1 / 17
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo g, tLeerjaar 4

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 25 min

Items in this lesson

Vandaag
H10.1
H10.2
Scheikunde: H4.1

Slide 1 - Slide

BS 1: Het zenuwstelsel

Slide 2 - Slide

Presentaties
Groep1: Yern, Sem, Remko, Ruben, Sander, Hjalmar (04-03)
Groep2: Erin, Floortje, Kaylee, Thirza, Lotte, Alex, Le, D'elana, Shu-Yin (11-03)
Groep3: Terra, Eline, Femke, Yara, Lisa, Noor (18-03)

Slide 3 - Slide

Leerdoelen

* Je Kunt de delen en de functies van het zenuwstelsel  
   noemen.

Begrippen: Het centrale zenuwstelsel, zenuwen, impulsen

Slide 4 - Slide

Voorbeeld
Geluid komt je oren binnen. 
Zintuigcellen in je oren sturen vervolgens informatie naar je hersenen.
Daar word je je bewust van wat je hoort:
Het is je beste vriend die 'hoi!' roept.

Slide 5 - Slide

Prikkels
Een prikkel is een invloed uit het milieu op een organisme. Je zintuigen reageren hierop door Impulsen aan te maken.

- Inwendige prikkels
- Uitwendige prikkels 

Slide 6 - Slide

Prikkels en impulsen

  Prikkel = invloed uit omgeving


Impuls = stroom in zenuwcel

Slide 7 - Slide

Prikkels en impulsen
prikkels         zintuigen         impulsen        hersenen        reactie



Slide 8 - Slide

Het zenuwstelsel
Het zenuwstelsel bestaat uit het 
centrale zenuwstelsel en zenuwen.

* Centrale zenuwstelsel:
   Grote hersenen, kleine hersenen, hersenstam
   en het ruggenmerg 
* Zenuwen: verbinden het centrale 
   zenuwstelsel met alle lichaamsdelen zoals
   je zintuigen en je spieren

Slide 9 - Slide

Werking van het zenuwstelsel
Het zenuwstelsel verwerkt impulsen die afkomstig zijn van zintuigen. 

Het zenuwstelsel regelt de werking van spieren en klieren.

Slide 10 - Slide

In stappen...
  1. Zintuig reageert op een prikkel uit de omgeving.
  2. De zintuigcellen in een zintuig maken impulsen.
  3. Impulsen worden doorgegeven aan een zenuw.
  4. Via het ruggenmerg komen de impulsen in de hersenen.
  5. In de hersenen ontstaan nieuwe impulsen.
  6. Deze impulsen gaan via zenuwen naar de spieren.
  7. De spieren reageren.

Slide 11 - Slide

Huiswerk
Opdracht 1 t/m 6
behalve samenvatting

Slide 12 - Slide

Het zenuwstelsel bestaat uit het centrale zenuwstelsel en uit zenuwen
A
Juist
B
Onjuist

Slide 13 - Quiz

Wat is het centrale zenuwstelsel?
A
grote hersenen + kleine hersenen + hersenstam + ruggenmerg
B
grote hersenen + kleine hersenen + hersenstam
C
Grote hersenen + kleine hersenen
D
Grote hersenen

Slide 14 - Quiz

Welk onderdeel van het zenuwstelsel is geen onderdeel van het centraal zenuwstelsel
A
Ruggenmerg
B
Grote hersenen
C
Hersenstam
D
Zenuwen

Slide 15 - Quiz

Doel en doen

* Je Kunt de delen en de functies van het zenuwstelsel  
   noemen.

Maken: opdr. 1 t/m 7

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Video