leerjaar 2 H5 grammatica: vergelijken

Welkom!
Doe je jas uit, tas van tafel.
Log in bij Lessonup. Pak je boek, schrift, mapje , leesboek en een pen.
Wees stil, dan kunnen we beginnen.

Pak je leesboek. We beginnen met 10 minuten stillezen.



timer
10:00
1 / 14
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Welkom!
Doe je jas uit, tas van tafel.
Log in bij Lessonup. Pak je boek, schrift, mapje , leesboek en een pen.
Wees stil, dan kunnen we beginnen.

Pak je leesboek. We beginnen met 10 minuten stillezen.



timer
10:00

Slide 1 - Slide

Lesdoelen
  • Ik kan de trappen van vergelijking gebruiken met de woorden als en dan.
  • Ik kan moeilijke woorden met -i en -ie spellen.


Slide 2 - Slide

  • Schrijven van je mening.
Vorige les

Slide 3 - Slide

Welke gerechten vind je lekker? Welke komt op 1, 2 en welke op 3?

Slide 4 - Open question

Trappen van vergelijking
Als je twee dingen met elkaar wilt vergelijken, dan gebruik je vaak de trappen van vergelijking en de woordjes als en dan.

Slide 5 - Slide

Trappen van vergelijking
Er zijn drie trappen: de stellende trap, de vergrotende trap en de overtreffende trap. Meestal zet je in de vergrotende trap -er achter het woord en in de overtreffende trap -st achter het woord. Soms verandert het woord helemaal.

Graag?

Slide 6 - Slide

Als of dan?
Na de stellende trap gebruik je het woordje als. Vaak gebruik je ook de woorden even of (net) zo. Bijvoorbeeld:
– Mijn moeder kan net zo snel fietsen als ik.
Na de vergrotende trap gebruik je het woordje dan. Bijvoorbeeld:
– Mijn vader kan sneller fietsen dan ik.

Slide 7 - Slide

Kies de juiste woorden in de zinnen.
H5, TV: opdr. 3 (blz. 143)
timer
5:00

Slide 8 - Slide



Wat?
  • H5 TV: opdr. 1,2 en 4.

Hoe?
  • Boek blz. 143.
  • Online > planning

Klaar? 
  • Lezen in je leesboek
  • Werken aan je schrijfdossier
  • Numo



Heb je hulp nodig?
Kijk eerst naar het stoplicht.
 


Rood? Stil. 
Stel je vraag aan de docent (alleen als je echt niet verder kunt).
Geel? Fluisterniveau. 
Vraag diegene naast je.
Groen? Fluisterniveau. 
Vraag diegene naast je of de docent.

Aan het werk
timer
15:00

Slide 9 - Slide

Opdracht 2 blz. 143.
Luister goed naar elkaar.


Bespreken

Slide 10 - Slide




Na deze les...

  • Kan ik de trappen van vergelijking gebruiken met de woorden als en dan.
  • Kan ik moeilijke woorden met -i en -ie spellen.
Doel

Slide 11 - Slide

Ik weet nu wanneer ik als of dan gebruik.
😒🙁😐🙂😃

Slide 12 - Poll

Wat vind je nog lastig?

Slide 13 - Open question

Huiswerk
  • Opdrachten afmaken die je nog niet af had.
  • Leesboek mee!



Slide 14 - Slide