Geriatrische zorgvrager

Geriatrische zorgvrager
1 / 16
next
Slide 1: Slide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 1

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Geriatrische zorgvrager

Slide 1 - Slide

Lesdoelen
  • Je kunt in eigen woorden uitleggen wat kenmerken zijn van een geriatrische zorgvrager.
  • Je kent de term multimorbiditeit en kunt 2 voorbeelden geven.
  • Je bent je bewust geworden dat een geriatrische zorgvrager zich bij klachten anders kan uiten. 

Slide 2 - Slide

opdracht
ziektebeeld per groepje uitwerken en in week 3 presenteren
doel: multi morbiditeit inzichtelijk krijgen bij de geriatrische zorgvrager

Slide 3 - Slide

verschillende doelgroepen
biedt verpleging en verzorging aan mensen met een somatische of psychogeriatrische zorgvraag.
 
  • Bij psychogeriatrie (PG) moet je denken aan ouderen met dementie, bijvoorbeeld als gevolg van Alzheimer. 
  • Somatische zorg is voor mensen met een chronische lichamelijke aandoening, zoals de ziekte van Parkinson, een chronische longziekte (COPD) of een beroerte (CVA).

Slide 4 - Slide

Waar denk jij aan bij het woord:
Geriatrische zorgvrager

Slide 5 - Mind map

Geriatrische zorgvrager
Ouderen op hoge leeftijd (vaak 70+) die te maken krijgen met;
  • Beperkingen/verlies van functie
  • Toegenomen kwetsbaarheid
  • Meerdere chronische aandoeningen (>1jaar) (Multimorbiditeit)
  • Gebruik van meerdere medicijnen (Polyfarmacie)

Slide 6 - Slide

Veroudering
Het menselijk lichaam veranderd naar mate je ouder wordt.

Maar wat, en hoe?
Hoe komt het dat we ziektes krijgen als we ouder worden?

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Video

Ziektes
Doordat het menselijk lichaam ouder wordt, loop je ook risico op het krijgen van ziektes.

Wanneer een zorgvrager 2 of meer ziektes (langer dan 1 jaar) tegelijk heeft, is er sprake van multimorbiditeit.

Een voorbeeld: Het krijgen van een hoge bloeddruk (hypertensie) door dat de vaten stugger worden.

Slide 9 - Slide

Mictieproblemen bij ouderen
Eén op de drie ouderen heeft moeite met de controle over de blaas. Veelvoorkomend probleem is urine-incontinentie.

Komt o.a. door:
- De blaasinhoud wordt kleiner > uitstellen van de urinelozing wordt lastig;
- Blijft vaak urine achter in de blaas (residu);
- Problemen met de prostaat;
- Bekkenbodemspieren en bindweefsel nemen af;

Slide 10 - Slide

Urineweginfectie (UWI)
  • Regelmatig hebben geriatrische zorgvragers een urineweginfectie.
  • Dit komt vaak doordat de blaas niet goed geleegd wordt en dat 'stilstaand water' een bron is van bacteriën om daar te vermenigvuldigen.
  • Naarmate je ouder wordt, wordt de urineweg bij vrouwen korter.
  • Of door besmetting van het anale gebied (verminderde zelfzorg, bevuiling, incontinent van ontlasting).

Slide 11 - Slide

Welke klachten ken jij die passen bij een urineweginfectie (blaasontsteking)?

Slide 12 - Open question

Klachten van een blaasontsteking
  • Een branderig of pijnlijk gevoel bij het plassen
  • Vaak en kleine beetjes plassen
  • Het gevoel dat je moet plassen (aandrang), maar uiteindelijk weinig plast
  • Het gevoel dat je moet plassen doet pijn
  • Pijn in de (onder)buik of rug
  • Urine kan anders ruiken of er anders uitzien, bijvoorbeeld wat troebel of bloederig

Slide 13 - Slide

Symptoomverandering
Aandoeningen, zoals een blaasontsteking, worden bij ouderen soms over het hoofd gezien. Dit komt doordat ze zich anders voordoen dan bij jongere volwassenen.

Een blaasontsteking is een klassiek voorbeeld hiervan.

Heb je wel eens een bewoner gehad die een blaasontsteking bleek te hebben? Welke klachten had hij/zij?

Slide 14 - Slide

Symptoomverandering
Voor jou belangrijk om op de hoogte te zijn van de aspecten die ervoor zorgen dat een bewoner zich anders kan uiten bij bijvoorbeeld een blaasontsteking.

  1. Meestal geen koorts > de temperatuurregeling door de hypothalamus (in hersenen) is anders ingesteld;
  2. Meestal geen pijn bij plassen, maar ontstaan van incontinentie;
  3. Delier > acute verwardheid door lichamelijke oorzaak'.

Slide 15 - Slide

Observeren
Het is moeilijker een urineweginfectie vast te stellen bij mensen met dementie . Iemand met dementie kan bijvoorbeeld niet altijd vertellen dat hij/zij pijn heeft bij het plassen. 

Blijf de bewoner observeren in zijn/haar gedrag. Veranderd dit snel en in en korte tijd? Sluit een infectie uit.

Slide 16 - Slide