4.3 Hormonale regeling





Paragraaf 4.3 Hormonale Regeling

Deze les: 
- Herhaling meiose (4.2)
- Nabespreking oögenese & spermatogenese (4.2)
- Hormonale regeling en de menstruatiecyclus (4.3)
1 / 43
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

This lesson contains 43 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 80 min

Items in this lesson





Paragraaf 4.3 Hormonale Regeling

Deze les: 
- Herhaling meiose (4.2)
- Nabespreking oögenese & spermatogenese (4.2)
- Hormonale regeling en de menstruatiecyclus (4.3)

Slide 1 - Slide

Van geslachtscellen naar embryo

Slide 2 - Slide

Reductiedeling
Meiose I 
Chromosoomparen gaan uit elkaar 

Meiose II 
Chromatiden gaan uit elkaar

Slide 3 - Slide

Een homoloog chromosomenpaar heeft genen voor dezelfde erfelijke eigenschappen, maar in andere varianten.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 4 - Quiz

Hoe verandert de hoeveelheid chromosomen tijdens meiose 1?
A
2n -> 2n+2n
B
2n -> n + n
C
n -> n+n
D
n -> 2n +2n

Slide 5 - Quiz

Hoe verandert de hoeveelheid chromosomen tijdens meiose 2?
A
2n -> 2n+2n
B
2n -> n + n
C
n -> n+n
D
n -> 2n +2n

Slide 6 - Quiz

In de afbeelding bij C zie je ...
A
Anafase / Meiose 1
B
Anafase / Mitose
C
Metafase / Meiose 1
D
Metafase / Mitose

Slide 7 - Quiz

Aan het einde van de meiose zijn er ...
A
2 genetisch identieke dochtercellen
B
4 genetisch identieke dochtercellen
C
2 genetisch verschillende dochtercellen
D
4 genetisch verschillende dochtercellen

Slide 8 - Quiz

Een stuifmeelkorrel van een appelboom bevat 16 chromosomen. Hoeveel chromosomen bevat een bladcel van deze appelboom?
A
16
B
32
C
8
D
46

Slide 9 - Quiz

Crossing-over vindt plaats tijdens:
A
Meiose 1 / Profase
B
Meiose 2 / Profase
C
Meiose 2 / Anafase
D
Meiose 2 / Metafase

Slide 10 - Quiz

Wat maakt ieder mens uniek?
Tijdens de meïose kunnen 223 verschillende combinaties van chromosomen worden gemaakt.
Ook nog crossing-over:

Slide 11 - Slide

BINAS 86D

Slide 12 - Slide

Oögenese
Begint al vóór de geboorte in de eierstokken.
Ontwikkeling stopt tijdens Profase I.
Bij de rijping van een eicel wordt de meïose afgemaakt tot metafase II (die wordt pas na de bevruchting voltooid).
Eicellen zijn omgeven door follikelcellen uit het ovarium (de eierstok), het geheel heet een follikel.
Meerdere rijpingen, één (heel soms twee) eisprongen.

Slide 13 - Slide

Vorming van g

Slide 14 - Slide

BINAS 86D

Slide 15 - Slide

Spermatogenese
Begint vanaf de puberteit.
Zaadcellen worden gevormd in de 
zaadbuisjes van de testes (zaadballen). 
Vorming van 1 zaadcel duurt ongeveer 2 maanden.
Ze worden opgeslagen in de bijballen.
Bij zaadlozing ongeveer 3 mL vrij-> 350 miljoen zaadcellen
= 10 % van het sperma.



Slide 16 - Slide

Zaadballen
Zaadcellen worden gevormd in
de testes, in de zaadbuisjes.
Deze zijn sterk gekronkeld.
Tussen de zaadbuisjes zitten
de cellen van Leydig (interstitiële
cellen), die produceren 
testosteron.

Slide 17 - Slide

Zaadballen
Van buiten naar binnen vormen
de zaadcellen zich. 
Helemaal aan de binnenkant
zitten de voltooide zaadcellen,
die gaan richting de bijballen
mbv trilharen.

Slide 18 - Slide

Doel en begrippen 4.3
Je leert hoe hormonen de vruchtbaarheid van mannen en vrouwen regelen

hypofyse, hypothalamus, GnRH, FSH, LH, receptoreiwitten, negatieve terugkoppeling, oestrogenen, progesteron, positieve terugkoppeling, gele lichaam, prostaglandinen, ontsluitingsweeën, baarmoedermond, oxytocine, persweeën, nageboorte, prolactine, oxytocine, melkklieren

Slide 19 - Slide

Hormonen
Hypothalamus: hormoonklier in de hersenen
Hypofyse: centrale hormoonklier 

Vanaf de puberteit: hypothalamus produceert
GnRH (gonadotropine- releasing-hormone).
Via bloedvaten komt dit hormoon bij de hypofyse.
De hypofyse produceert daardoor FSH (follikel stimulerend hormoon) en LH (luteïniserend hormoon).

Slide 20 - Slide

Moet ik dit leren?
Hormoonklieren en de hormonen die ze maken, inclusief de werking van de hormonen staan in BINAS 89A.

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Slide

Omschrijf de zin "aanzetten tot secretie van testosteron" in je eigen woorden

Slide 23 - Open question

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Slide

= LH
Negatieve terugkoppeling

Slide 26 - Slide

Receptoreiwitten
Waarom reageren de cellen in de testes (cellen van Leydig) op de aanwezigheid van LH?

-> Ze hebben receptoren voor LH.
 

Slide 27 - Slide

Receptoreiwitten
Waarom reageren de Sertoli (voedstercellen) op de aanwezigheid van FSH?

-> Sertolicellen hebben receptoren voor FSH.
 

Slide 28 - Slide

Slide 29 - Slide

Slide 30 - Slide

Omschrijf de zin "proliferatie van het baarmoederslijmvlies" in je eigen woorden

Slide 31 - Open question

Slide 32 - Link

Dag 1: start menstruatie.

FSH stijgt en stimuleert de rijping van nieuwe follikels.

Slide 33 - Slide

Rijpende follikels geven oestrogenen af.

Lage concentratie oestrogenen remmen de afgifte van GnRH (en dus LH en FSH)

Slide 34 - Slide

Rijpende follikels geven oestrogenen af.

Boven een drempelwaarde stimuleren oestrogenen juist GnRH en dus LH en FSH (positieve terugkoppeling)

-> piek in LH en FSH

Slide 35 - Slide

Door de piek in LH volgt de ovulatie.

Gele lichaam (overgebleven, 'lege' follikelcellen) geven progesteron af.

Piek in FSH zorgt voor extra oestrogenen.

Slide 36 - Slide

Oestrogenen stimuleren de groei van het baarmoederslijmvlies, progesteron zorgt voor goede doorbloeding.

Slide 37 - Slide

Gele lichaam verschrompeld en geeft geen progesteron meer af:
GnRH, LH en FSH worden niet meer geremd

Menstruatie (afstoten baarmoederslijmvlies).

Slide 38 - Slide

Slide 39 - Link

Welk hormoon zorgt voor de eisprong?
A
FSH
B
LH
C
Oestrogeen
D
Progesteron

Slide 40 - Quiz

Welk hormoon wordt gemaakt door de rijpende follikels?
A
FSH
B
LH
C
Oestrogeen
D
Progesteron

Slide 41 - Quiz

Wat is de functie van progesteron?
A
Rijpen follikels
B
Eisprong
C
Groei baarmoederslijmvlies
D
Instant houden gele lichaam

Slide 42 - Quiz

Huiswerk
In de online methode / boek. Kies een leerweg (default B).
Maak 4.3: 39 t/m 42, 46 t/m 49

Volgende les huiswerkcontrole + hormonale regeling zwangerschap en geboorte

Slide 43 - Slide