Thema 3 Gaswisseling en uitscheiding B3 Lever

Thema 3
Gaswisseling en uitscheiding
1 / 31
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 6

This lesson contains 31 slides, with text slides and 5 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Thema 3
Gaswisseling en uitscheiding

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Basisstof 3 De lever
Leerdoel: Je kunt de bouw, werking en functies van de lever beschrijven en je kunt uitleggen hoe het interne milieu min of meer constant wordt gehouden door de lever (homeostase)

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Onderwerpen
Lever bouw en functie
Afbreken rode bloedcellen
Koolhydraat-, eiwit-, en lipidenstofwisseling
Stollingsfactoren
Detoxificatie

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Slide 4 - Video

This item has no instructions

Bouw lever
  • Op hoekpunt elk leverlobje aftakkingen van poortader, leverslagader en galgang
  • Midden leverlobje aftakking van leverader

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Bouw van de lever
dubbele bloedtoevoer:
-poortader (zuurstof arm en voedingsstof rijk) 
- leverslagader

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Bouw van de lever

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Slide 8 - Link

This item has no instructions

Belangrijke functies van de lever
  • koolhydraatstofwisseling,
  • eiwitstofwisseling,
  • vetstofwisseling,
  • ontgifting (het onschadelijk maken van giftige stoffen),
  • vorming van gal en opslagfunctie

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Cellen leverlobjes produceren gal
Afbraak bilirubine

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Koolhydraatstofwisseling
Eiwitstofwisseling

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Lipidenstofwisseling
Detoxificatie

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Koolhydraatstofwisseling
Bij een laag bloedsuikergehalte zetten levercellen glycogeen om in glucose en geven dat af aan het bloed (onder invloed van glucagon uit de alvleesklier)

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Koolhydraatstofwisseling
Wanneer de glycogeenvoorraad onvoldoende is voor de energiebehoefte wordt door de lever glucose gemaakt uit andere voedingsstoffen = gluconeogenese


Vetten
Aminozuren

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Koolhydraatstofwisseling (2)
Bij een hoog bloedsuikergehalte zetten levercellen glucose uit het bloed om in glycogeen (onder invloed van insuline uit de alvleesklier)= glycogenese

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Eiwitstofwisseling
9 van de 20 aminozuren zijn níet door de lever te maken: essentiële aminozuren.
Overtollige aminozuren worden door de lever afgebroken (er is geen ‘voorraad’). 

De lever produceert verschillende plasma-eiwitten.

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Eiwitstofwisseling
Desaminering: stikstofgroep wordt verwijderd -> ureum wordt gevormd.


Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Eiwitstofwisseling
Koolstofskelet wordt verbrandt of omgezet naar glucose (gluconeogenese) of vet (lipogenese)


Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Vetstofwisseling
De lever maakt ook cholesterol (grondstof voor celmembranen en hormonen)

Cholesterol is de basis voor de aanmaak van sommige hormonen (testosteron, oestrogeen, bijnierhormonen)
Cholesterol zit in celmembranen voor flexibiliteit





Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Vetstofwisseling
De lever zet ongeschikte vetzuren om in geschikte vetzuren (bijvoorbeeld verzadigde vetzuren in onverzadigde vetzuren)
Essentiële vetzuren kan de lever niet maken. Die moet je via je voeding binnen krijgen.





Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Vetstofwisseling
De lever zet vetachtige stoffen om naar lipoproteïnen waardoor de hydrofobe vetten wel in het bloedplasma vervoerd kunnen worden.




Slide 21 - Slide

This item has no instructions

Vetstofwisseling
Vetten worden in het lichaam gebruikt als energiebron, bouwstof, bescherming. 
Overbodige vetten worden afgescheiden in de vorm van cholesterol of galzure zouten (gal) 





Slide 22 - Slide

This item has no instructions

Waardoor ....  

  • wordt je dik van het consumeren van alcoholhoudende dranken?
  • val je af van een koolhydraatarmdieet?
  • hoef je maar een klein stukje vlees te eten terwijl de dagelijkse eiwitbehoefte veel groter is? 
  • is het niet verstandig meer dan 1x per week lever te eten?


Slide 23 - Slide

Ethanol wordt onder invloed van alkohol-dehydrogenase teruggevormd tot ethanal en dat wordt weer teruggevormd tot acetyl-co-A. Acetyl-co-A kan worden gebruikt voor de aanmaak van glucose en lipiden

Door een  koolhydraatarm dieet vervang je koolhydraten door eiwitten en vetten.  Je valt af doordat je relatief meer eiwitten  eet  en daardoor langer verzadigd bent. Uiteindelijk is je energie-inname minder.
Ook heb je minder last van een hongergevoel dat ontstaat na het consumeren van snelle koolhydraten. 

Door transaminering kunnen aminozuren worden omgebouwd waardoor toch de benodigde eiwitten gemaakt kunnen worden. 

De lever kan gifstoffen opslaan. Vaker dan 1x per week eten betekent dat iemand teveel gifstoffen opneemt. Het is aan te raden aan iemand met bloedarmoede om lever te eten vanwege de opslag van ferritine
Twee uitlegvideo's
- Alles over de lever door Ruud Lekkerkerk
- De verwerking van opgenomen stoffen door NGbiologie

Slide 24 - Slide

This item has no instructions

Slide 25 - Video

This item has no instructions

Slide 26 - Video

This item has no instructions

Of wanneer je meer van animaties houdt...

Slide 27 - Slide

This item has no instructions

Slide 28 - Link

This item has no instructions

Twee uitlegfilmpjes van
JufDanielle
- Bouw van de lever met officiële benamingen
- Van gezonde lever naar levercirrose

Slide 29 - Slide

This item has no instructions

Slide 30 - Video

This item has no instructions

Slide 31 - Video

This item has no instructions