Spelling algemeen 2

• Communicatie
• Basisschool
• Groep 2

Spelling algemeen 2

Interpunctie
Hoofdletters

Wanneer plaats je de komma?(1)

• Voor en na een bijstelling (zinsdeel dat meer informatie geeft over een zelfstandig naamwoord)
   ‘Bijleveld, de minister van Defensie, deed een nieuw voorstel.’
• In een opsomming
  Ik reed door Duitsland, Slovenië, Oostenrijk en Tjechië.
• Na de aanhef boven en de slotgroet onder een brief of e-mail.
  Geachte heer Bakker,     -    Met vriendelijke groet, 
• Voor en/of na een aanspreking.
  Sofie, wil jij mij de boter aangeven?

Wanneer plaats je de komma?(2)

• Tussen twee persoonsvormen
  Nu ik er langer over nadenk, vind ik het geen gek idee.

• Tussen gelijkwaardige bijvoegelijke naamwoorden
  A Ik erger me aan zijn platvloerse, flauwe grappenmakerij.
  B Ik erger me aan zijn flauwe, platvloerse grappenmakerij.

Zet de komma('s) op de juiste plek in de zin.

Janneke dat aardige meisje bij mij in de klas heeft nu ook de griep.

Terwijl hij zijn boek las at hij een appel.

Wanneer gebruik je aanhalingstekens?

Aanhalngstekens 

• Zelfnoemfunctie (gebruik van woord in context die over het woord gaat)
  Het woord ’kerel’ betekent hetzelfde als het woord ’man’. 
  
  
• Ironie/cynisme
  Die ’leuke’ buurman van jou heeft een overval gepleegd. 
  
  
• Naamsvermelding
  Het schilderij ’De Schreeuw’ is over de hele wereld bekend. 
  

De directe rede (citaten)

• Ik zei: "Ik houd niet van appeltaart."
  
  
• "Ik houd niet van appeltaart', zei ik. 
  
  
• “Ik hou niet van appeltaart uit de winkel. Er zitten vaak van die harde stukjes in. Alleen de appeltaart van mijn moeder vind ik lekker”, zei ik.

Als de zin begint met het citaat, vervalt de punt (een vraagteken of uitroepteken blijft staan), en wordt het citaat gevolgd door een komma. 

Deze heer duwde haar achteloos opzij.

Zij zei Maar of hij dat meende…

Hebt u een klantenkaart? vroeg de cassière

De dubbele punt

Gebruik je bij:

• opsommingen 
  
• de aankondiging van een citaat 
  

Het spreekwoord zegt “Wie zich vernedert, zal verhoogd worden.”

1. Er moet geen dubbele punt
2. Er moet een dubbele punt vanwege de aangekondigde opsomming.
3. Er moet een dubbele punt, vanwege het citaat
4. Er moet een dubbele punt, omdat een verklaring volgt.

Voor dit recept is het volgende nodig mandarijnen, appels, gedroogde vijgen, kaneel, gember en Griekse yoghurt.

1. Er moet geen dubbele punt
2. Er moet een dubbele punt vanwege de aangekondigde opsomming.
3. Er moet een dubbele punt, vanwege het citaat
4. Er moet een dubbele punt, omdat een verklaring volgt.

De ; plaats je in de volgende gevallen:

1. Tussen twee zinnen die zo nauw met elkaar verbonden zijn dat een punt wellicht iets te veel scheiding zou aangeven.
   
   Niemand had van tevoren gedacht dat Joke zou slagen; zij was immers ziek.
   

2. Bij opsommingen waarvan de delen uit zinsdelen bestaan. 

Voorbeeld

We zien verschillende mogelijkheden: 

• meer prullenbakken plaatsen; 
  
• statiegeld invoeren; 
  
• met corveeploegen werken. 
  

Bestaan de delen van een opsomming uit hele zinnen dan gebruik je punten en hoofdletters. 

Voorbeeld: 

• We zien verschillende mogelijkheden: 
  
• We gaan meer prullenbakken plaatsen. 
  
• We gaan statiegeld invoeren. 
  
• We gaan met corveeploegen werken. 
  

Denk aan de volgende spullen
- toiletspullen
- een handdoek
- een warme trui, want het kan koud zijn
- iets lekkers voor bij de koffie

We stonden vroeg op we hadden een lange reis voor de boeg

Geert die behoorlijk geagiteerd was riep zet kritisch denken ook in tijdens de gymles maar doe dat met mate

Hoofdletters

in een zin

Een zin begint altijd met een hoofdletter.

Bijvoorbeeld:

Ik ga met Ivo naar Parijs.

Hoofdletters 

bij namen

Alle namen worden met een hoofdletter geschreven.

Kijk maar naar je eigen naam!

Bijvoorbeeld:

Ik ga met Ivo naar Parijs.

Namen 

Je schrijft altijd de voornaam en achternaam

met een hoofdletter.

Dus:

Anna Mulder - Wesley Smit - Amir Hassan 

Tussenvoegsel

Soms staan er nog een of meer woordjes tussen:

de, van, van de, van der

Dit stukje van de naam schrijf je alleen met een
hoofdletter als de naam ermee begint:

Sem de Vries - (meneer) De Vries

Iris van Vliet - (familie) Van Vliet

Aardrijkskundige namen

Namen van plaatsen, streken en landen schrijfje ook met een hoofdletter.

Bijvoorbeeld:

Ik ga met Ivo naar Parijs.

Aardrijkskundige namen

Maar ook bijvoorbeeld voor bergen, rivieren, woestijnen, hemellichamen.

Bijvoorbeeld:

de Pyreneeën, de Schelde, de Sahara, de Poolster

Dagen

Feestdagen schrijf je met een hoofdletter
Kerst

Afleidingen van feestdagen niet
eerste kerstdag

Dagen, maanden en seizoenen niet
maandag, januari, zomer

Namen van bedrijven, organisaties en merken

Rabobank

 Greenpeece

 Coca-Cola

Uitzonderingen bij sommige organisaties en bedrijven

iPhone, HEMA 

istanbul

unicef

de amerikanen

het noorden

het offerfeest

boeddhisme

zaterdag

Met hoofdletter

Zonder hoofdletter