RCS 5 Regering en parlement

5. Regering en parlement
1 / 11
next
Slide 1: Slide
MaatschappijleerMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

This lesson contains 11 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

5. Regering en parlement

Slide 1 - Slide

Het kabinet
Bestaat uit ministers en staatssecretarissen
Na Tweede Kamerverkiezingen komt er een kabinetsformatie. Welke partijen halen een meerderheid 76 zetels en zijn het in grote lijnen met elkaar eens over het te voeren beleid.

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

De regering
De regering bestaat uit de koning en ministers. 
Taken van de koning:
Taken van de ministers:
De ministers zijn verantwoordelijk voor het bestuur van ons land. Dit heet ministeriële verantwoordelijkheid. 
De koning is Onschendbaar.
Een handtekening plaatsen onder wetten
De troonrede voorlezen op Prinsjesdag
Ministers en staatssecretarissen benoemen
Zich regelmatig laten informeren over het beleid door de minister-president.
Ons land vertegenwoordigen in het buitenland
Het opstellen van wetsvoorstellen
Het uitvoeren van de aangenomen wetten
Leidinggeven
Opstellen van de rijksbegroting

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Link

De leden van de tweede kamer hebben de volgende rechten om als medewetgever te functioneren:
- Stemrecht: Het stemmen op een wetsvoorstel
- Recht van initiatief: De Tweede Kamer kan zelf wetsvoorstellen indienen
- Recht van amendement: De Tweede Kamer kan wetsvoorstellen wijzigen
- Budgetrecht: De begroting kan goed of afgekeurd worden.
De Tweede Kamer

Slide 7 - Slide

Om het beleid van een minister te controleren heeft de Tweede Kamer de volgende rechten:
Recht van motie: Een uitspraak waarmee ze een minister of staatssecretaris oproepen om actie te ondernemen. Motie van wantrouwen: minister of kabinet moet aftreden
Vragenrecht: De mogelijkheid om schriftelijk vragen te stellen
Recht van interpellatie: Het aanvragen van een debat
Recht van enquête: Een onderzoek instellen.
De Tweede Kamer

Slide 8 - Slide

Eerste kamer kan alleen maar wetsvoorstellen goed of afkeuren.

Slide 9 - Slide

Coalitie: De regeringspartijen (PVV, VVD, NSC en BBB)
Oppositie: Alle andere partijen in de Tweede Kamer.

Politieke cultuur Nederland is het poldermodel. We vergaderen erop los en komen vaak tot een midden oplossing.

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide