Loofbomen vs Naaldbomen: Wat is het verschil?

Loofbomen vs Naaldbomen: Wat is het verschil?
1 / 14
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Loofbomen vs Naaldbomen: Wat is het verschil?

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Leerdoel
Aan het eind van de les kun je het verschil tussen loofbomen en naaldbomen uitleggen.

Slide 2 - Slide

Vertel de leerlingen wat ze aan het eind van de les kunnen verwachten. Dit is belangrijk om het doel van de les duidelijk te maken.
Wat weet je al over loof- en naaldbomen?

Slide 3 - Mind map

This item has no instructions

Wat zijn loofbomen?
Loofbomen hebben brede, platte bladeren die elk jaar vallen. Ze zijn meestal bladverliezend en produceren zaden in vruchten.

Slide 4 - Slide

Laat foto's zien van verschillende loofbomen om de herkenning te stimuleren. Vraag de leerlingen om voorbeelden te noemen van loofbomen die ze kennen.
Wat zijn naaldbomen?
Naaldbomen hebben naaldachtige bladeren die het hele jaar door aan de boom blijven. Ze zijn groenblijvend en produceren zaden in kegels.

Slide 5 - Slide

Laat foto's zien van verschillende naaldbomen om de herkenning te stimuleren. Vraag de leerlingen om voorbeelden te noemen van naaldbomen die ze kennen.
Verschillen tussen loofbomen en naaldbomen
Loofbomen hebben brede, platte bladeren die elk jaar vallen, terwijl naaldbomen naaldachtige bladeren hebben die het hele jaar door aan de boom blijven. Loofbomen zijn meestal bladverliezend en produceren zaden in vruchten, terwijl naaldbomen groenblijvend zijn en zaden in kegels produceren.

Slide 6 - Slide

Vraag de leerlingen om de verschillen tussen loof- en naaldbomen te benoemen en leg eventuele onduidelijkheden uit.
Waar groeien loofbomen?
Loofbomen groeien goed in gematigde klimaten met matige regenval en een gematigde temperatuur gedurende het jaar.

Slide 7 - Slide

Laat de leerlingen op een kaart zien waar gematigde klimaten te vinden zijn en welke loofbomen daar groeien. Vraag de leerlingen om voorbeelden te noemen van loofbomen die in hun omgeving groeien.
Waar groeien naaldbomen?
Naaldbomen groeien goed in koude klimaten met weinig regenval en temperaturen die gedurende het jaar sterk variëren.

Slide 8 - Slide

Laat de leerlingen op een kaart zien waar koude klimaten te vinden zijn en welke naaldbomen daar groeien. Vraag de leerlingen om voorbeelden te noemen van naaldbomen die in hun omgeving groeien.
Waarom zijn loofbomen belangrijk?
Loofbomen zijn belangrijk omdat ze zuurstof produceren, beschutting bieden en voedsel en onderdak bieden aan dieren.

Slide 9 - Slide

Vraag de leerlingen om voorbeelden te noemen van dieren die afhankelijk zijn van loofbomen en waarom ze belangrijk zijn voor het ecosysteem.
Waarom zijn naaldbomen belangrijk?
Naaldbomen zijn belangrijk omdat ze zuurstof produceren, beschutting bieden en voedsel en onderdak bieden aan dieren.

Slide 10 - Slide

Vraag de leerlingen om voorbeelden te noemen van dieren die afhankelijk zijn van naaldbomen en waarom ze belangrijk zijn voor het ecosysteem.
Succescriteria
Je kunt het verschil tussen loofbomen en naaldbomen uitleggen. Je kunt voorbeelden geven van loof- en naaldbomen die in jouw omgeving groeien en waarom ze belangrijk zijn voor het ecosysteem.

Slide 11 - Slide

Herhaal het leerdoel en vertel de leerlingen wat er van hen wordt verwacht aan het eind van de les. Geef ze de mogelijkheid om vragen te stellen en zorg ervoor dat ze weten hoe ze feedback kunnen krijgen op hun werk.
Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 12 - Open question

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

Slide 13 - Open question

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 14 - Open question

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.