27 sept 2v Dativus

Lesdoel
Je kunt uitkeggen hoe de dativus wordt gevormd en waar het voor wordt gebruikt. 
1 / 37
next
Slide 1: Slide
LatijnMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 37 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Lesdoel
Je kunt uitkeggen hoe de dativus wordt gevormd en waar het voor wordt gebruikt. 

Slide 1 - Slide

Lesplanning
Uitleg dativus
nakijkwerk?
mandata maken bij de dativus

Slide 2 - Slide

Dit hoofdstuk
Dativus - derde naamval - meewerkendvoorwerp
Persoonlijk voornaamwoorden (nom/dat/acc)

Slide 3 - Slide

Dativus
  • Derde naamval
  • Meestal de functie van het meewerkend voorwerp
  • SPQR HB 70

Slide 4 - Slide

Wat is het meewerkend voorwerp?

Slide 5 - Open question

Wat is een meewerkend voorwerp?
  • Iets of iemand wat indirect bij het werkwoord bijtrokken (indirect object)
  • Aan wie of voor wie iets gebeurt.
  • Soms ook i.c.m. tegen (bijv. bij zeggen)

Slide 6 - Slide

Voorbeeld
Ik schrijf jou een brief
Geef een snoepje aan mij.
Ik zeg tegen hem de waarheid.
Ik open de deur voor moeder.

Slide 7 - Slide

Voorbeeld
Iulius Marco malum dat.
Julius geeft Marcus een appel.

Slide 8 - Slide

Envelvoud

1 femin-ae (let op dubbelvorm)
2 serv-o
3 reg-i

Onzijdige woorden gaan in de dativus niet anders dan andere woorden van dezelfde groep.
Meervoud

1 femin-is
2 serv-is
3 reg-ibus

Zie overzicht SPQR hulpboek blz. 127 of stencils

Slide 9 - Slide

Sommige uitgangen komen vaker voor
Dan moet je kiezen welke uitgang het beste past.
  • Wat past grammaticaal?
  • Welke vertaling levert een betekenisvolle zin op?


Slide 10 - Slide

Donum feminae dant.
Twee mogelijkheden
De vrouwen geven een geschenk. (feminae - nom. mv.)
Ze geven een geschenk aan de vrouw. (feminae - dat. ev.)

Slide 11 - Slide

Servi regi mandata dant.
De slaven geven de koning opdrachten.
Let op -i bij welke verbuigingsgroep een woord hoort.
(servus --> groep 2 --> nom. mv.)
(rex, reges --> groep 3 --> dat. ev.)


Slide 12 - Slide

favere + dat
Sommige werkwoorden hebben in het Latijn een dativus waar je vanuit het Nederlands een accusativus zou verwachten (als in lijdend voorwerp)

Dei pueris favent --> De goden steunen de jongens.

In de woordenlijst staat er dan "+ dat"

Slide 13 - Slide

Welke naamval staat "servo"
A
nominativus enkelvoud
B
genitivus enkelvoud
C
dativus enkelvoud
D
accusativus enkelvoud

Slide 14 - Quiz

Welke naamval staat "lupae"?
A
nominativus meervoud
B
accusativus enkelvoud
C
dativus enkelvoud
D
dativus meervoud

Slide 15 - Quiz

pueros
A
nominatvus enkelvoud
B
nominativus meervoud
C
accusativus enkelvoud
D
accusativus meervoud

Slide 16 - Quiz

regibus
A
nominativus enkelvoud
B
nominativus meervoud
C
dativus enkelvoud
D
dativus meervoud

Slide 17 - Quiz

regi
A
dativus enkelvoud
B
accusativus meervoud
C
nominativus meervoud
D
nominativus enkelvoud.

Slide 18 - Quiz

servi
A
nominativus enkelvoud
B
nominativus meervoud
C
dativus enkelvoud
D
dativus meervoud

Slide 19 - Quiz

mandata
A
nominativus meervoud
B
accusativus meervoud
C
nominativus enkelvoud
D
accusativus enkelvoud

Slide 20 - Quiz

nobis
A
dativus enkelvoud
B
dativus meervoud
C
accusativus enkelvoud
D
accusativus meervoud

Slide 21 - Quiz

reges
A
nominativus enkelvoud
B
nominativus meervoud
C
accusativus enkelvoud
D
accusativus meervoud

Slide 22 - Quiz

Persoonlijk voornaamwoorden
Nederlands:
hij, zij, wij, ons, jullie

Latijn:
eos, nobis, tu, vos

Slide 23 - Slide

persoonvorm
eerste persoon
vertaling
nom
ego
ik
dat
mihi
(aan/voor) mij
acc
me
mij (

Slide 24 - Slide

persoonvorm
eerste persoon
vertaling
nom
tu
jij
dat
tibi
(aan/voor) jou
acc
te
jou

Slide 25 - Slide

persoonvorm
1e p. meervoud
vertaling
nom
nos
wij
dat
nobis
(aan/voor) ons
acc
nos
ons

Slide 26 - Slide

persoonvorm
1e p. meervoud
vertaling
nom
vos
jullie
dat
vobis
(aan/voor) julie
acc
vos
jullie

Slide 27 - Slide

3e 
enkelvoud
(hij / zij / hem haar)
mannelijk
vrouwelijk
nom
is
ea
dat
ei
ei
acc
eum
eum

Slide 28 - Slide

3e meervoud
meervoud
(zij / hen)
mannelijk
vrouwelijk
nom
ei
eae
dat
eis
ei
acc
eos
eas

Slide 29 - Slide

  • Persoonlijk voornaamwoorden in de nominativus komen alleen voor bij nadruk.
  • Ego maneo, tu fugis. - Ik blijf, jij vlucht.
  • De uitgangen zijn een mengeling van groep 1,2,3 daaraan kun je ze proberen te herleiden.

Slide 30 - Slide

Dei pueris favent.

Slide 31 - Open question

Servi feminae aquam dant.

Slide 32 - Open question

Femina filio nomen dat.

Slide 33 - Open question

Rex vobis mandatum dat.

Slide 34 - Open question

Servus regi aquam portat.

Slide 35 - Open question

Wat heb je deze les geleerd?

Slide 36 - Open question

Wat vond je van deze les?
😒🙁😐🙂😃

Slide 37 - Poll