This lesson contains 42 slides, with interactive quizzes and text slides.
voordat, nadat, eerst,
daarna, vroeger, toen, later, etc.
Deze signaalwoorden geven een tijdsvolgorde aan.
ook, verder, bovendien, en, maar ook, ten eerste, als laatste etc.
maar, daarentegen, echter, integendeel, enerzijds-anderzijds etc.
zo, bijvoorbeeld, zoals, denk aan, neem nou etc.
Bij een toelichtend verband wordt extra informatie gegeven bij een onderwerp.
Maken een zin overzichtelijker
Staan op de plaats waar je bij hardop lezen even een pauze neemt.
Als pauzeteken in een zin en voor een voegwoord.
Onze hond eet erg veel, toch is hij niet dik.
Ik ga niet mee, omdat ik nog huiswerk moet maken.
Tussen de delen van een opsomming
Ik hou van verschillende smaken ijs: chocolade, vanille, bosvruchten en cookie&caramel.
Tussen twee persoonsvormen
Als je fietsband lek is, moet je ervoor zorgen dat die gemaakt wordt.
We use cookies to improve your user experience and offer you personalized content. By using Lessonup you agree to our cookie policy.