P4A Thema 5 hoofdstuk 2 spelling en grammatica deel 2

Lesdoel:
Ik kan samenstellingen op de juiste manier schrijven.

Kijk de video op de volgende dia voor uitleg!
1 / 31
next
Slide 1: Slide
NederlandsPraktijkonderwijsLeerjaar 4

This lesson contains 31 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Lesdoel:
Ik kan samenstellingen op de juiste manier schrijven.

Kijk de video op de volgende dia voor uitleg!

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Video

Samenstellingen theorie:
Als het eerste deel van een samenstelling in het meervoud zowel op -en als - s kan eindigen, krijgt de samenstelling
 een -e- als tussenletter.

Maak nu opdracht 11 op bladzijde 128

Slide 3 - Slide

Theorie:
Als het eerste deel van een samenstelling in het meervoud op 
-eren eindigt, schrijf je in de samenstelling 
-er- in plaats van -(e)n.

Maak nu opdracht 12 op bladzijde 128

Slide 4 - Slide

Theorie:
Je schrijft een -e- als tussenletter in een samenstelling als het eerste deel van de samenstelling verwijst naar een persoon of een zaak waar er maar één van bestaat.

Maak nu opdracht 13 op bladzijde 129.

Slide 5 - Slide

Theorie:
Een samenstelling die bestaat uit twee zelfstandige naamwoorden (mensen, dieren, dingen en planten) krijgt een 
-s- als tussenletter wanneer je die ook hoort als je het woord uitspreekt.

Maak nu opdracht 14 en 15 op bladzijden 130 en 131.

Slide 6 - Slide

Oefenen:
Nu heb je alle theorie gehad. Je krijgt nu oefeningen om te kijken of je het helemaal begrepen hebt, of dat je nog moet oefenen.
Succes!

Slide 7 - Slide

Welk woord is goed geschreven?
A
vakantiepret
B
vakantie-pret

Slide 8 - Quiz

Welk woord is goed geschreven?
A
reis-buget
B
reisbudget

Slide 9 - Quiz

Welk woord is goed geschreven?
A
tent stokhaakje
B
tentstok haakje
C
tentstok-haakje
D
tentstokhaakje

Slide 10 - Quiz

Welk woord is goed geschreven?
A
vakantieuittocht
B
vakantie-uittocht

Slide 11 - Quiz

Welk woord is goed geschreven?
A
cadeau-idee
B
cadeauidee

Slide 12 - Quiz

Welk woord is goed geschreven?
A
tv programma
B
tvprogramme
C
tv-programma

Slide 13 - Quiz

Welk woord is goed geschreven?
A
kippesoep
B
kippe-soep
C
kippen soep
D
kippensoep

Slide 14 - Quiz

Welk woord is goed geschreven?
A
secondenteller
B
secondeteller
C
secondesteller

Slide 15 - Quiz

Welk woord is goed geschreven?
A
zonnenschijn
B
zonneschijn

Slide 16 - Quiz

Welk woord is goed geschreven?
A
ruggenspraak
B
ruggespraak

Slide 17 - Quiz

Welk woord is goed geschreven?
A
duivekooi
B
duivenkooi

Slide 18 - Quiz

Welk woord is goed geschreven?
A
beresterk
B
berensterk

Slide 19 - Quiz

Welk woord is goed geschreven?
A
bakkebaard
B
bakkenbaard

Slide 20 - Quiz

Welk woord is goed geschreven?
A
nachtegaal
B
nachtengaal

Slide 21 - Quiz

Welk woord is goed geschreven?
A
boekebon
B
boekenbon

Slide 22 - Quiz

Welk woord is goed geschreven?
A
bloemekrans
B
bloemenkrans

Slide 23 - Quiz

Welk woord is goed geschreven?
A
kattebak
B
kattenbak

Slide 24 - Quiz

Welk woord is goed geschreven?
A
schattebout
B
schattenbout

Slide 25 - Quiz

Welk woord is goed geschreven?
A
brillekoker
B
brillenkoker

Slide 26 - Quiz

Welk woord is goed geschreven?
A
apetrots
B
apentrots

Slide 27 - Quiz

Welk woord is goed geschreven?
A
boekekast
B
boekenkast

Slide 28 - Quiz

Heb je het lesdoel gehaald?
😒🙁😐🙂😃

Slide 29 - Poll

Schrijf op hoe je deze les vond gaan, wat je nog moeilijk vindt.

Slide 30 - Open question

Studiemeter
Ga nu verder op Studiemeter.
Via vooraf
Thema 5 vakantie
Spelling en Grammatica

Slide 31 - Slide