1.2 Planten

Startopdracht:
Pak je boek en lees vast de tekst in de groene vakken op blz 18



1 / 31
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

This lesson contains 31 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Startopdracht:
Pak je boek en lees vast de tekst in de groene vakken op blz 18



Slide 1 - Slide


Startopdracht:
Pak je boek en lees vast de tekst in de groene vakken van 1.2.
Kun je de leerdoelen hiernaast uitleggen?

Uitleg 
Opdrachten 
Afsluiting 

Leerdoelen 1.2 Plantenrijk

- Je kunt de delen van een plant herkennen en benoemen en voorbeelden van weefsels van een plant geven.
- Je kunt de onderdelen van een plantencel benoemen
- Je kunt de functies van de onderdelen van een plantencel noemen
- Je kunt uitleggen hoe planten stevig blijven.
timer
10:00

Slide 2 - Slide

Uit welke delen bestaat een plant?
 Een plant bestaat ook uit organen, net zoals bij mensen.

Elk orgaan heeft zijn eigen bouw en taak 

  • Wortels: Water uit de bodem, meststoffen: mineralen
  • Stengel: Houdt de plant overeind, de stengel zorgt ervoor dat water en stoffen naar de bladeren en bloemen kunnen en andersom
  • Bladeren: Nerven, zorgen voor vervoer van water en stoffen maar geven ook stevigheid. Bladmoes: hierin maakt de plant zijn eigen voedingsstoffen
  • Bloemen: zijn voor de voortplanting.  Uit de zaden groeien nieuwe planten.

Slide 3 - Slide

Van klein naar groot:
cel - weefsel - orgaan - orgaanstelsel - organisme

Slide 4 - Slide

Plantencel 

Slide 5 - Slide

Weefsels van een plant
Opperhuid: Waslaagje, vettige stof, zorgt ervoor dat een plant niet teveel vocht verliest door verdamping.

Ook hebben de opperhuid cellen dikke celwanden, wat het blad beschermt tegen beschadigingen. 

Slide 6 - Slide

Doorsnede van een blad

Slide 7 - Slide

Bladmoes


Bevat de bladgroenkorrels, deze cellen maken d.m.v. fotosynthese glucose.

Slide 8 - Slide

Huidmondjes

Zitten aan de onderkant van het blad, hierdoor verdampt het water en worden stoffen uit de lucht opgenomen!

Slide 9 - Slide

1.2
Maken opdr 1 t/m 11
 
Nakijken. 

Hoe zorg je dat je de stof voor de toets bijhoudt?

Pak de leerdoelen erbij
Kun je ze uitleggen? 
Na de opdrachten:
Keuze mogelijkheden om te werken aan leerdoelen:

  • Samenvatting boek gebruiken/ zelf een samenvatting maken
  • Kijk goed naar de bronnen!!
  • Leren, hoe? begrippen opschrijven?
  • Aantekeningen leren
  • Oefenen met test jezelf/ oefentoets: In je boek/online.
  • werkboekvragen doornemen, welke vond je moeilijk? Snap je ze nu?
  • LessonUp lessen doornemen
  • ??
timer
1:00

Slide 10 - Slide

Leerdoelencheck 

Maak de volgende slides met vragen 
om te controleren of je de leerdoelen kent. 

timer
1:00

Slide 11 - Slide

Heeft een plant organen?
A
juist
B
onjuist

Slide 12 - Quiz

Wat is geen orgaan van een plant.
A
Wortels
B
Bladeren
C
Stuifmeel
D
Stengel

Slide 13 - Quiz

De plant waterpest is net als veel andere planten opgebouwd uit cellen, organen en weefsels. Deze delen verschillen in grootte en bouw.

Wat is de juiste volgorde als je deze delen van een plant rangschikt van klein naar groot?
A
cel - orgaan - weefsel
B
cel - weefsel - orgaan
C
orgaan - cel - weefsel
D
orgaan - weefsel - cel

Slide 14 - Quiz

Een blad is een onderdeel van een plant. Is dit deel een organisme, orgaan, weefsel of een cel?

A
Organisme
B
Orgaan
C
Weefsel
D
Cel

Slide 15 - Quiz

Mads zegt: Een blad bestaat uit verschillende weefsels dus is een orgaan.
Tigo zegt: Een huidmondje is een voorbeeld van een weefsel bij een plant.
Wie heeft er gelijk?
A
Mads
B
Tigo
C
Mads en Tigo
D
Geen van beiden

Slide 16 - Quiz

Welke onderdelen van de plantencel worden hier aangegeven? Sleep het juiste onderdeel naar het juiste vakje. 
Celwand
Celkern
Bladgroenkorrel
Celplasma
Vacuole

Slide 17 - Drag question

Wat is de functie van de vacuole?
A
Er vind fotosynthese plaats
B
Een stevige laag buiten om de cel
C
Het regelt alles wat in de cel gebeurd
D
Het geeft de cel stevigheid

Slide 18 - Quiz

Startopdracht:
Pak je boek en lees vast de tekst in de groene vakken op blz 23



Slide 19 - Slide


Startopdracht:
Pak je boek en lees vast de tekst in de groene vakken van 1.2.
Kun je de leerdoelen hiernaast uitleggen?

Uitleg 
Opdrachten 
Afsluiting 

Leerdoelen 1.2 Plantenrijk

- Je kunt de delen van een plant herkennen en benoemen en voorbeelden van weefsels van een plant geven.
- Je kunt de onderdelen van een plantencel benoemen
- Je kunt de functies van de onderdelen van een plantencel noemen
- Je kunt uitleggen hoe planten stevig blijven.
timer
10:00

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide

houtvaten
  • Hier stroomt water met mineralen omhoog 
  • Zijn wijd
  • Liggen aan de binnenkant van de vaatbundel

Slide 22 - Slide

Bastvaten
  • Hierdoor stroomt water met glucose en ander voedingsstoffen naar de andere delen van de plant.
  • Zijn smaller
  • liggen aan de buitenkant van de vaatbundel

Slide 23 - Slide

Nerven
Zorgen voor stevigheid en vervoeren water en opgeloste stoffen.

Slide 24 - Slide

Stevigheid
Kruidachtige planten hebben water nodig voor stevigheid

Houtachtige planten hebben houtcellen: een celwand met veel houtstof

Slide 25 - Slide

Kruidachtig vs. houtachtig
Stevig door houtcellen met houtstof (rietje)
Stevig door een vacuole vol met water

Slide 26 - Slide

Houtachtige planten: 

stengels met houtstof, stevig

 
-> bomen en struiken
Kruidachtige planten:
 stengels zonder houtstof, hebben water nodig voor stevigheid

-> alles behalve bomen en struiken

Slide 27 - Slide

1.2 
Maken opdr 12 t/m 16
 
Nakijken. 

Hoe zorg je dat je de stof voor de toets bijhoudt?

Pak de leerdoelen erbij
Kun je ze uitleggen? 
Na de opdrachten:
Keuze mogelijkheden om te werken aan leerdoelen:

  • Samenvatting boek gebruiken/ zelf een samenvatting maken
  • Kijk goed naar de bronnen!!
  • Leren, hoe? begrippen opschrijven?
  • Aantekeningen leren
  • Oefenen met test jezelf/ oefentoets: In je boek/online.
  • werkboekvragen doornemen, welke vond je moeilijk? Snap je ze nu?
  • LessonUp lessen doornemen
  • ??
timer
1:00

Slide 28 - Slide


Is de plant in de afbeelding een houtachtige of een kruidachtige plant.
A
Kruidachtige plant
B
Houtachtige plant

Slide 29 - Quiz

Een houtachtige plant is
A
Heeft hout en is daarom sterk.
B
hetzelfde als een kruidachtige plant
C
Een tomatenplant
D
Altijd een boom

Slide 30 - Quiz

Houtachtige planten blijven rechtop staan door......
A
de vacuole
B
houtstof in de celwand
C
vaatbundels
D
houtvaten

Slide 31 - Quiz