Schaal

• Rekenen
• MBO
• Studiejaar 2

Les over de schaal

Spelregels schaal

-De schaal is een verkleining van de werkelijkheid.

-Een schaal gaat altijd in centimeters (cm).

-Wanneer je dus een schaal hebt van 1:100, dan is 1 cm van het plaatje in werkelijkheid 100 cm.

-In dit voorbeeld is het werkelijke object 100 keer zo groot als op het plaatje.

Spelregels schaal

-100 cm = 1 meter

-Wil je weten wat de werkelijke lengte van 2 cm is in plaats van 1 cm? 

Dan doe je 100 x 2 = 200 cm

Een voetbalstadion heeft op een kaart een lengte van 3 cm, met een schaal van 1:1000. Wat is de echte lengte?

1. 30 meter
2. 3000 centimeter
3. 3 meter
4. 10 meter

Uitwerking

1:1000

1 cm = 1000 cm

Spelregels schaal

Hoe maak je zelf een schaal?

1. Bedenk schaal is 1 op ???

2. Meet hoeveel centimeter iets op de kaart is

3. Bekijk hoeveel centimeter iets in werkelijkheid is

4. Reken het aantal centimeters op kaart terug naar 1 cm

5. Doe hetzelfde met werkelijke centimeters (verhoudingstabel)

Een basketbalveld is 30 meter lang, een plaatje is 5 centimeter. Wat is de schaal?
(Doe het in de vorm 1:???, in centimeters)

Uitwerking

-30 meter = 3000 cm.

-Je maakt hier een verhoudingstabel van.

Maria koopt een playmobil zwembadje met een schaal van 1:40. De echte lengte is 380 cm. Hoelang is het playmobil zwembadje? (denk aan eenheid)

Uitwerking

-Je maakt een verhoudingstabel

-Je moet van 1:40 naar ??:380