Tekstverbanden en signaalwoorden

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo lwoo, b, havo, vwo
• Leerjaar 2,4

Op het einde van deze les kan ik...

- een korte tekst schrijven met een opsommend verband

- opsommende en chronologische tekstverbanden herkennen

- signaalwoorden en het verband dat zij weergeven in een tekst herkennen

Wat is de IMS-structuur van een tekst?

Herken je deze opdracht nog?

Welk teksttype heb je toen geschreven?

Met welk tekstverband moest je toen rekening houden?

Waarom is een tekstverband belangrijk? (meerdere antwoorden mogelijk)

1. Het maakt de tekst langer.
2. Het maakt de tekst duidelijker.
3. Het voegt niks toe aan de tekst.
4. Het helpt bij het begrijpen van de inhoud.

Hoe noemen we een woord of woordgroep waarmee een verband wordt aangegeven tussen alinea’s of zinnen.

Welke signaalwoorden heb je in je recept gebruikt om de chronologische volgorde duidelijk te maken?

Neem je bundel NE MC 1.

Lees de uitnodiging. Welk tekstverband heeft het cursief gedrukte deel?

Lees de tweede uitnodiging. Vind je nog steeds een opsommend tekstverband?

Neem je bundel NE MC 1.

Wanneer maken jullie zelf schema's?

Waarom gebruiken jullie die schema's?

Vinden jullie schema's maken moeilijk?

Bekijk het volgende schema.

Schema 1

Welke structuur geeft de maker van het schema weer?

1. Een opsomming
2. De chronologie
3. Een vergelijking
4. Een oorzaak en gevolg

Chronologische structuur

Wanneer we een chronologische structuur schematisch willen weergeven, gebruiken we een FEITENKETTING.

Schema 2

Welke structuur geeft de maker van het schema weer?

1. Een opsomming
2. De chronologie
3. Een vergelijking
4. Een oorzaak en gevolg

Opsommende structuur 

Wanneer we een opsommende structuur schematiseren, gebruiken we een WAAIER SCHEMA of BOOMSTRUCTUUR.

Schema 3

Welke structuur geeft de maker van het schema weer?

1. Een opsomming
2. De chronologie
3. Een vergelijking
4. Een oorzaak en gevolg

Vergelijkende structuur

Wanneer de schrijver een vergelijkende structuur wil schematiseren, maakt hij gebruik van een TABEL.