Nederlands 3F samenstellingen

• Nederlands
• MBO
• Studiejaar 2

Ik zei dat dat hij ........ moest komen

1. hier heen
2. hierheen

Hoe kwam hij ............ ?

1. erdoorheen
2. erdoor heen
3. er doorheen

In je rapport beschrijf je wat je hebt ..................

1. waargenomen
2. waar genomen

Er had een ongeval ........

1. plaatsgevonden
2. plaats gevonden

Wat is goed?

1. voetbal inter land
2. voetbal interland
3. voet bal inter land
4. voetbalinterland

De spelling van samenstellingen:

Taalblokken, paragraaf 6.2 en 6.3:

• uitleg over de spelling
• oefeningen

Bijvoorbeeld: met of zonder tussen-n of tussen-s