les 6 rekenen met reactievergelijkingen

1 / 22
next
Slide 1: Slide
ScheikundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Deze les
Deze les gaan we verder met de wet van Laviosier.
En gaan we kijken naar de verhouding tussen de moleculen
rekenen met de massaverhouding

Slide 2 - Slide


fase overgang
chemische reactie
mengsel

Slide 3 - Slide

Wet van behoud van massa 
In 1789 formuleerde de fransman Antoine Lavoisier wet van massabehoud. Hij was niet de eerste, want in Rusland was de wet al in 1748 door Michael Lomonosov bewezen met experimenten.  
Beide wetenschappers realiseerden zich dat bij chemische reacties ook vaak gassen een rol spelen. Ze bedachten hoe ze deze gassen konden opvangen en meewegen.  Zo ontdekten ze de wet van behoud van massa!



 

Slide 4 - Slide

Wat houdt de wet van Lavoisier in?
  • Het is de wet van behoud van massa. Bij een chemische reactie is de totale massa van de beginstoffen gelijk aan de totale massa van de reactieproducten.

Slide 5 - Slide

Wet van behoud van massa
Er kan geen massa verschijnen of verdwijnen.

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

broodje + hamburger (2x) + sla + saus ->  br hamburger

Slide 8 - Slide

Rekenen met massaverhoudingen
Vergelijking met koken
Recept voor simpele salade van 300 gram.
Benodigheden: 250 gram sla, 50 gram dressing
sla      +         dressing         ->        salade
250 gram           50 gram                   300 gram   
500 gram          100 gram                  600 gram 
Verhouding is dan 250 / 50 is het zelfde als 5 : 1   


Ook koken voldoet aan de wet van behoud van massa!
x 2 

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide



Slide 12 - Slide

wet van behoud van massa

aluminium (s)   +  zuurstof (g)   --> aluminiumoxide (s)

9  g              +             ?          =                  17 g

?           +           80 kg           =            170 kg

Slide 13 - Slide

wet van behoud van massa

waterstofchloride (g) + ammoniak (g) ->  salmiak (s)

3,6  mg        +      1,7  mg    ->     ......
7,2  kg     +   ............  kg     ->    10,6  kg

Slide 14 - Slide

stoffen reageren met elkaar in een constante massaverhouding

koolstof (s)   +   zuurstof (g).     ->   koolstofdioxide (g)
3   g           :              8  g       ->                                         


Voor elke soort reactie is de massaverhouding anders!!!!!

Slide 15 - Slide

rekenen met massaverhoudingen
koolstof (s)   +   zuurstof (g) ->   koolstofdioxide (g)
3 g         :      8 g     ->                              ?(optellen)
Met een verhoudingstabel (kruislings vermenigvuldigen)
Hoeveel gram zuurstof reageert met 6.4 gram koolstof?

koolstof        3
   zuurstof         8       


Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Ammoniak ontstaat door stikstof met waterstof te laten reageren



Eerst reactievergelijking maken.
Dan haal je de massa uit het pse.
Dit is de verhouding hoe de moleculen reageren in de juiste massa.
Dan ga je opzoek naar de onbekende

Slide 18 - Slide

Ammoniak ontstaat door stikstof met waterstof te laten reageren



Je hebt 25 gram stikstof. Hoeveel ammoniak onstaat er?

Slide 19 - Slide

Stuur hier je antwoord in met een foto.c

Slide 20 - Open question

Bij een vergisting ontleedt glucose in alcohol en koolstofdioxide
.


Je hebt 75 gram koolstofdioxide. Hoeveel glucose ontstaat er.

Slide 21 - Slide

Stuur hier je antwoord in met een foto.c

Slide 22 - Open question