5.1 + 5.2

Binnenkomst
  • Telefoons weg (in je tas).
  • Jas uit (petten, mutsen etc. ook of in je tas)
  • Spullen op tafel (etui, rekenmachine & schrijfblok / schrift)
  • Huiswerk op tafel
1 / 42
next
Slide 1: Slide
ScheikundeMiddelbare schoolvmbo g, t, mavoLeerjaar 2,3

This lesson contains 42 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 120 min

Items in this lesson

Binnenkomst
  • Telefoons weg (in je tas).
  • Jas uit (petten, mutsen etc. ook of in je tas)
  • Spullen op tafel (etui, rekenmachine & schrijfblok / schrift)
  • Huiswerk op tafel

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

planning
Check-in
Nieuwe uitleg 5.1 + 5.2 (20 min)
Test jezelf (10 min)
Zelfstandig werken (15 min)
Samenwerken (rest)
Les afsluiten (5 min)

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Scheikunde 
Hoofdstuk 5.1
Brand!

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Leerdoelen 5.1
Aan het eind van de les kun je:

  • Aan de hand van de molecuulformule van een brandstof voorspellen welke verbrandingsproducten ontstaan.
  • Zuurstof en waterstof aantonen met aantoningsreacties.
  • De reactieproducten koolstofdioxide en water aantonen met reagentia.

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Terug blik
verbrandingsdriehoek?
chemische reactie?
beginstof?
reactieproduct?

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Terug blik
Chemische reactie: stoffen reageren met elkaar en vormen een andere (nieuwe) stof, de nieuwe stof heeft andere stofeigenschappen
Beginstof: De stof(fen) voor dat er een chemische reactie heeft plaats gevonden
Reactieproduct: De nieuw gevormde stof die is 
ontstaan door de chemische reactie


LET OP!: Chemische reactie is GEEN faseovergang!

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Drie brandvoorwaarden:

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Reactieschema verbranding
Brandstof + zuurstof --> Verbrandingsproducten 

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Verbrandingsproducten
Bij een verbranding van aardgas zijn de belangrijkste verbrandingsproducten; koolstofdioxide en water.
Die verbrandingsproducten zijn reactieproducten.
Je verbrandt een stof en er ontstaan nieuwe stoffen; reactieproducten.

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Kijk goed naar de volgende reacties: zoek de verschillen, maar vooral ook de overeenkomsten.

Slide 10 - Slide

In verbrandingsreacties tref je voor de pijl zuurstof aan. CH4 bestaat uit twee elementen: koolstof (C) en waterstof (H). Als C en O een verbinding met elkaar vormen, ontstaat CO2. Als H
 en O
 een verbinding vormen, ontstaat H2O. Bij de verbranding van benzine, C8H18, ontstaan dezelfde reactieproducten als bij de verbranding van CH4
.
Oxiden
Als een element wordt verbrand, ontstaat er altijd een oxide.
Een oxide van zwavel heet zwaveldioxide -->

Voorbeeld: verbranding van ijzer geeft ijzeroxide, verbranding van aluminium geeft aluminiumoxide.

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Metalen kunnen reageren met zuurstof; dat noem je oxideren. Er ontstaan dan metaaloxiden. Als ijzer reageert met zuurstof, ontstaat dus ijzeroxide (roest)

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Oxiden
- Verbrandingsreactie: 
zuurstof + brandstof → verbrandingsproduct

- Verbrandingsproduct: 
verbindingen met zuurstof(oxiden) en een ander atoom.






Slide 13 - Slide

This item has no instructions

verbrandingsproducten zijn niet altijd te zien
(Denk aan zuurstof, waterdamp en koolstofdioxide). 
Je kunt ze wel aantonen...

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

 Een aantoningsreactie is een reactie waarmee je de aanwezigheid van een bepaalde stof aantoont.
demo: houtspaander + plop

Slide 15 - Slide

waterstof aantonen: plop
zuurstof aantonen: houtspaander gloeien

Zodra de buis met gas erin bij een vlam kwam, hoorde hij een ‘plop’. Die karakteristieke ‘plop’ wordt veroorzaakt doordat waterstof gemakkelijk verbrandt, waarbij een plofgeluid ontstaat, als een kleine explosie.
Om aan te tonen dat het gas aan de positieve elektrode zuurstof is, laat je een stukje hout (houtspaander) even flink gloeien in een vlam. Houd het gloeiende houtje in de buis met zuurstof en de houtspaander zal feller gaan gloeien. Als er genoeg zuurstof aanwezig is, ontbrandt de houtspaander.
Het ploppen van waterstof en het feller gloeien van de houtspaander in zuurstof noem je aantoningsreacties. Een aantoningsreactie is een reactie waarmee je de aanwezigheid van een bepaalde stof aantoont. In dit geval toon je zuurstof aan: door de aanwezigheid van zuurstof gaat de houtspaander feller gloeien.
REAGENTIA
Een reagens is een stof waarmee je een andere stof kunt
aantonen. 

reagens
Dit is een stof waarvan de eigenschappen veranderen als hij in aanraking komt met een specifieke stof. Je kunt er de aanwezigheid van een stof mee aantonen.


Slide 16 - Slide

Reagentia
Een reagens is een stof die je kunt gebruiken om een specifieke stof aan te tonen. Met ‘specifiek’ wordt bedoeld dat het reagens maar op één stof mag reageren. De politie gebruikt bijvoorbeeld reagentia om verboden middelen snel aan te kunnen tonen.
wit kopersulfaat
Dit is een reagens. De stof wordt blauw als hij in aanraking komt met water.

Slide 17 - Slide

This item has no instructions


helder kalkwater
Dit is een reagens. De oplossing wordt troebel als ze in aanraking komt met koolstofdioxide.

Slide 18 - Slide

Koolstofdioxide aantonen
Als je koolstofdioxide wilt aantonen, heb je helder kalkwater nodig. Kalkwater is een oplossing. Als je er koolstofdioxide doorheen laat stromen, treedt een reactie op. Bij die reactie ontstaat een niet-oplosbare vaste stof (afbeelding 4). Het mengsel is een suspensie geworden. De witte vaste stof kun je zien, het heldere kalkwater is troebel. Als je deze proef herhaalt met zuurstof of een ander gas, wordt het kalkwater niet troebel. Helder kalkwater is dus een specifiek reagens voor koolstofdioxide.

Slide 19 - Video

This item has no instructions

CO₂ heet ook wel...
A
Koolstof-mono-oxide
B
Koolstof-di-oxide
C
dikoolstofdioxide
D
Koolzuurstof

Slide 20 - Quiz

This item has no instructions

Welke stof heeft welk reagens?  
Water
Koolstofdioxide 
Zwaveldioxide 
Wit kopersulfaat
Broomwater
Kalkwater

Slide 21 - Drag question

This item has no instructions

C (s) + O (g)--> CO (g)
is een .....
2
2
A
vormingsreactie
B
verbrandingsreactie
C
ontledingsreactie

Slide 22 - Quiz

This item has no instructions

Maak de volgende opdrachten
5.1 vragen 1 t/m 3
eerder klaar? 8 en 9

Slide 23 - Slide

This item has no instructions

5.2 Reactievergelijkingen opstellen

Slide 24 - Slide

This item has no instructions

Leerdoelen 5.2
Aan het eind van de les kan je:
  • De systematische naamgeving gebruiken om een naam of molecuulformule van een stof te noteren.
  • De reactievergelijking van een verbrandingsreactie opstellen.
  • Een reactievergelijking opstellen op basis van een omschrijving.

Slide 25 - Slide

This item has no instructions

Systematische naamgeving

Slide 26 - Slide

This item has no instructions

Systematische naamgeving
Wereldwijde afspraak: 
Systematische naamgeving  = rationele naam
vb. CO2


triviale naam = de stofnaam zoals die in het dagelijks taalgebruik voorkomt

Slide 27 - Slide

This item has no instructions

Slide 28 - Slide

This item has no instructions

Slide 29 - Slide

This item has no instructions

Voordbeeldopdracht 1


Stap 1: Noteer de naam van de elementen met het symbool erachter.
Stap 2: Zet het bijbehorende cijfer achter het telwoord.
Stap 3: Zet de symbolen met hun index in de juiste volgorde achter elkaar.




Slide 30 - Slide

This item has no instructions

antwoord

Slide 31 - Slide

This item has no instructions

Voorbeeldopdracht 2


Geef de molecuulformule van distikstofmonoxide.

Slide 32 - Slide

This item has no instructions

antwoord 2

Slide 33 - Slide

This item has no instructions

En nu naar het bord!

Slide 34 - Slide

This item has no instructions

Maak opgave 
5.1 vragen 1 t/m 3,8,9
5.2 vragen 1 (alleen 1+2)+2+3+11

Slide 35 - Slide

This item has no instructions

Afsluiten 

Slide 36 - Slide

This item has no instructions

Leerdoelen 5.1
Je kunt nu:

  • Aan de hand van de molecuulformule van een brandstof voorspellen welke verbrandingsproducten ontstaan.
  • Zuurstof en waterstof aantonen met aantoningsreacties.
  • De reactieproducten koolstofdioxide en water aantonen met reagentia.

Slide 37 - Slide

This item has no instructions

Leerdoelen 5.2
Je kunt nu:
  • De systematische naamgeving gebruiken om een naam of molecuulformule van een stof te noteren.
  • De reactievergelijking van een verbrandingsreactie opstellen.
  • Een reactievergelijking opstellen op basis van een omschrijving.

Slide 38 - Slide

This item has no instructions

Huiswerk
5.1 vragen 1 t/m 3,8,9
5.2 vragen 1 (alleen 1+2)+2+3+11

Slide 39 - Slide

This item has no instructions

Verbrandingsreactie
Deze reactie is ALTIJD met zuurstof. 

Minimaal 2 beginstoffen nodig: de brandstof + zuurstof

Reactieproducten na de pijl worden verbrandingsproducten genoemd.
Brandstof + zuurstof --> Verbrandingsproducten

Slide 40 - Slide

This item has no instructions

Aantonen verbrandingsproducten
Reagens = stof die een andere stof aaantoont
  • Water maakt wit kopersulfaat blauw 

  • Koolstofdioxide maakt helder kalkwater troebel
verbrandingsproducten zijn niet altijd te zien. Denk aan waterdamp en koolstofdioxide. Je kunt ze wel aantonen

Slide 41 - Slide

This item has no instructions

Slide 42 - Video

This item has no instructions