Les 24 (10-12)

Les 22
Frans 
1 / 13
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

This lesson contains 13 slides, with text slides.

Items in this lesson

Les 22
Frans 

Slide 1 - Slide

Programme
  • Lesdoelen
  • Presentie
  • Frans Feitje
  • Herhalen 
      - Grammaire H + nakijken
  • Tâche deel II
  • Afsluiting
  • Devoirs

Slide 2 - Slide

Lesdoelen
Na de les...
...kun je een ontkenning gebruiken.

...ken je de getallen t/m 100.


Slide 3 - Slide

Presentie

Slide 4 - Slide

- Frans feitje -
Parijs is een dure stad om te wonen.

Wist je dat...
De gemiddelde huizenprijs in de duurste straat van Parijs €22.000/m2 ofwel €1 miljoen voor een studio is. de duurste straat van Parijs is Avenue Montaigne, een luxe straat vlak bij de Champs-Elysées, met veel bekende modehuizen. De duurste wijk in Parijs is Saint-Germain-des-Près, waar de gemiddelde woningprijs €13.000/m2 is.



Slide 5 - Slide

De ontkenning in het NL
Elke zin kun je ontkennend maken. In het Nederlands gebruik je hiervoor niet / geen.

Ik gebruik de kaart.
Ik gebruik de kaart niet.

Slide 6 - Slide

De ontkenning in het Frans
In het Frans heb je hiervoor niet slechts één woord, zoals niet / geen
Maar heb je er twee: ne .... pas (niet/geen). Dit komt rond de persoonsvorm > ne persoonsvorm pas

Je regarde a carte.
Je ne regarde pas la carte.

Slide 7 - Slide

Let op!
Ne ... pas is dus de Franse ontkenning voor niet/geen.

Echter, als de persoonsvorm met een klinker of stomme 'h' begint, dan verandert ne > n'. 'pas' blijft onveranderd:

J'habite à Groningue. > Je n'habite pas à Groningue.
Tu aimes les frites. > Tu n'aimes pas les frites.

Slide 8 - Slide

Even oefenen: maak de zinnen ontkennend:
Vous détestez les frites? > Non, nous __________________ les frites.
Ils commandent un thé. > Non, ils ________________ un thé.
Tu cherches les toilettes? > Non, je _____________ les toilettes.
Elle trouve le restaurant. > Elle  ________________ le restaurant.

Slide 9 - Slide

La tâche deel II: schrijven
Au marché: Speel een Franse situatie na op de markt en neem jezelf en je klasgenoot op. 

- Ik heb boodschappen gedaan op de markt.
- Ik heb woorden gebruikt die iets te maken hebben met boodschappen doen (voca E en F)
- Ik heb de getallen van 0-100 gebruikt.
- Ik heb de Phrases Clés G gebruikt en hiervan nieuwe zinnen gemaakt.
- Ik heb de werkwoorden op -er goed gebruikt. 


Slide 10 - Slide

Au travail!
Ga aan de slag met je tâche deel I!

Regels:
1. Zoek een plekje in de school.
2. Houd de tijd in de gaten, je hebt 20 minuten.
3. Houd rekening met openstaande deuren en dat er 
    les wordt gegeven!
4. stuur naar: ridi@o2g2.nl via OUTLOOK
timer
10:00

Slide 11 - Slide

Afsluiting
Maak de volgende zin eens ontkennend: Il regarde la carte. 

Noem eens vier getallen tussen de 1 en de 100;


Slide 12 - Slide

Devoirs
Apprendre voca E+F

Faire:
ex. 31a + ex. 32a, b, c + ex. 33a, b

Neem je dialoog deel II op. 

Slide 13 - Slide