Les 2 quiz

Quiz
1 / 16
next
Slide 1: Slide
WiskundeMBOStudiejaar 1

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes and text slide.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Quiz

Slide 1 - Slide

Wat is een functie van het netvlies?
A
Het regelt de hoeveelheid traanvocht
B
Het zet licht om in zenuwsignalen
C
Het beweegt de ooglens
D
Het produceert glasvocht

Slide 2 - Quiz

Wat is een belangrijke functie van het glasvocht?
A
Het vormt de iris
B
Het houdt het oog in vorm en geleidt licht
C
Het stuurt signalen naar de hersenen
D
Het trekt de lens strak

Slide 3 - Quiz

Wanneer moet iemand met veel floaters worden doorverwezen?
A
Bij droge ogen
B
Wanneer de hoeveelheid plots sterk toeneemt
C
Alleen bij hoofdpijn
D
Als er geen floaters meer zijn

Slide 4 - Quiz

Wat ziet een klant bij een netvliesloslating?
A
Geen verschil in zicht
B
Vergroot contrast
C
Lichtflitsen
D
Extra kleuren

Slide 5 - Quiz

Wat hoort bij natte maculadegeneratie?
A
Alleen problemen met nachtzicht
B
Geleidelijke achteruitgang zonder lekkage
C
Lekken van bloedvaten en snelle achteruitgang van het centrale zicht
D
Alleen verlies van perifere zien

Slide 6 - Quiz

Wat hoort bij droge maculadegeneratie?
A
Langzame afname van centrale scherpte
B
Alleen perifere schade
C
Snel verlies van gezichtsvermogen
D
Ontsteking van de oogzenuw

Slide 7 - Quiz

Wat gebeurt er bij te weinig kegeltjes?
A
Ervaart klein gezichtsveld
B
Ziet beter in schemerlicht
C
Ziet geen floaters
D
Moeite met kleuren zien en details

Slide 8 - Quiz

Wat gebeurt er bij te weinig staafjes?
A
Ziet geen kleuren
B
Moeite met zien in het donker
C
Centraal zicht valt weg
D
Ziet lichtflitsen

Slide 9 - Quiz

Wat is de volgorde van de visuele route?
A
Lens → Iris → Retina → Cortex
B
Iris → Retina → Chiasma → Oogzenuw
C
Fovea → Lens → Chiasma → Cortex
D
Retina → Oogzenuw → Chiasma → Cortex

Slide 10 - Quiz

Wat ziet iemand met neuritis optica?
A
Vergroot gezichtsveld
B
Alleen dubbelzien
C
Wazig of verminderd zicht, pijn bij oogbewegingen
D
Niets afwijkends

Slide 11 - Quiz

Wat kan ontstaan wanneer een tumor op het chiasma drukt?
A
Alleen kleurenblindheid
B
Vergroot zicht
C
Gezichtsvelduitval (hemianopsie)
D
Floaters

Slide 12 - Quiz

Wat ervaart iemand met hemianopsie?
A
Een grijze vlek in het midden
B
Dubbelzien
C
Alleen verlies van centrale scherpte
D
Uitval van de linker- of rechterhelft van het gezichtsveld

Slide 13 - Quiz

Waarom wordt gevraagd naar diabetes?
A
Het veroorzaakt donkere irissen
B
Het kan leiden tot retinopathie of droge ogen
C
Het maakt de lens sterker
D
Het vermindert floaters

Slide 14 - Quiz

Wat kan reuma veroorzaken aan de ogen?
A
Meer kans op ontstekingen en droge ogen
B
Een groter gezichtsveld
C
Extra scherp zicht
D
Vroegtijdige staar

Slide 15 - Quiz

Wat kan een schildklieraandoening veroorzaken? (laatste vraag!)
A
Floaters
B
Uitpuilende ogen
C
Sterker nachtzicht
D
Minder kleurwaarneming

Slide 16 - Quiz